Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Een tweede Zurenborg? Het bruist hier al genoeg”
Buurt rond Moorkensplein mijmert over hoe hun wijk er zal uitzien na geplande herinrichting
Met het imposante districtshuis in zijn midden, maakt het Moorkensplein mee de ziel uit van Borgerhout. En het beroert de harten van de bewoners. Tal van acties zagen het daglicht sinds de heraanleg in 2010 op tafel kwam. “Een park! Het plein autovrij!”, waren enkele verzuchtingen. Nu is de kogel door de kerk en binnenkort starten de werken. Het ‘park’ blijft bescheiden en het autoverkeer wordt enkel ingeperkt. Uw krant streek neer op het plein en luisterde naar de stemmen die er in meerdere talen weerklonken.
b
Het districtshuis staat na zijn grondige renovatie nog deels in de stellingen voor de afwerking van het dak, maar de binnenzijde is een en al bedrijvigheid sinds de heropening enkele weken geleden. Al vinden velen, enorme wegwijzers ten spijt, hun weg nog niet naar het nieuwe stadsloket dat er onderdak kreeg. “C’est fer- mé?”, vraagt een man bedremmeld na vergeefs rammelen aan de inkomdeur van het oude administratieve centrum. Dit is een buurt waar ontzettend veel talen worden gesproken en Nederlands niet de meest evidente is. “Da”, zegt een Russische vrouw verderop tegen haar telefoon, terwijl een Marokkaanse dame op een bankje geniet van het winterzonnetje dat tussen de regendagen door zijn stralen laat vallen op het Moorkensplein. “Ja, ik spreek Nederlands”, antwoordt ze trots, al blijkt dat een beetje moeilijk te gaan. “Het zal fijn zijn voor de kinderen wanneer het plein is heraangelegd”, vindt ze. De oude fontein ligt er nu mistroostig bij,
maar zal na de facelift van het plein plaatsruimen voor een speelfontein. “Lijkt me goed”, knikt ze. Uit de blik van de vrouw spreekt argwaan: een journaliste, in deze buurt? Neen, ze wil liever niet op de foto. En haar naam? “Hoe heet gij?”, wil ze eerst weten. Karima lacht ten afscheid vanonder haar felblauwe hoofddoek, al heeft ze niet alles begrepen wat haar is gevraagd.
“Cadeau!”
Dat elkaar goed begrijpen cruciaal is in deze multiculturele buurt, wordt ook duidelijk wanneer we binnenstappen bij bakkerij Walili. Bakker Khaled antwoordt ‘neen, liever niet’, ge- vraagd naar wat hij van de plannen voor de heraanleg van het Moorkensplein vindt. Overgeschakeld op Frans tovert hij een brede glimlach én een maïskoek – “cadeau!” – tevoorschijn. “Ik ben blij dat de Sergeyselsstraat toegankelijk blijft voor auto’s en bussen, waardoor er verkeer langs mijn bakkerij zal blijven rijden. Veel van mijn klanten komen namelijk van verderaf”, legt hij uit. Die bekommernis van handelaars begrijpt ook Joost Sierens, die net met zijn vrouw Katrien de bakkerij passeert. Joost is een bekend figuur in de buurt: bezieler van Boho 2140 (onder meer medeorganisator van BorgerRio) en uitbater van de Carrefour op de Turnhoutsebaan. “Een autovrij plein zou mooi zijn, maar voor bepaalde handelaars is bereikbaarheid per auto van belang”, beseft Joost. “Die herinrichting zal zeker een goede zaak zijn. Het Moorkensplein gaat hiermee een nieuwe hotspot in de stad worden: een tweede Zurenborg, als je het mij vraagt.”
Horecatopper
Het koppel keert net terug van een lunch bij café/eethuis Mokkakapot, wat verderop. “Een erg gezellig zaakje met een lekkere en creatieve keuken. Qua horeca is het Moorkensplein een topper”, vindt het tweetal. “Neem nu Bistrot Miro, daar nemen we steevast onze vrienden van buiten de stad mee naartoe. Die reageren eerst wat smalend: lekker eten in Borgerhout? Tot ze de keuken van chef Michaël Roelants proeven. Ook het recent geopende Bar Luca is een aanwinst voor de buurt.” Een blik op de horeca aan het Moorkensplein leert dat die uiterst divers is. Het vrij beruchte Poolse café sloot wel de deuren, net zoals café Integratie, ooit bezongen door Pieter Embrechts. Het had zijn naam mee, maar zijn drugsfaam tegen. Nu lijken de hippe zaken er als paddenstoelen uit de grond te rijzen. Trendsetter was Café Mombasa dat dit weekend zijn zevende verjaardag viert. Rein Adons en Bob Campenaerts, al jarenlang inwoners van de wijk, bouwden dit oergezellige café uit tot een ongedwongen ontmoetingsplek voor jong en oud. “Andere would-be-uitbaters hebben hier eerst jaren aan de toog gehangen alvorens zelf de stap te zetten. Even onbescheiden: we hebben hier iets in gang gezet”, lacht Bob. Al bij de opening van Mombasa waren er plannen voor de heraanleg van het plein. Bob toont de opeenvolgende voorstellen die in zijn keuken aan de wand hangen. “De hele buurt werd uitgenodigd om met ideeën te komen en wij waren betrokken bij tal van acties. Een van onze doelen was het plein autovrij krijgen”, vertelt hij. “Aan het einde van de vorige legislatuur waren we al zover dat de discussie enkel nog ging over het al dan niet rijden van de bus. Maar met het nieuwe bestuur kwamen de plannen helemaal opnieuw op tafel. Met als resultaat dat het doorgaand verkeer wel over het plein zal blijven rijden. Jammer. Ik vraag me bijvoorbeeld af waarom de bus van Brussels Airlines dit traject neemt. Maar natuurlijk ben ik ook in de wolken met het grote terras dat Mombasa na de heraanleg zal hebben.” Voor het café treffen we Gina Dewijn, een vroegere bewoonster van de wijk. “Positief dat hier leuke zaakjes komen, maar zelf ga ik niet op café. Ik voel me in deze buurt, met zijn mengelmoes van inwoners, niet meer thuis, hoewel ik hier ben opgegroeid. Nu kom ik enkel nog om mijn zoon te bezoeken, die hier woont.” Verderop loopt Marc Depreeuw met zijn kleinkinderen voorbij. Hij woont al vijfentwintig jaar op het Moorkensplein. “Mijn vrouw Marleen is hier opgegroeid, haar vader was ‘den drukker’ van de wijk”, vertelt Marc. “Toen wij zelf later van het platteland naar hier verhuisden, kregen we verbaasde reacties: ga je in Borgerokko wonen?”, lacht hij. “Maar wij vinden dat kleurrijke net leuk.” Ook zijn kinderen bleven in de buurt. “Hier wonen nu heel wat jonge gezinnen. Ik stel tot mijn grote vreugde vast dat Borgerhout terug een dorp aan het worden is: mensen begroeten elkaar weer op straat. En het Moorkensplein is een aangename plek, zeker nu het prachtige districtshuis in ere is hersteld.”
De naam van De Roma
Als architect heeft Marc uiteraard veel oog voor mooie gebouwen. Hij troont ons mee naar zijn tuin, waar een fraai gebouwtje uit de jaren 20 destijds dienstdeed als washuis. “De bouwheer was Jean-Baptiste Romeo en zijn vrouw heette Malev. Aan hen dankt De Roma zijn naam.” Marc heeft mee actie gevoerd tegen enkele plannen voor het Moorkensplein. “Ik ben met gelijkgestemde buurtbewoners ‘uit mijn sloffen geschoten’ toen twaalf huizen aan het politiekantoor zouden worden onteigend”, vertelt hij. “We hebben bekomen dat zeven daarvan bewaard blijven.” De buurt ijverde er ook voor om de parking van het politiekantoor mee als park in te richten. “Zo zou er meer publieke ruimte ontstaan in dit dichtbevolkte gebied. Maar dat voorstel is ter ziele gegaan.” Marc betreurt dat het plein niet autovrij wordt. “Positief dat de Mellaertsstraat wordt afgesloten, maar nu blijft dit een verbindingszone, terwijl het doorgaand verkeer langs de Singel zou moeten rijden.” Bij de groeninrichting van het plein heeft Marc enkele bedenkingen. “Ik begrijp het idee wel achter het aanplanten van meerdere boomsoorten, waardoor de seizoenen duidelijk zichtbaar zullen zijn, maar naar mijn mening leent het Moorkensplein zich daar niet toe. Je moet er zo veel mogelijk zon laten, want het is net een plek waar mensen uit de donkere straten komen genieten van het zonnetje.” Sommige buurtbewoners ontvluchten de wijk net vanwege een gebrek aan bomen. “Ik verhuis naar Kalmthout, waar mijn roots liggen, omdat hier te weinig groen en rust is”, zegt Christina, die al jaren in de buurt woont. “Al hou ik wel van dit plein met zijn leuke cafeetjes.” Genoeg gepraat over cafeetjes, tijd om er eentje binnen te stappen en even op te warmen.
Een buurt als bruiswater
Bij Mokkakapot is het gezellig druk, maar tegelijk heerst er een huiselijke sfeer. Eigenares Femke Hellemans is grote fan van de buurt. “Of het nu over iets ergs als verkeersongevallen gaat of over een feestelijk evenement, je krijgt de mensen hier snel op de been”, heeft ze vastgesteld sinds ze vijf jaar geleden haar zaak opende. “Het nieuwe Zurenborg hoeft het voor mij niet te worden, het bruist hier voldoende. Ik vat deze buurt samen als bruiswater”, lacht ze. We duiken opnieuw het bruiswater in, gelukkig gespaard van hemelwater. Mensen lopen af en aan richting stadsloket, jongeren staan te keuvelen, moeders met kinderwagens passeren, ouderen met een trolley gaan shoppen op de Turnhoutsebaan. Een allochtone man passeert vrolijk op de fiets. “Dag mevrouw”, begroet hij me. Inderdaad, het dorpsgevoel is hier niet veraf.