Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zelfs winkeliers geven het toe: “Enkel een zot betaalt volle pot”
Belg geeft steeds minder uit aan kleding, en toch kopen we niet minder
Het zag dit eerste weekend van de wintersolden weer zwart van het volk in de winkelstraten en de shoppingcentra. Goed nieuws voor de boetieks, zou je denken. Maar niets is minder waar: de Belg geeft al vijf jaar na elkaar minder geld uit aan kleding en schoeisel. “Je moet al bijna gek zijn om nog iets voor de volle pot te kopen”, klinkt het almaar vaker. Wie uitkijkt, vindt tegenwoordig solden het jaar door, maar de winkels gaan eraan kapot.
“Na een eerder slecht najaar was het eerste soldenweekend goed voor een omzetstijging van 3% tegenover het eerste soldenweekend vorig jaar. Een opsteker, maar zeker niet goed genoeg”, zegt Christine Mattheeuws van zelfstandigenorganisatie NSZ, die 284 kleding- en schoenenwinkels bevroeg. “Bovendien zijn de verwachtingen van de handelaars voor deze wintersolden bijzonder beperkt. Slechts 19% van de kleding- en schoenenwinkels denkt het beter te doen dan tijdens de wintersolden van 2017, die toen eindigden met een gemiddelde omzetstijging van 1%.” Ook al geen cijfer om van de daken te schreeuwen... Eerder had ook al Mode Unie gemeld dat één op de drie handelaars vreest voor minder goede solden deze maand.
Allemaal pessimisten? Neen, eerder
realis- ten, als we er even het bestedingspatroon van de Belgische gezinnen bijnemen. In 2012 gaf een gemiddeld gezin volgens de statistische dienst van de FOD Economie nog 1.756 euro uit aan kleding en schoeisel. In 2016 was dat nog maar 1.472 euro. België is op dat punt geen uitzondering: Eurostat ziet dezelfde trend in maar liefst 21 van de 28 EU-landen. En dat zelfs al sinds 2006, ruim tien jaar dus. “Niet dat mensen tegenwoordig minder kleren of schoenen kopen dan vroeger”, zegt Mattheeuws. “Ze kopen die gewoon goedkoper dan vroeger.”
CHRISTINE MATTHEEUWS
Zelfstandigenorganisatie NSZ ‘‘Wie betaalt tegenwoordig nog de volle pot voor een nieuwe trui of een paar schoenen? Je moet haast gek zijn.’’
Invoer uit lagelonenlanden
Volgens het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek daalt de prijs van onze kledij in de winkels al sinds 2002: een kledingstuk dat we dat jaar 107 euro betaalden, kostte vijf jaar later nog maar 102 euro en in 2015 nog 98 euro. De massale invoer uit lagelonenlanden – met alle ethische vragen die daarbij rijzen – is slechts een stukje van de verklaring. Sinds 2008 is de gemiddelde invoerprijs van kleding namelijk aan het stijgen, zo becijferde datzelfde CBS. Een gevolg van schommelende grondstofprijzen (vooral katoen werd duurder), hogere loonkosten en strengere milieueisen (na enkele schandalen die de wereldpers haalden). Kleding wordt vooral goedkoper door de
groei- ende concurrentie sinds ketens als H&M en Zara de winkelstraat hebben veroverd. Om nog te zwijgen van Primark, dat sinds kort in ons land zélf wordt uitgedaagd door de Franse prijsbreker Kiabi.
Onophoudelijke kortingen
Eén factor heeft die dalende trend de laatste jaren alleen maar versneld, hoor je in kledingmiddens: de onophoudelijke kortingen in de winkelstraat. “Vroeger had je alleen de solden, twee keer per jaar, en dan nog hier en daar een kermisbraderij”, zegt Mattheeuws. “Vandaag valt haast elke maand wel ergens korting te rapen. Is het niet in de winkels, dan wel online. Wie betaalt tegenwoordig nog de volle pot voor een nieuwe trui of een paar schoenen? Je moet haast gek zijn.”
Goed voor portemonnee
Voor de consument en zijn portemonnee is dat goed nieuws. “Maar voor de modeboetieks en op termijn ook voor de ketens is dat een slechte zaak. Handelaars moeten wel in de race stappen, anders verliezen ze klanten. Die verwachten dan weer steeds grotere kortingen. En dat heeft een nefaste impact op omzet en winst: om te overleven en de stijgende kosten voor personeel, energie en beveiliging te kunnen betalen en om een webshop op te zetten en te onderhouden, moeten zij namelijk zo veel mogelijk producten tegen de volle prijs kunnen verkopen. Maar dat komt er almaar minder van. En dat terwijl de kleinhandel nu al een van de sectoren is met het grootste aantal faillissementen.”