Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zelfs jongeren kunnen digitale revolutie niet meer volgen
En wie wél mee is, probeert af te kicken van smartphone
Hun vingers lijken vergroeid met hun smartphone, maar zelfs voor de tieners en twintigers evolueert de technologie vandaag te snel. Dat blijkt uit het zogenaamde Digimeterrapport, dat jaarlijks het mediagebruik in Vlaanderen meet. “Niet iedereen kan mee. En wie wél mee is, probeert dan weer af te kicken”, zegt professor Lieven De Marez.
Digital natives worden ze
b genoemd, de jongeren die de computer en smartphone altijd hebben gekend en dus worden verondersteld alles te kennen over de digitale wereld. Maar dat is niet zo, blijkt nu uit het jaarlijkse Digimeterrapport dat bij 2.345 Vlamingen naar hun mediagebruik peilde.
Zo zegt een op de acht twintigers (ofwel 12%) niet meer mee te kunnen met de digitale ontwikkelingen. “Dat lijkt een klein percentage, maar die groep groeit wel elk jaar. Die mogen we dus niet negeren”, zegt auteur en professor Lieven De Marez (Imec/UGent). “Bovendien verwachten we in die leeftijdscategorie zo’n percentage niet meer.”
Beschaamd
Het gaat vooral om twintigers die uit minder ‘mediarijke’ gezinnen komen en vroeger bijvoorbeeld een computer moesten delen met het gezin en dus niet volop konden experimenteren. “Daardoor hebben ze vandaag bijvoorbeeld wel Facebook, maar weten ze niet hoe Snapchat of Slack werkt. Daar schamen ze zich voor.”
Maar niet alleen die populaire apps zijn soms te moeilijk. De Marez stelt ook vast dat onder tieners sommigen zelfs moeite hebben met basisvaardigheden. “Ze kunnen foto’s sturen of cd’s rippen, maar met Excel kunnen ze niet werken. Want in veel scholen krijgen ze daar geen les meer over, omdat wordt verondersteld dat ze die basis al hebben.”
Opvallend: ook voor wie wel mee is, gaat het te snel en is het te veel. Want aan het andere uiteinde staat een grote meerderheid die net probeert af te kicken en zichzelf regels oplegt om zijn smartphonegebruik te controleren, zoals tijdens gesprekken de gsm wegleggen. Dat doet in totaal 58% van alle smartphonegebruikers, met een piek bij tieners (61%), twintigers (69%) en dertigers (68%). “Niet onlogisch”, zegt De Marez: “Die generaties ervaren het vaakst stress rond technologie. Als tiener kweekten ze digitale gewoontes aan: niet één berichtje heen en weer sturen, maar honderden via WhatsApp. Of ze bekeken niet één aflevering, maar bingewatchten. Alles gebeurde instant en continu, omdat er tijd voor was.”
Te tijdrovend
Tot ze ouder worden en in een andere levensfase komen, waarin die gewoontes té tijdrovend zijn. “Maar die gewoontes blijven wel nog in de vingers zitten, dus hebben de twintigers nog altijd de neiging om zo snel mogelijk te reageren op WhatsApp.”
Wie vandaag wil afkicken, doet dat trouwens niet meer door een week offline te gaan, zegt socialemedia-experte Sofie Verhalle. “Enkele jaren geleden noemden ze het nog een digitale detox: een week ontgiften. Dat is krachtig en extreem, maar niet zo duurzaam. We gaan vandaag meer op zoek naar hoe we nu met die technologie moeten omgaan in plaats van ze te bannen. Zelf heb ik ook enkele buffers ingebouwd. Mijn telefoon laat ik nu soms thuis en de Facebook-app heb ik van mijn smartphone gegooid.”
Maar terwijl jongeren zich afzetten van zoveel technologie, zijn senioren net volop bezig aan een inhaalbeweging. 86% van hen heeft een internetaansluiting, en bijna de helft ook een smartphone. De 65plussers die vandaag een account op Facebook hebben (41% tegenover 32% vorig jaar), post of liket zelfs steeds meer, terwijl de jeugd net passiever is op Facebook. De ene digitale kloof wordt dus gedicht terwijl een nieuwe ontstaat.