Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zo cynisch kan geopolitiek zijn: Koerden staan er alleen voor in Syrië
Turkije valt in Syrië ongehinderd de door de Amerikanen gesteunde Koerdische milities aan. Dat toont het cynisme van het geopolitieke spel aan.
Dat Turkije zijn militaire offensief tegen de kleine Koerdische enclave Afrin ‘Operatie Olijftak’ noemt, schetst hoe cynisch het geopolitieke spel is dat in Noord-Syrië bezig is. De Turkse regering kondigde zaterdag aan dat ze Afrin, ten noorden en westen grenzend aan Turkije, was binnengevallen. Daarbij zouden onder meer luchtaanvallen zijn uitgevoerd door 72 Turkse gevechtsvliegtuigen.
De Koerdische ‘Volksbeschermingseenheden’ (YPG) stelden zondag dat de aanvallen voorlopig weinig effectief waren. “Alle grondaanvallen van het Turkse leger tegen Afrin zijn tot nu afgeslagen en ze werden gedwongen zich terug te trekken”, zei Nouri Mahmoudi van de YPG. Bij de beschietingen zouden wel zes burgers en drie YPG-strijders zijn gedood, aldus Mahmoudi, en dertien burgers gewond zijn geraakt.
Voor Turkije zijn de YPG een dochteronderneming van de Koerdische Arbeiderspartij PKK, die zowel door Turkije als de VS en Europa als een terroristische organisatie wordt bestempeld. Maar voor de Amerikanen zijn de YPG in Noord-Syrië een geval apart. Toen Islamitische Staat (IS) in 2014 het grensplaatsje Kobani belegerde, kozen de VS de Koerdische YPG uit als hun lokale partner in de strijd tegen het kalifaat. Die coalitie werd een militair succes. Een alliantie van de Koerdische YPG en Syrisch-Arabische milities veroverde met de steun van een internationale luchtmacht en Amerikaanse special forces in oktober vorig jaar Raqqa, de Syrische ‘hoofdstad’ van IS.
Maar Ankara zat het dwars dat de VS scheep gingen met de Syrische Koerden. Dat de Amerikanen onlangs aankondigden dat ze hen willen inschakelen voor een ‘grenswachtenmacht’ met 30.000 soldaten – om de verrijzenis van IS te bestrijden – deed de emmer overlopen.
Verstandshuwelijk
De Koerden waren in 2011, toen de opstand tegen het regime van Bashar al-Assad losbrak, nog de meest onderdrukte minderheid in Syrië. En toen de burgeroorlog losbrak, werden ze evenmin omarmd door de Syrisch-Arabische oppositie. Dus gingen ze hun eigen weg: een zo autonoom mogelijke Koerdische regio in Noord-Syrië.
Met Assad sloten ze een verstandshuwelijk, terwijl ze de overige Syrische rebellen tegen zich in het harnas joegen door Koerdische gebiedsuitbreiding te verkiezen boven verzet tegen het regime. Met succes: intussen controleert de YPG naar schatting 700 kilometer van de oude Syrisch-Turkse grens van 911 kilometer. Dat gebied hangt niet helemaal geografisch aan elkaar. Turkse steun aan Syrische rebellen, onder de naam ‘Operatie Schild van de Eufraat’, belette in 2017 dat de Koerden een corridor konden vestigen tussen Afrin in het westen en de overwegend Koerdische gebieden ten oosten van de rivier Eufraat.
Afrin opgeofferd
Met zijn offensief tegen de westelijke enclave Afrin kan Turkije dus hoogstens een
stukje van het Koerdische semi-autonome gebied in handen krijgen. Dat is ook het deel dat de VS het minst interesseert in de regio. Voor Washington maakt een blijvende aanwezigheid in Noord-Syrië nu deel uit van een strategie om de groeiende Iraanse invloed in de regio tegen te werken, want Iran steunt het regime-Assad.
Het kleine Afrin kan worden opgeofferd. Ook de andere grootmacht in Syrië, Rusland, denkt er zo over. Het leger van president Vladimir Poetin had tot enkele dagen geleden een basis in Afrin. Die soldaten hebben zich teruggetrokken zodat Turkije de vrije hand krijgt. In ruil mogen Rusland en het regime-Assad zonder veel klachten van Turkije de provincie Idlib bombarderen, die nog altijd in handen is van Syrische rebellen, met Al-Qaeda als sterkste kracht.
Hoe alle militaire operaties gaan aflopen, is onduidelijk, maar de gecombineerde aanvallen op Afrin en Idlib zullen een nieuwe vluchtelingenstroom creëren. De bevolking van Afrin wordt op 400.000 geschat, een deel van hen vluchtelingen van elders in Syrië. Hetzelfde geldt voor Idlib. “In Idlib zijn er twee miljoen burgers die nergens naartoe kunnen”, zegt Nadim Khoury van Human Rights Watch. “In plaats van een veilige zone is Idlib een dodelijke zone geworden en alle uitgangswegen zijn dicht.”