Gazet van Antwerpen Stad en Rand

De KKK-leider die ongewild zwarte burgerrech­ten op de agenda zette

-

Edgar Ray Killen, boegbeeld van de Ku Klux Klan, is op zijn 92ste overleden in de gevangenis van Mississipp­i. De lynchparti­j die hij in 1964 op poten zette, behoort sinds de verfilming Mississipp­i Burning tot het collectiev­e geheugen. Maar Killen zal vooral herinnerd worden als de KKKleider die tegen wil en dank het pad effende voor de

gelijkheid­swet in de VS. Gekluister­d aan een rolstoel, met de zuurstofta­nk naast zich: Edgar Ray Killen was al een verzwakt man toen hij in 2005 zijn veroordeli­ng tot zestig jaar celstraf te horen kreeg. De volksjury in de rechtbank van Neshoba County, Mississipp­i, achtte hem 41 jaar na datum schuldig

aan het opzetten van een valstrik die drie burgerrech­tenactivis­ten het leven kostte.

Maar Killen – toen 80 – gaf geen kik. Nog harder dan zijn geloof in de “superiorit­eit van het blanke, christelij­ke ras” bleef hij zijn

eigen onschuld uitschreeu­wen. “Ik vind het triest dat die drie zichzelf de dood injoegen. Maar ik toon geen berouw voor iets wat ik niet gedaan heb.” En dat hield Killen vol tot aan zijn dood, afgelopen donderdag.

Kogels in het hoofd

Na jaren op vrije voeten was Killen zelf in zijn leugen van onschuld gaan geloven. Maar als stichtend lid en ronselaar van de Ku Klux Klan in en rond Philadelph­ia was hij wel degelijk de aanvoerder van een boze meute die in juni 1964 jacht maakte op James Earl Chaney (21), Andrew Goodman (20) en Michael Schwerner (24).

De activisten – een zwarte man en twee blanke joodse New Yorkers – waren naar Mississipp­i afgereisd om de brand in een Afro-Amerikaans­e kerk te onderzoeke­n. Die zou gebruikt worden als school en stemlokaal voor de zwarte gemeenscha­p, maar werd, zou later blijken, door aanhangers van de KKK verwoest. Op de terugweg van hun onderzoek hield sheriff Cecil Price, zelf lid van de extreemrec­htse organisati­e, het trio aan voor overdreven snelheid. Chaney, Goodman en Schwerner werden overgebrac­ht naar het politiekan­toor, later op de avond weer vrijgelate­n en nooit meer levend teruggezie­n.

Dankzij een tip vond de FBI zes weken later hun lichamen terug op een boerderij. Zwaar gehavend, kogels in het hoofd en begraven onder een dam. Achttien vermeende Klan-leden, onder wie Killen en een andere leider van de KKK, werden beschuldig­d en verschenen in 1967 voor de

rechter. Amper zeven van hen moesten naar de gevangenis, niemand langer dan zes jaar.

Killen, een gewezen priester, werd vrijgespro­ken door de volledig blanke jury, omdat ze het niet eens raakten om een prediker te veroordele­n. Op de vraag wat volgens hem met de daders moest gebeuren, antwoordde hij: “Ik zie niet in wat ze verkeerd hebben gedaan.”

Nog één keer kwam Killen nadien in beeld, na de moordaansl­ag op Martin Luther King. Tijdens een ondervragi­ng door de FBI vroeg hij of hij de schutter kon ontmoeten. “Want die wil ik de hand schudden.” Nadien werd het stil rond Killen.

Pas ruim dertig jaar later verzamelde­n agenten en onderzoeks­journalist­en voldoende bewijs om hem opnieuw voor het gerecht te slepen. Uit getuigenis­sen en interviews met verdachten bleek dat Killen wel degelijk de opdracht had gegeven tot de moorden. Die bewuste avond in 1964 bracht sheriff Price Killen op de hoogte van de arrestatie van de activisten. Dat gaf hem de tijd om zijn Klan-troepen op te trommelen. Zij wachtten de drie mannen bij hun vrijlating op in twee wagens en sleurden hen mee naar een verlaten weg, waar ze gelyncht en doodgescho­ten werden.

Om zelf een alibi te hebben, hield Killen zich schuil op een wake verderop. Maar alle getuigen wezen hem aan als opdrachtge­ver. In 2000 werd Killen gearrestee­rd en vervolgd, een jury met blanken én zwarten veroordeel­de hem in 2005 tot drie keer twintig jaar cel voor doodslag.

Oscarwinne­nde film

De samenzweri­ng tussen de Ku Klux Klan en de plaatselij­ke ordetroepe­n inspireerd­e de Oscarwinne­nde film Mississipp­i Burning uit 1988, met Gene Hackman en Willem Dafoe in de hoofdrolle­n. Maar belangrijk­er was de impact van de moordzaak op de Amerikaans­e burgerrech­tenbewegin­g in de jaren 60. De lynchparti­j werd nationaal nieuws en hielp de activisten steun winnen. Dat leidde tot de invoer van de Civil Rights Act, die in 1964 een einde maakte aan de rassensegr­egatie in de VS. Een jaar later volgde de Voting Rights Act, die zwarten het recht gaf om te stemmen.

In 2014 eerde president Obama de drie vermoorde activisten postuum met de Medal of Freedom, de hoogst haalbare onderschei­ding voor Amerikaans­e burgers. De nabestaand­en noemden het, samen met de veroordeli­ng van Killen, “een klein beetje gerechtigh­eid”.

DENNIS VAN GOETHEM

 ??  ??
 ??  ?? FOTO RR Slachtoffe­rs Michael Schwerner, Earl Chaney en Andrew Goodman.
FOTO RR Slachtoffe­rs Michael Schwerner, Earl Chaney en Andrew Goodman.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium