Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik vierde de titel van Antwerp op het veld”

Ritchie De Laet, jarenlang Belg tussen de Premier Leaguester­ren, maar bovenal eeuwig verliefd op Antwerp

- KOEN VAN UYTVANGE

Kent u Marcel Vanthilt? Tvpresenta­tor en zanger, maar ook ooit lichtman van TC Matic waar Arno meer doorbrak, figurant in de sitcom Friends, actief als vj in de begindagen van MTV en jeugdvrien­d van Dominique Deruddere, later voor een Oscar genomineer­d met Iedereen

Beroemd. Kortom, iemand die er altijd in slaagt op het juiste moment op de juiste plaatsen te zijn. Welnu, Antwerpaan­winst Ritchie De Laet is de Marcel Vanthilt van het voetbal. Van Sir Alex Ferguson, Cristiano Ronaldo en Wayne Rooney tot Harry Kane, Jamie Vardy en N’Golo Kanté: hij kent ze allemaal persoonlij­k.

Nog voor de huurdeal tussen Aston Villa en Antwerp rond was, had Ritchie De Laet zijn foto op Twitter veranderd in het logo van stamnummer één. Het bleek geen hint. “Via een forum waren de bespreking­en uitgelekt en iedereen begon me aan te schrijven op Twitter. Ik dacht: ik zal ze eens wat pesten. Ik was me toch aan het vervelen. Plezant, hoor.”

Minder plezant: dat hij dit seizoen amper negen wedstrijde­n voor tweedeklas­ser Aston Villa in de benen heeft. Volgens de 29-jarige verdediger een gevolg van de zware knieblessu­re die hij in september 2016 oploopt en hem een heel seizoen aan de kant houdt.

“Voorste kruisband, laterale kruisband en hamstrings: allemaal af. De manager die me had gehaald (Roberto Di Matteo, red.) lag twee weken later buiten. Dan zit je met een achterstan­d. Ik vroeg aan zijn opvolger onder Steve Bruce wat ik nog meer moest doen. Hij bleef maar herhalen dat ik geduldig moest zijn. Hij wilde zelfs dat ik bij Villa bleef. Maar ik ben 29 jaar, ik wil spelen.” Jij bent geen geschikte bankzitter? “(afgemeten) Neen. Daarom heb ik de trainer van Aston Villa de oren van de kop gezaagd dat ik wilde uitgeleend worden. Ik ben wel blijven trainen. En ik ben van nature fit. Geef me een match of twee en ik denk dat ik al 90 minuten die lijn kan doen, op en neer.”

Je kan op alle posities in de verdedigin­g uit de voeten, maar op de rechterfla­nk speel je zelf het liefst?

(knikt) “Omdat ik rechtsvoet­ig ben. Centraal lukt me wel, maar daar heb ik het gevoel dat ik aan de ketting lig. Ik ben nogal aanvallend ingesteld. En ik denk niet dat de coach content zal zijn als ik er dan op uit trek.”

Betekent dit jouw definitiev­e terugkeer naar Antwerp?

“Hoe het eind dit seizoen afloopt met de aankoopopt­ie, dat weet ik natuurlijk niet. Maar hier terugkeren en mijn laatste jaren slijten, dat was altijd wel een plan. Ik speelde weliswaar in de jeugd van Antwerp, maar in de eerste ploeg speelde ik maar vier matchen. Vier plezante matchen. Als supporter op dat veld staan, dat geeft een apart gevoel. Dat wilde ik nog wel eens meemaken. Antwerp was unfinished business. Ik vond dat ik indertijd niet alles heb kunnen laten zien.”

Jouw zus Shana speelde vroeger ook voor Antwerp Girls. Hoe roodwit is jouw familie?

“Het zijn allemaal Antwerpsup­porters. Terwijl ik wel aan de verkeerde kant van ’t stad ben geboren. We zijn van Hoboken. Moest ik in de jeugd met sportzak met dat logo van Antwerp op tram 2 langs het Kiel. Niet dat ik daar ooit commentaar op heb gehad, hoor.”

Ritchie De Laet ‘‘Als supporter op dat veld staan, dat geeft een apart gevoel. Dat wilde ik nog wel eens meemaken.’’ Ritchie De Laet ‘‘Ik zie bij Bölöni hetzelfde vuur als bij Ranieri branden. Alles moet aan honderd procent, altijd.’’

Wat is jouw vroegste herinnerin­g aan de Bosuil? “Ik kwam de jaren voordien wel al, maar de match tegen Ingelmunst­er in 2000, waardoor we promoveerd­en, herinner ik me nog haarscherp. Ik stond boven op de spelerstun­nel. Patrick Goots, die toen scoorde, gaf mij na de match zijn sok. Dat weet ik nog omdat die jarenlang met een duimspijke­r aan de muur van mijn kamer heeft gehangen. Naast allerlei posters van Antwerp. Die sok moet nu ergens bij mijn ouders liggen. Hoop ik. Een paar jaar terug heb ik trouwens met Goots in een galamatch gespeeld. Maar over die kous heb ik gezwegen…” (grijns)

Prijkt er op jouw lichaam een tatoeage die verwijst naar Antwerp?

“Neen, wel naar Antwerpen. (toont zijn onderarm) Zie, de kathedraal en Brabo. Maar ik heb er al over nagedacht om een grote Bosuil aan de binnenkant van mijn arm te zetten.” De oude of nieuwe Bosuil? “Niet het stadion, hè. Een bosuil, de vogel. (lacht) Ooit komt die er wel. Op voetbalvla­k betekent deze club alles voor mij. De laatste jaren in Engeland zat ik steevast achter mijn computer om de matchen te bekijken. En dan maar hopen dat de verbinding standhield. Vorig seizoen ben ik mee geweest naar Roeselare, met een supporters­bus. Een hele ervaring. En met de titelvieri­ng stond ik op het veld. De meeste van mijn vrienden zijn gewoon Antwerpsup­porters. Als ik niet goed speel, zal ik het mogen horen. Want er is wel druk, met al die vrienden en familie in de tribune. Niet dat ik die druk nog voel. Ik heb in Engeland zo vaak onder druk gespeeld. Ik weet wat ik Antwerp kan bieden.” En dat is? “Ik hoop dat ik spelers kan helpen met mijn ervaring. Ik ben geen jonge gast meer. Ik ben er niet vies van om andere spelers te zeggen wat ze beter kunnen doen.”

Het helpt wel dat je vertrouwd bent met enkele belangrijk­e spelers.

“Faris Haroun ken ik van in Engeland, Jelle Van Damme een beetje. En den Geoffrey natuurlijk. Hairemans is negen jaar geleden een week komen testen bij Manchester United en toen sliep hij bij mij thuis. Het contact is altijd gebleven, wat de integratie nu iets makkelijke­r maakt.”

Zou je durven zeggen dat jij intussen wel een Britse verdediger bent geworden?

“Ik tackle graag. Ik ben snel, waardoor je al veel kan oplossen door gewoon de bal uit iemands voeten te lopen. Maar soms houd ik met opzet in totdat die speler naast mij zit, zodat ik kan tackelen. Is dat Brits? In mijn taal voel ik me wel meer Brit. Ik moet soms echt zoeken naar mijn woorden in het Nederlands.” Maar het is niet dat jij ’s namiddags tea time houdt? “Euh, pas op, een thee’ken gaat er altijd wel in…” (lacht)

Toen je in 2007 naar Stoke City trok, werd er behoorlijk lacherig gedaan. Wat gaat De Laet in Engeland zoeken?

“En zo waren er veel. Ik ben vertrokken met het idee: ik probeer en zie wel of het lukt. Mezelf achteraf kwellen met de gedachte ‘wat als’, dat wilde ik niet. En kijk, het is goed uitgedraai­d. Die elf jaar waren een geslaagd avontuur. Ik heb met grote spelers gespeeld, bij grote clubs ook.”

Jouw bijnaam bij Manchester United was Tintin, Kuifje. Voelde jij je in die jaren een kleine Belg? “Ik zou niet weten waarom. Overal waar ik speelde, verdiende ik het om er te zijn. Toegegeven, Warren Joyce heeft voor mij bij Manchester United de deur op een kier gezet. United nam mijn contract over van Stoke City. Voor zes maanden. Maar ik heb er dan nog drie jaar gezeten. Bij de eerste ploeg. Sir Alex heeft me die nieuwe contracten geboden. Dat heb ik zelf afgedwonge­n.”

Je was wel een beetje onder de indruk. “Ik zweette zo hard dat ik een andere Tshirt moest aantrekken”, zei je over jouw eerste dag bij United . “Dat was wel een nerveus momentje, ja. Ik werd meegenomen door Ole Gunnar Solskjaer tot bij the boss. Wij kloppen op een enorme houten deur. Kom binnen. Deur zwaait open. Daar zit dan Ferguson, achter een gigantisch­e bureau. Mijn Engels was nog niet denderend. En hij is een Schot. Daarna werd ik aan Rooney voorgestel­d, Ronaldo, Nani, Giggs, Scholes, Ferdinand. Dan heb je wel klamme handjes.

Ik heb nog altijd contact met mensen uit de club. En met Jesse Lingard stuur ik soms nog wel eens een berichtje. Hij heeft op uitleenbas­is bij Leicester gespeeld. Dat was gek genoeg een jongen van wie je voorspelde: die haalt het net niet. Hetzelfde dachten we van Harry Kane, ook even bij Leicester. Nooit gedacht dat hij topschutte­r zou worden. Wat hij wel al had: dat egoïsme voor doel.”

Wie was de strafste bij United? Ronaldo? “Als die geen zin had in een match en wat vrije trappen wilde nemen, dan mocht hij dat. Ferguson stuurde dan een keeper en een zak ballen mee. Maar ’s ochtends om zeven uur zat die wel in de gym. Die bleef na training en was er als laatste weg. Dat is het verschil. Hij komt lichtgeraa­kt over maar ik denk dat je het wel beu wordt om altijd op je enkels getrapt te worden. Zeker als je ziet aan welke snelheid hij alles uitvoert. Maar de beste? Paul Scholes. Die gebruikte geen trucjes, maar deed de simpele dingen perfect. Iedereen wil altijd de bal geven die hem wereldbero­emd maakt. Scholes koos altijd de beste pass.”

Jij was ook een bevoorrech­te getuige van het grootste voetbalspr­ookje van de laatste jaren: de titel van Leicester. “Op dezelfde dag dat ik met Middlesbro­ugh de promotie afdwong tegen Brighton - ik zat op de bank - en mijn medaille kreeg voor de promotie, moest ik douchen, de auto in springen en drie uur rijden om de titelvieri­ng van Leicester mee te maken (De Laet was dat seizoen in januari uitgeleend aan Middlesbro­ugh, red.). Ze hadden me gebeld. Ik moest er absoluut bij zijn. Kwam ik toe tijdens de rust, trok ik mijn Leicesterk­it aan en mocht ik mee op het veld voor de viering. ’s Avonds reed ik weer naar huis, daags nadien zat ik voor mijn computer bij Antwerp - Eupen...”

We weten hoe dat is geëindigd. Is Jamie Vardy, de sensatie bij Leicester, nog altijd een vriend? “Ja, met hem heb ik nog geregeld contact. Die is hier nog bij mij thuis in Antwerpen geweest. Waar hij genoot van de Belgische frituur. Sindsdien moest ik bij elke reis naar België ook altijd bakken Jupiler mee naar Engeland nemen voor hem. Dan kocht ik er ook één voor hem en één voor mij, hè.” (grijns)

Leerde jij hem ook geen Nederlands?

“Ja, maar wat, dat ga ik niet herhalen. Vards vroeg voor elke match aan ploegmaats schunnighe­den die hij kon zeggen in de taal van de verdediger tegen wie hij stond. Aan Riyad Mahrez vroeg hij dan waarvan die verdediger onnozel zou worden. En dan zei Riyad iets in het Frans in de trant van ‘Zuig…’ Enfin, het zal wel geholpen hebben zeker? Hij brak toch dat record van aantal opeenvolge­nde wedstrijde­n waarin hij scoorde. Wat een spelers ook. Neem N’Golo Kanté. Die jongen sprak geen twee woorden, deed zijn werk in de gym, stapte het veld op en het leek of er drie Kantés waren. Zo goed was hij. Maar de strafste was Mahrez. Die weet wat een verdediger gaat doen voor die verdediger dat zelf weet. Hij is iedereen twee stappen voor. Echt indrukwekk­end om te zien.”

Vardy en jij stonden bekend als de practical jokers van Leicester. Heb je je bij Antwerp al laten gelden? “Neen, ik moet me eerst nog wat settelen. Dat waren ook altijd kleinighed­en. Shampoo in iemands schoenen, of de voorkant van iemands kousen knippen. Bij Man United deed ik dat niet. Dat zijn waarschijn­lijk sokken van 400 euro. Daar knip ik geen gat in. Wayne Rooney was daar de man van de jokes. (droog) Die kon dat makkelijke­r terugbetal­en.”

Is Laszlo Bölöni vergelijkb­aar met Claudio Ranieri of Alex Ferguson?

“Ranieri. Ik zie hetzelfde vuur bij hem branden. Alles moet aan honderd procent, altijd. Dat had ik bij Ranieri ook. Terwijl Sir Alex vanop zijn balkon, op zijn slippers, stond te kijken met een koffie in zijn hand. Die liet de training aan anderen.

Weet je, dat zijn allemaal schone herinnerin­gen. Maar we leven in het nu. En dat is Antwerp. Ik kan niet wachten om te spelen.”

 ??  ??
 ?? FOTO KRIS VAN EXEL ??
FOTO KRIS VAN EXEL
 ?? FOTO PHOTO NEWS ?? Ritchie De Laet tackelt in zijn Leicesterp­eriode ManUvedett­e Falcao. “Soms houd ik met opzet in totdat een speler naast mij zit, zodat ik kan tackelen. Is dat Brits?”
FOTO PHOTO NEWS Ritchie De Laet tackelt in zijn Leicesterp­eriode ManUvedett­e Falcao. “Soms houd ik met opzet in totdat een speler naast mij zit, zodat ik kan tackelen. Is dat Brits?”
 ?? FOTO WALTER SAENEN ?? Een tattoo van de kathedraal en Brabo op zijn rechterarm.
FOTO WALTER SAENEN Een tattoo van de kathedraal en Brabo op zijn rechterarm.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium