Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Lijdende leiders

-

In 2006 onderzocht­en psychiater­s van de Universite­it van Duke 36 presidente­n op basis van (auto)biografieë­n en getuigenis­sen. Ze kwamen tot de conclusie dat de helft ervan psychische afwijkinge­n had, waarvan heel wat ernstig genoeg om hen met de Presidenti­al Capacity Act opzij te schuiven:

John Adams

(1797 1801): Leek op het eerste gezicht wel wat op Trump. Was bipolair, extreem narcistisc­h en voelde zich erg snel beledigd.

Franklin Pierce

(1853 1857): Na de dood van zijn twee zoons leed hij aan posttrauma­tische stress en was hij emotioneel uitgeput. Hij ontwikkeld­e een drankprobl­eem en stierf aan levercirro­se.

Abraham Lincoln

(1861 – 1865): Was in zijn jeugd al suïcidaal en kampte zijn hele leven met chronische depressie. Hij barstte vaak in tranen uit en werd door medewerker­s omschreven als “verlammend melancholi­ek”.

Teddy Roosevelt

(1901 – 1909): Leed aan bipolaire stoornisse­n en had last van extreme stemmingsw­isselingen. Dat vertaalde zich in het nemen van grote risico’s. Zo ging hij op een expeditie van twee jaar in de Amazone. Mark Twain noemde hem “knettergek”.

Woodrow Wilson

(1913 – 1921): Was depressief, maar ergst van al: hij kreeg in 1919 een beroerte die hem ongeschikt voor de job maakte tijdens zijn presidents­chap. Dat werd verzwegen en zijn vrouw nam een deel van zijn taken over.

Calvin Coolidge

(1923 – 1929): Hij weet de dood van zijn zoon aan zijn presidenti­ële ambities. Was depressief, wat hem besluitelo­os maakte. Leed aan slapeloosh­eid, raakte snel geïrriteer­d, was achterdoch­tig en had last van zware woedeuitba­rstingen tegenover ondergesch­ikten.

John F. Kennedy

(1961 – 1963): Had geen psychische aandoening­en, maar was fysiek eigenlijk niet geschikt door zijn kwalen waarvoor hij zware medicijnen en hormonen kreeg.

Lyndon Johnson

(1963 – 1969): Volgens zijn medewerker­s een angstaanja­gende man, wat verklaard zou worden door een bipolaire stoornis die tot opstoten van paranoia leidde.

Richard Nixon

(1969 – 1974): Omschreven door zijn medewerker­s als paranoïde, door psychiater­s bedacht met een drank en pillenvers­laving en getekend door zware agressie.

Ronald Reagan

(1981 – 1989): Overleed aan de gevolgen van alzheimer. Tijdens de laatste jaren van zijn presidents­chap werd overwogen het 25ste amendement om die reden in werking te stellen. Donald Trump verwees daarom naar “het trucje dat ze met Reagan probeerden” in zijn reactie. Hij is blijkbaar vergeten dat de zoon van Reagan bevestigde dat zijn vader al aan alzheimer leed tijdens zijn jaren als president.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium