Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Naar vogels kijken, dat is alledaagse schoonheid”

De stad is een levend laboratori­um, met een glazen bol waar telkens nieuwe trends in opborrelen. Deze urban trends blijven in Antwerpen bovendrijv­en in 2018. Urban birding heeft oog voor meer dan der

-

In Londen kijken vier op de tien stedelinge­n graag naar vogels vanachter hun raam. In Antwerpen is kijken naar het vogeltje ook hip en happening. Met Michaël Pas als peter van de gierzwaluw­en in de stad en werkgroepe­n als De Duifkes alleen voor vrouwen die graag vogelen neemt urban birding een hoge vlucht.

KATRIJN SERNEELS Acteur Michaël Pas ziet ze graag vliegen. “Dat je alleen duiven ziet in Antwerpen, dat klopt niet. Vogels zijn heel slimme dieren: van de berm tot torengebou­wen, ze hebben zich aangepast aan wonen in de stad. Ze zingen hun lied ’s morgens zelfs vroeger dan op het platteland, om de file voor te zijn.”

Vroege vogels, die vind je meer in de stad dan op het platteland. “Om niet te moeten opboksen tegen het lawaai van de files, zingen stadsvogel­s hun lied wat vroeger: slim gezien. Wakker worden met vogels die zingen, dat is altijd een plezier. Als vogelliefh­ebber probeer ik hun lied te herkennen: dat is een pimpelmees, dat een merel…”

En het geluid van de zomer, dat is voor Michaël de roep van de gierzwaluw. “Die herken ik uit duizend: die hoge als ik dat hoor in mei, wanneer de gierzwaluw­en na hun wintertrek terug in de stad zijn, dan weet ik dat het zomer wordt.”

De gierzwaluw is oorspronke­lijk een rotsvogel, maar nestelt zich anno 2018 ook vlotjes in de spleten en spieën in muren en onder dakpannen. Nu zoeken ze graag de daken op in onder meer Borgerhout. “Onder de dakgoot van mijn achtergeve­l nestelde zich de voorbije lente spontaan een koppel gierzwaluw­en. Ik heb zelfs een keertje de hun kleintjes horen zingen in het nest. Omdat ze steeds moeilijker nestplaats­en vinden nu daken en huizen steeds beter geïsoleerd worden en er maar weinig spleten overblijve­n, zijn er speciale nestkasten voor gierzwaluw­en die je aan je gevel kan hangen. Omdat gierzwaluw­en

wieu-wie-wieu, in kolonies leven, wilde ik al een tijd ook zo’n gierzwaluw­nestkast aan de voorgevel ophangen, maar zo’n hoge ladder heb ik niet staan. En om daar in mijn eentje een hoogtewerk­er voor te huren… dat zag ik niet zitten.”

Vandaar dat Michaël Pas geen moment aarzelde toen Natuurpunt en de stad Antwerpen hem vroegen om peter te worden van het gierzwaluw­enproject, waarbij 130 speciale nestkasten gratis onder de dakgevels worden opgehangen met een speciale kraan. “Ik ben bij mijn buren op het pleintje van het Laar gaan aanbellen en gevraagd of zij dat ook niet zagen zitten, zo’n huisje voor gierzwaluw­en aan hun huis. Mijn vogelverko­oppraatje sloeg aan, het is nu hopen dat we volgend jaar vaak zullen horen klinken op ons plein.”

wieu-wie-wieu

De beschermde gierzwaluw is niet de enige die rotsen ruilt voor de urban jungle. “Ook een roofvogel als de slechtvalk die van rotsen en kliffen dook, die duikt nu van kerken en andere torengebou­wen in de stad om duiven en andere vogels in zijn klauwen te vangen. Over de merels in de stad maak ik me wel wat zorgen: een ziekte bedreigt de gezondheid van de merels. Ik hoop dat ik in de lente er hopelijk weer heel wat kan spotten.”

Hoe begin je als stadsjonge­n met vogels kijken? “Al woon ik van toen ik 1,5 jaar oud was in de stad, mijn fascinatie voor vogels is begonnen in Arendonk. Daar bracht ik geregeld met mijn ouders weekends en vakanties door. Ik kocht me een vogelgids, en met een verrekijke­r trok ik helemaal alleen de bossen in. Dan zat ik daar een uur lang in het bos verstopt, bij een plek waarvan ik vermoedde dat er een buizerdnes­t was. Heel spannend vond ik dat. Of die buizerd wel of niet kwam aangevloge­n, was niet het belangrijk­ste. Het kijken en luisteren naar al wat leeft en beweegt, daar beleef ik nog steeds veel plezier aan.”

De tijd om in het weekend naar de bossen te trekken met een verrekijke­r, heeft Michaël door zijn acteer- en gezinsleve­n niet. “Maar ik heb altijd een verrekijke­r achter het raam bij ons thuis in Borgerhout staan. Een vogel in de stad horen of zien, dat is voor mij een zenmoment. Even stilstaan, kijken, luisteren, gewoon genieten van iets wat zich aandient, zo- maar voor je neus. Jezelf en wat je moet doen één moment lang vergeten, en genieten van de schoonheid van een vogel.”

Een wrede schoonheid, soms. “De natuur is schoon, maar soms ook wreed. Ik hoorde toen ik thuis was opeens een gil, een roep vol paniek. Het was de gierzwaluw die onder mijn dak woonde: een sperwer had hem in een duikvlucht te pakken gekregen, hij hing in de klauwen van de sperwer te gillen. Mijn eerste reflex was: laat mijn gierzwaluw los, ik was boos op de sperwer. En ik wilde de sperwer wegjagen. Maar die vloog gewoon op, met de gierzwaluw in zijn klauwen. Zo’n scène, dat zie je niet elke dag. Dat was National Geographic in Borgerhout, voor mijn eigen ogen.”

Het hoeft niet altijd vogeldrama te zijn om Michaël te ontroeren. “Mijn ouders, die wat verderop wonen, die hebben een wat grotere tuin: daar heb ik al een bonte specht gezien, ook heel bijzonder. Of ik geniet gewoon van de meesjes die in de winter aan een voederbol komen pikken. Je moet ze eens bezig zien, wat voor vliegtoere­n die uithalen: het zijn net acrobaten. Naar vogels kijken, dat is de alledaagse schoonheid van kleine dingen appreciëre­n. Daar kijken we zo makkelijk overheen.”

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium