Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Jonathan Pitroipa, de ‘Messi van Burkina Faso’
Ervaring in Bundesliga en Franse topklasse moet van JONATHAN PITROIPA sensatie op Bosuil maken
D e sensatie van de tweede seizoenshelft speelt bij Antwerp. Tenminste als we Paul Put mogen geloven. Die noemt Jonathan Pitroipa “de beste speler met wie hij ooit werkte”. Hij noemt hem zelfs de Messi van Burkina Faso. Maar wel een Messi die al een jaar geen wedstrijden meer speelde. “Geen nood, ik ben klaar.”
Als je Jonathan Pitroipa tijdens de trainingen in het Spaanse Algorfa ziet lopen, zou je eerder denken dat hij een marathonloper is dan wel een voetballer. Met zijn stekkebeentjes. Maar vergis je niet. Jonathan Pitroipa, de 31-jarige nieuwkomer bij Antwerp, kan heel wat adelbrieven voorleggen: hij speelde in de Bundesliga en de Ligue 1, heeft 32 Europese wedstrijden op zijn teller én kroonde zich op de Africa Cup 2013 tot ‘Speler van het tornooi’ omdat hij bijna in zijn eentje het nietige Burkina Faso naar de finale leidde. Straf, maar hoe komt zo een kerel dan bij Antwerp terecht? Simpel, sinds 2013 is zijn carrière in dalende lijn gegaan. Hij trok naar de Emiraten en verdween uit beeld. En sinds hij op 18 januari 2017 een blessure aan de kruisbanden opliep, speelde hij geen enkele officiële wedstrijd meer. Het laatste half jaar zat hij zelfs zonder club. Maar daar moeten ze zich bij Antwerp geen zorgen over maken volgens de 31-jarige Afrikaan. “Die blessure ligt al een tijdje achter mij”, zegt Pitroipa tijdens zijn eerste interview als speler van Antwerp. “Ik heb de afgelopen zes maanden meegetraind bij Paris FC ( in de Franse Li
gue 2, red.) en ben klaar om te spelen. Momenteel zit ik aan negentig procent van mijn kunnen. Ik heb gewoon nog twee à drie oefenmatchen nodig om er helemaal te staan.”
Een Pitroipa die fysiek in orde is, daar doet Antwerp “een gouden zaak aan”, volgens Paul Put, die als bondscoach van Burkina Faso samen met Pitroipa de finale van de Africa Cup bereikte en tegenwoordig aan de slag is als bondscoach van Kenia. “Hij is de beste speler met wie ik ooit werkte”, zegt Put. “Een van zijn strafste kwaliteiten is dat hij ook met de bal aan de voet enorm snel is. Maar hij is ook wendbaar, technisch onderlegd en enorm intelligent. Hij kan op eender welk moment een wedstrijd beslissen. Op die Africa Cup in 2013 speelde heel onze ploeg in functie van hem. Omdat iedereen wist dat hij de wedstrijden voor ons kon winnen. Hij is de Messi van Burkina Faso. Een levende legende. Tijdens dat tornooi speelde ik hem uit als spits. Maar hij verkiest zelf de positie op de linkerflank. Het is een kerel die vernietigend kan uithalen als spits én als flankspeler. De
rechterflank of de positie van nummer tien kan hij ook invullen.” Bij Antwerp is het de bedoeling dat Pitroipa publiekslieveling Geoffry Hairemans het vuur aan de schenen legt. “De coach hier ziet mij eerder als een tweede spits. Maar ik ben polyvalent en wil overal spelen.”
Pitroipa speelde tijdens de topjaren van zijn carrière in de Bundesliga bij Hamburg en in de Ligue 1 bij Rennes. “In mijn ogen heeft hij eigenlijk altijd onder zijn niveau gespeeld”, zegt Paul Put. “Hij kon makkelijk mee in de Premier League of de Primera Division. Hij heeft niet alles uit zijn carrière gehaald. Hoe dat komt? Misschien is het gemakzucht. Pitroipa heeft altijd veel geld verdiend, is overal de ster geweest. Hij werd nooit echt gepusht om alles uit zijn carrière te halen.” Pitroipa: “Ik weet ook dat ik het niveau had om in de Champions Leauge te spelen. Maar in het voetbal gaat het soms snel en moet je soms bepaalde keuzes maken op bepaalde momenten. Ik heb daar wat spijt over. Met mijn talent had ik meer kunnen bereiken. Maar goed, mijn carrière is nog niet voorbij, hé.”
Paul Put heeft niets dan lof over voor Pitroipa, maar dan is het toch vreemd dat zo’n topspeler het laatste half jaar niet eens een club had? “In juni liep mijn contract in de Emiraten af en ik wilde naar Europa. Ik heb mijn tijd genomen om een goede keuze te maken”, zegt Pitroipa. “Ik had naar Azië gekund, maar ik wilde niet zomaar tekenen bij een club om te tekenen. Ik zocht een rustige club waar ik zou kunnen spelen en waar stabiliteit is. Dat is Antwerp geworden. De coach belde me verscheidene keren persoonlijk op om me te overtuigen. Dat heeft me toch geraakt. Ook D’Onofrio heeft me gecontacteerd. Zij hebben uitgelegd waar ze met de club naartoe willen. Ze waren op zoek naar een speler met ervaring, die iets kon toevoegen aan de ploeg. De club heeft veel ambitie en de goede positie in het klassement heeft me ook overtuigd. Ik wil me hier relanceren. Op mijn leeftijd is het belangrijk om bij een club te zijn waar ik op m’n beste niveau kan komen en mijn carrière nieuw leven kan inblazen.”
Geen trainingsbeest
Toch is er ook een minder kantje aan Pitroipa, volgens Paul Put. “Hij loopt niet over van enthousiasme op training. Ik kneep af en toe een oogje dicht omdat ik wist hoe belangrijk hij was voor de ploeg.” Maar Laszlo Bölöni is niet echt een type trainer die een oogje dichtknijpt. Pitroipa ziet géén probleem in zijn mindere trainingsarbeid. “Ik heb al dikwijls in mijn carrière problemen gehad met trainers omdat ik op training niet altijd de beste Pitroipa toon. Maar met mijn lichaam is dat nodig. Als ik een hele week zou trainen met dezelfde intensiteit als in de wedstrijd, dan haal ik de wedstrijd in het weekend niet. Ik train misschien niet aan de volle honderd procent, maar wel aan de maximale intensiteit die mijn lichaam aankan. Maar in de match geef ik me altijd voor de volle honderd procent.”
Antwerptrainer Laszlo Bölöni is nochtans iemand die maximale inzet vraagt op training. “Ik heb hem nog niet verteld dat ik zo in elkaar zit”, zegt Pitroipa. “Maar hij kent me, hij wilde er een ervaren speler bij. Ik ben niet hetzelfde als de jonge gasten. We zullen wel een manier vinden om mij wat te ontzien als die mogelijkheid er is.”
Paul Put ‘‘Pitroipa kan op eender welk moment een wedstrijd beslissen. Hij is de beste speler met wie ik ooit werkte.” Jonathan Pitroipa ‘‘Ik heb al dikwijls in mijn carrière problemen gehad met trainers omdat ik op training niet altijd de beste Pitroipa toon. Maar met mijn lichaam is dat nodig.’’