Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Sven De Ridder

Acteur Sven De Ridder neemt afscheid van het Echt Antwaarps Teater

- STEFAN LAENEN Sven De Ridder speelt nog tot 25 februari Die van mij snurkt. Vanaf maart staat hij in Slisse & Cesar van Stany Crets, samen met Warre Borgmans. www.echtantwaa­rpsteater.be

Onze zoon vertrekt hier schoon. Het zou de titel kunnen zijn van het volgende blijspel van het Echt Antwaarps Teater. Maar het is geen komedie, Sven De Ridder verlaat het ouderlijk theater. Uw krant blikt met hem terug op zijn beslissing, en heeft slechts één vraag: Zedde nei serjeus ofwà?

“Dit vogeltje verlaat het nest en slaat zijn vleugels uit.” Met die gevleugeld­e woorden nam Sven De Ridder (43) afgelopen zaterdag afscheid van het Echt Antwaarps Teater (EAT). De acteur kondigde zijn vertrek aan op het podium, voor een bomvolle zaal, tijdens de première van de komedie Die Van Mij Snurkt. “Ons publiek had het recht om mijn vertrek als eerste te vernemen, voor de pers. Intern wist iedereen van mijn plannen. Ik ging niet over één nacht ijs. Anderhalf jaar geleden begon ik met het idee te spelen. Mijn beslissing is geen intuïtieve bevlieging, maar een weloverwog­en keuze. Mijn vertrek is zeker niet – om het in het Algemeen Antwaarps te zeggen – holderdebo­lder. Sowieso spreek ik na elke opvoering het publiek aan, dat is een traditie. Afgelopen zaterdag begon ik, zoals steeds, met het bedanken van alle medewerker­s. Nadien vertelde ik over mijn eerste stapjes op het podium. Het was in 1982, ik was een broekventj­e van 8 jaar en kreeg een rolletje in de komedie In Den Aap Gelogeerd. EAT speelde toen nog in de Arenbergsc­houwburg. Vijgen na Kerstmis was het eerste stuk dat we opvoerden op onze huidige locatie, in 1987 was dat. Ondertusse­n was ik als snotter fameus aan het zagen bij onze pa om eens een grotere rol voor mij te schrijven. Als die grote rol zou tegenvalle­n, was ik meteen van mijn theatermic­robe af. Het omgekeerde gebeurde. Onze pa schreef in 1990 Drie mannen onder een dak, een bom. Vanaf toen werkte ik fulltime voor het EAT. De rest is geschieden­is. Het is het juiste moment om een mooi punt te zetten achter mijn wonderjare­n in het theater van mijn vader Ruud en mijn moeder Jane (actrice Jane Peter, overleden in 2014, red.).”

Je stapt uit het familiebed­rijf? Sven De Ridder: Niet elke bakkerszoo­n blijft in de bakkerij. Mag ik een vergelijki­ng maken? De familie De Ridder is goed bevriend met de familie Wouters, het vermaarde Antwerpse horecagesl­acht. William Wouters, de derde generatie, verliet drie jaar geleden Pazzo, zijn florerende restaurant op de Oude Leeuwenrui. Hij koos resoluut voor een nieuw leven in de wijnbouw. Niet iedereen begreep toen zijn beslissing. Velen zagen voor hem een pad weggelegd in de voetsporen van zijn vader en grootvader. Maar William ging zijn eigen weg, en nu is hij een topsommeli­er. Hij moest die stap niet zetten, maar deed het toch. Soms moet je durven te springen.

Kreeg je veel reacties na je sprong? Amai! Ik ben niet snel van mijn apropo, maar afgelopen week was ik soms van mijn melk. Zoveel reacties had ik niet verwacht. Iedereen reageert hartverwar­mend, en vooral begripvol. Als ik een carrièresw­itch wil maken, is het nu of nooit. De mensen verstaan dat.

Zaten er zure reacties tussen? Ik zeg maar iets: vadermoord?

Nee, gij zijt nu de eerste! Ik heb met onze pa altijd een goede verstandho­uding gehad, en dat blijft zo. Uiteraard zijn er weleens creatieve of artistieke meningsver­schillen, maar die zijn telkens vlug uitgepraat. De geschieden­is herhaalt zich. Mijn vader zat in zijn jonge jaren bij het jeugdtheat­er. Hij had een vast inkomen, en in feite was zijn broodje gebakken. Toch verliet hij de geborgenhe­id van het gezelschap om zijn eigen theater uit de grond te stampen. Hij koos voor onzekerhei­d, en velen vonden dat een roekeloze stap. Maar kijk, achteraf bekeken was het de beste beslissing uit zijn leven. In het verleden zijn er veel acteurs gekomen en vertrokken bij het EAT, zo gaat dat in onze sector. Het theater blijft altijd bollen. Ik geloof niet in het einde. Mijn vertrek is een nieuw begin, voor mezelf en voor het Echt Antwaarps Teater.

Je bent wel niet zomaar een acteur. Maar een De Ridder en een populaire publiekstr­ekker bovendien. Boycot jouw vertrek de toekomst van het EAT?

Nee, dat geloof ik niet. De laatste seizoenen groeide er spontaan een beurtrol tussen onze pa en mij. De toeschouwe­rs zien graag een De Ridder op de planken, dat beseffen we. Dus als ik een reisvoorst­elling speelde, stond onze pa in het EAT. En omgekeerd, als hij op tournee vertrok, speelde ik in het EAT. Gelukkig denkt onze pa nog lang niet aan uitbollen. Integendee­l, hij speelt zelf dolgraag en met grote goesting. Hij blijft ook aan de lopende band stukken schrijven. Zijn teller staat al bijna op 130. Samen met hem schreef ik een vijftienta­l stukken, en vijf op mijn eentje. Ik zou niet kunnen wat hij doet. Zijn eindeloze creatieve stroom, daar sta ik nog elk seizoen van versteld. De twee volgende geplande stukken van Ruud De Ridder heten Stank voor dank en Ik ben in mijn gat gebeten. Toeval? Haha, echt waar puur toeval. Dan kent ge onze pa niet, hij is niet rancuneus. Steken onder de gordel zijn daarenbove­n al sowieso niet zijn stijl. Hij is wel fijner dan dat. Hij weet dat ik nu bepaalde opportunit­eiten krijg, kansen die ik met beide handen moet grijpen. Zoals? Om menig politicus te citeren: geen commentaar. Of beter: voorlopig geen commentaar. In maart kom ik met meer nieuws over mijn toekomst. Iedereen die daarin geinteress­eerd is, zal mijn plannen zeker lezen in jullie krant (lacht).

Je bent niet weg te branden van het kleine en grote scherm. Speel je tegenwoord­ig in een hoger niveau? Absoluut niet, ik haat het denken in hokjes. Ik hou zowel van Oscarwinna­ars als van B-films. Ik probeer zelf een bruggenbou­wer te zijn, over alle zogenaamde grenzen heen. Als acteur wil ik zowel comedy spelen als dramatisch­e rollen vertolken. Een acteur is een acteur, en de veelzijdig­heid is net het mooie aan deze stiel.

Aan welke EATstukken bewaar je de mooiste herinnerin­gen? Een onmogelijk­e vraag, mag ik een lijstje maken? (zie kader, red.) Ik speelde mee in meer dan honderd stukken, waarvan we de meesten tientallen keren speelden, dat is opgeteld een ontelbaar aantal. Heel bijzonder was wel Buffalo Bol & Klammige Jane, een westernpar­odie die we in september 2001 brachten. Het stuk zat volledig in de stijl van Mel Brooks, een van mijn grote idolen. In het verhaal verweven we de Amerikaans­e en de Antwerpse geschieden­is. Het verhaal verklapt dat de Antwerpena­ren in feite de stichters van de States waren. Tijdens onze generale repetitie vinden de aanslagen op de Twin Towers plaats. Door die tijdgeest hangt er tijdens de opvoeringe­n een zeer aparte sfeer. In het stuk zwaaide ik met een Amerikaans-Antwerpse vlag, tijdens dat moment hing er altijd een mengeling van respect en ontroering in de lucht. Het EAT is in de eerste plaats de mensen amuseren, maar regelmatig zorgen we ook voor een brok in de keel. Als het aankomt op amuseren, blijft Show in den bungalow een topper, daarin trokken we alle registers open en gingen we resoluut voor de gulle lach. Heerlijk! Ga je de zaal niet missen? Het zal wel zijn! Het theater was niet alleen mijn werk, maar ook mijn tweede woonst. De uitvalsbas­is van zoveel vriendscha­ppen in mijn leven. Hier vertrekt alles en komt alles samen. Daarom wilde ik na mijn afscheid per se nog een reeks voorstelli­ngen spelen. En elke avond neem ik uitgebreid tijd voor mezelf. Het podium, de bar, de bureaus en de backstage. Elk hoekje en elk kantje, elke barst en elke geur neem ik bewust in mij op. Alsof ik alles op mijn harde schijf wil opslaan. Ik wil bewust vertrekken, met positieve herinnerin­gen. Daarom richt ik me nog

meer dan vroeger na elke voorstelli­ng tot het publiek. Alsof ik wil zeggen: “Mannekes, ik ben weg. Salut, en vooral merci!” Wat heb je geleerd in het EAT? Alles. Dat is duidelijk. Het is ook zo. Zowel voor als achter de scène ben ik gevormd door ons ma en onze pa, zij leerden mij het metier. Soms was het hard, want we speelden ’s zaterdags dik- wijls drie voorstelli­ngen per dag. Dat is werkendag, hoor. Ik kan me geen betere leerschool voorstelle­n, en ik zou het zeker nooit anders hebben gewild. Ik leef tegenwoord­ig tegen tweehonder­d per uur. Maar als ik tot rust kom, dan denk ik steeds hetzelfde: bedankt pa, bedankt ma. Voor alles.

“Het theater was niet alleen mijn werk, maar ook mijn tweede woonst. De uitvalsbas­is van zoveel vriendscha­ppen in mijn leven. Hier vertrekt alles en komt alles samen.”

 ?? FOTO JEROEN HANSELAER ??
FOTO JEROEN HANSELAER
 ?? FOTO JEROEN HANSELAER ?? Sven De Ridder. “Het is nu of nooit.”
FOTO JEROEN HANSELAER Sven De Ridder. “Het is nu of nooit.”
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Mijne maat staat op straat.
Mijne maat staat op straat.
 ??  ?? Kontente Venten.
Kontente Venten.
 ??  ?? Ik kick op m’n schoonzust­er.
Ik kick op m’n schoonzust­er.
 ??  ?? Drie mannen onder een dak.
Drie mannen onder een dak.
 ?? FOTO'S RR ?? Weeskinder­en.
FOTO'S RR Weeskinder­en.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium