Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik heb mijn transfer naar Maaseik aan hen te danken”
Jolan Cox toonde het voorbije weekend meermaals zijn klasse. In de finale van de Volley League Trophy tegen een verrassend sterk Aalst werd de voormalige hoofdaanvaller van het ter ziele gegane Topvolley Antwerpen topscoorder met zesentwintig punten.
“Het was dan misschien maar een tornooi, toch wil je wedstrijden tegen Aalst en Roeselare altijd winnen. Samen met Maaseik zijn de ploegen echt aan elkaar gewaagd. Het ging er bij momenten dan ook pittig aan toe. Ik waag het niet nu al conclusies te trekken, al blijft het natuurlijk wel een leuk iets. Toch kunnen er, na de kleine onderbreking tijdens de feestdagen, nog wel wat procentjes bij”, stelt de 26-jarige Jolan Cox, die al goed ingeburgerd is in het Limburgse.
“Echte aanpassingsproblemen aan de manier van leven heb ik niet gehad. Ik woon nu op een appartement in Maaseik op wandelafstand van de sporthal. Stef Van Heyste, die mee de overstap vanuit Antwerpen heeft gemaakt, woont in de buurt. Net als het voorbije seizoen, want ook hij is van Sint-Job afkomstig. De afstand tussen Maaseik en mijn woonplaats Sint-Job was iets te groot. Maar qua rust is Maaseik echt best te vergelijken met SintJob.”
Ook wat het sportieve betreft heeft de voormalige sterkhouder van Antwerpen duidelijk zijn weg gevonden bij de Limburgse topclub. Al is hij Antwerpen niet vergeten.
“Ik heb in Antwerpen twee schitterende jaren gekend. We hebben er ook mooie resultaten behaald en maakten het de toppers bij momenten moeilijk. We speelden ook een bekerfinale. Ik heb er mogelijk dankzij de prestaties van het team ook deze transfer naar Maaseik kunnen realiseren. Ik was er content. Al vind ik wel dat ik nu een stap vooruit heb gezet. Ik speel Champions League en heb het gevoel tot het einde mee te kunnen doen voor de prijzen in België. Dat was bij Antwerpen net niet het geval.”
“Wat het financiële betreft, kan ik me niet uitspreken over de situatie van Antwerpen, maar ik vind het echt spijtig dat het zo is moeten aflopen. Dat doet toch een beetje pijn. Het is een spijtige zaak voor de club, de spelers, hun fantastische supporters, maar zeker ook voor het volleybal in het land. Antwerpen had de voorbije seiwas zoenen zeker zijn plaats in de top van het nationale volleybal. En ze speelden in een ongelooflijk goede, sfeervolle, zaal. Ik vind de Arenahal een schitterende locatie en had er ook graag dit seizoen, weliswaar dan als speler van Maaseik, op het terrein gestaan. Of Antwerpen terugkomt, weet ik niet. Het zou tof zijn mocht dat kunnen. Het zou het nationale volleybal toch wat extra's geven.”