Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Nieuwe campus voor leerlingen OV4
De leerlingen van SintJozef OV4 begonnen hun eerste lesweek van 2018 in een nieuwe campus op de SintJacobsmarkt. “Onze opleidingen draaien rond kunst en cultuur en waar kan je dan beter zitten dan in het centrum”, zegt directrice Tally Nuytten.
In Opleidingsvorm 4 (OV4) biedt Sint-Jozef het programma van het reguliere onderwijs aan, aan leerlingen die omwille van hun lichamelijke, (neuro-)motorische beperkingen of autismespectrumstoornis niet meer in een gewone school terechtkunnen. De school zat tot vorig jaar in de Galjoenstraat op de Luchtbal, maar maandag startten de leerlingen de nieuwe lesweek in de voormalige gebouwen van woonzorgcentrum De Swane op de Sint-Jacobsmarkt die volledig gerenoveerd zijn.
Een tachtigtal leerlingen hebben er hun intrek genomen. “Onze opleidingen neigen naar kunst en cultuur, maar op de Luchtbal hadden we weinig mogelijkheden om inhoudelijke bezoeken te organiseren”, zegt directrice Tally Nuytten. “Met onze nieuwe campus op de Sint-Jacobsmarkt kan dat wel. We zijn al twee jaar aan het aftellen. Om ons voor te bereiden op de verhuis en de overgang te vergemakkelijken, hebben we, samen met onze leerlingen, samengewerkt met Theater Luxemburg. Eind maart vindt er ook een voorstelling plaats door Theater Luxemburg, waar onze leerlingen hun nieuwe school voorstellen.”
Antwerps schepen van Onderwijs Claude Marinower (Open Vld) bracht maandag een bezoek aan de school op de nieuwe locatie. “Met de verhuis trekt OV4 van Sint-Jozef van een eerder geïsoleerde omgeving naar een warm familienest”, zegt Marinower. “Onze binnenstad is een krachtige leeromgeving en ik ben blij dat jongeren van OV4 hier nu ook de vruchten van kunnen plukken. De school wenst sterk in te zetten op het benutten van de kansen die een brede leeromgeving biedt. Het feit dat de school vandaag werd verwelkomd door haar ‘buren’ – waaronder Universiteit Antwerpen, AP Hogeschool, het buurtcomité en district Antwerpen – toont dat ook de wijk hier zeer tevreden over is. Dit kan de verdere ontplooiing van de jongeren alleen maar ten goede komen.”