Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ontwijk de slang en denk aan je zeemvel
Hoe Europese profrenners aan andere kant van wereld moeten overleven
Een jetlag van 9,5 uur, soms tropische temperaturen, slangen en vloekende automobilisten op de weg: fietsen in Australië is een enorme aanpassing voor de vele Europese profs die afzakken naar de Tour Down Under. Een handleiding voor de renners om te overleven aan de andere kant van de wereld. OPGEPAST! Jetlag van 9,5 uur
Als u vanavond in België om 22.00u in uw bed kruipt, dan hebben de renners hun slaap al achter de rug in Adelaide en zitten ze om 7.30u te ontbijten. 9,5 uur tijdsverschil: het is de moeite. En het duurt een tijdje voor je daaraan bent aangepast. “Hoe vroeger je vertrekt, hoe beter”, zegt Thomas De Gendt. “We namen op dinsdag 9 januari het vliegtuig in Amsterdam. Een dag later zijn we in de vooravond geland in Adelaide. Het is een trip van 24 uur. Je hebt toch tijd nodig om de jetlag te verwerken.” Er wordt berekend dat er toch zeker een week nodig is om topfit te kunnen koersen. “Onze renners krijgen ook melatonine”, zegt Toon Cruyt, ploegdokter bij Quick-Step. “Dat is een hormoon dat je zelf produceert als het donker begint te worden. Maar door de verstoring van het dagritme geven we de eerste dagen 3 mg bij. Dan is je nachtrust beter. Dat is een natuurlijk product, geen slaapmiddel. Dat geven we niet, want dan ben je niet uitgerust en dat gaat je aanpassing eerder remmen.” “De eerste dagen trainen we weinig, daarna bouwen we op”, zegt De Gendt. “Ik train de week voor mijn vertrek hard, zodat ik hier de eerste dagen wat rust kan inlassen. Maar je mag overdag zeker niet slapen, hooguit wat op je bed liggen. Je moet mekaar wakker houden.” Na de Tour Down Under is het weer van dat. “Terug in België moet je ook die tijd nemen om weer aangepast te raken”, zegt ploegleider Herman Frison. “Het is toch best dat je even niet koerst, zeker als je goed wil zijn in de Omloop Het Nieuwsblad. Maar iedere renner reageert anders. Sagan reed hier vorig jaar ook en wie was de beste in het Belgisch openingsweekend? Juist: Sagan.”
OPGEPAST! Van 21 naar 42 graden in 24 uur
Zaterdagvoormiddag was het 18 graden en kregen de renners op training een fikse regenbui over zich heen. “Hier ben ik toch niet voor naar Australië gekomen”, bibberde de ZuidAfrikaanse renner Nicholas Dlamini. Maar in de namiddag was het al 25 graden en zon. Deze week wordt het steeds warmer, donderdag zelfs tot 41 graden. Er zal nogal gedronken worden. “Gewoon water drinken helpt niet veel, dat loopt er eigenlijk gewoon door”, zegt Cruyt. “Je moet zouten bijgeven, zodat de renners meer water ophouden om niet gedehydrateerd geraken. Iedere morgen controleer ik de densiteit van hun urine om te kijken of ze de dag voordien genoeg gedronken hebben. En ook na de koers doe ik dat, zodat ik kan anticiperen. De renners dragen ook een soort zeemvellen op rug en borst. Dat zorgt voor verkoeling als je het geregeld nat maakt. Zo wordt de hitte wat tegengehouden.” “Maar die grote warmte duurt nooit lang, het wisselt hier constant. Vorig jaar was het eens 21 graden en een dag later 42. Een verdubbeling in 24 uur tijd.” “Bij hoge temperaturen vragen de renners ook om de wedstrijd in te korten”, zegt De Gendt. “Nu ja, vorig jaar was het ook eens zo’n dag en reden we zodanig traag dat ze de plaatselijke ronden hebben afgeschaft. Want anders zouden we aankomen buiten het uitzenduur op televisie. “(grijnst)
OPGEPAST! Wijk uit voor de King Brown Snake
In Vlaanderen is geen gevaar dat er plots een slang over de weg kronkelt. Wim Vansevenant reed Down Under ooit op training per ongeluk over zo’n beest. Hij was gestopt, maar een paar wielertoeristen reden tegen hem, waardoor hij toch de slang raakte en doodde. En gelukkig maar, want het ging om een King Brown Snake, een van de giftigste soorten die er bestaan. “Ik heb nog maar één keer een slang gezien en dat in zeven deelnames”, zegt De Gendt. “Ik ben er netjes langsgereden. Kangoeroes ben ik wel al veel tegengekomen, maar dan langs de weg, niet erop. Meestal is er een omheining. En koala’s, natuurlijk. Op training stoppen we dan wel als we er eentje zien.”
OPGEPAST! Een Aussie aan het stuur
Fietsen in Vlaanderen wordt steeds minder veilig, maar in Australië is het een pak erger. De renners wordt door de organisatie duidelijk gemaakt dat ze hier zeer voorzichtig moeten zijn op training. “Als ik hier train, ben ik altijd blij dat ik weer levend thuis ben geraakt”, zegt Mathew Hayman. De Australische winnaar van Parijs-Roubaix woont in Vlaanderen en kan dus het best vergelijken. “Er heerst hier geen fietscultuur. Australische automobilisten zijn het niet gewend dat er renners fietsen op de openbare weg. Ze zoeven je met volle snelheid voorbij en vertragen niet. Het zijn echte wegpiraten die je ook de huid volschelden als je in de weg rijdt.”
WERNER BOURLEZ Rit 2: Unley Stirling (148,6 km) Hellende aankomst op
maat van Sagan
De eerste rit van de Tour
b Down Under – een vlakke rit voor spurters – kwam vanochtend vroeg aan. Morgen wordt het iets pittiger. Tussen Unley en Stirling (148,6 km) gaat het voortdurend op en af. De aankomststrook is hellend, de laatste twee kilometer lopen gemiddeld aan vier procent. Op maat van Peter Sagan dus. Benieuwd of ook andere sprinters dit aankunnen.
(bow)