Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Dossier huisjesmelkerij: op stap met de wooninspecteurs
Elke week komt er ergens in Antwerpen een ploeg wooninspecteurs, technici, politierechercheurs, maatschappelijk werkers, verhuizers en een slotenmaker samen om een inval te doen in een pand dat waarschijnlijk verhuurd wordt door huisjesmelkers. Achter ono
NORA Huurder “Een invalide dame die beneden woonde, kreeg druppels water op zich, maar kon zich niet verleggen. Honden behandel je niet eens zo, die krijgen een betere thuis.”
Als de dienst Woontoezicht van de stad en de Vlaamse wooninspecteurs genoeg aanwijzingen hebben dat een eigenaar zijn huurders in gevaarlijke omstandigheden laat wonen, wordt er samen met de lokale recherche en het parket een inval gedaan. Wij mochten mee met zo’n gezamenlijke actie in een onbewoonbaar verklaard pand, waar toch nog twee huurders opdoken.
Het is nog donker buiten als de politie komt aanrijden. In tien minuten tijd verzamelen heel wat mensen voor het pand in Antwerpen-Noord dat vandaag geïnspecteerd wordt. Een buurman heeft de activiteit op straat al gezien en belt aan bij het pand om de eigenaar in te seinen. Niet veel later hangt Younes* in zijn werkkleren uit het raam van de eerste verdieping. “Kunt u de deur komen opendoen?”, vraagt de teamleider van de cel Krot Op van de lokale recherche. In de deuropening beneden krijgt hij het toegangsbevel van de burgemeester te zien. “U weet dat uw pand onbewoonbaar verklaard is in augustus? We komen het pand opnieuw controleren. Wonen er nog mensen?” Younes beweert dat iedereen ondertussen verhuisd is. Zijn eigen appartement op de eerste verdieping wordt ongemoeid gelaten, de rest wordt kamer na kamer doorzocht. “Pas op voor de trap”, zegt de teamleider. “Die is in slechte staat.”
Overal staan zakken afval en bouwmaterialen. Er wordt hier duidelijk verbouwd, maar professioneel gaat het er niet aan toe. Her en der hangen afvoerbuizen die nergens op aangesloten zijn, uit de muur steken losse elektriciteitsdraden en op een paar pas geverfde muren na is het toch vooral een uitgeleefd pand. In de eerste kamer die geïnspecteerd wordt, liggen nog wat kleren en persoon- lijke spullen, maar er is niemand aanwezig. “Sporen van bewoning”, concludeert een van de rechercheurs. Hij heeft papieren zien liggen van een bewoner die er vorige keer ook werd aangetroffen, met een datering in december 2017. Dat is drie maanden nadat het pand onbewoonbaar werd verklaard. Op het aanrecht ligt een cake die goed was tot 22 januari. Ook die zal er niet sinds augustus liggen.
485 euro per maand
Een tweede kamer zit op slot. “Woont hier iemand?” vraagt de teamleider nog eens aan de eigenaar. Die schudt overtuigd van nee. Tegelijkertijd breekt de slotenmaker het slot open. “Er moet hier wel iemand binnen zijn, want er zit een sleutel aan de binnenkant van de deur.” Een minuut later staan de inspecteurs in de kamer. Vanop het bed kijkt een jongeman hen verschrikt aan. Op een bed, een krakkemikkig nachtkastje, een bank en een tafeltje na, staat er niets in de kamer. De verwarming is al een tijd kapot, en in het keukentje ernaast komt alleen koud water uit de kraan.
Uit het verhoor van Zafir* uit Somalië blijkt dat hij sinds 1 juni in het pand woont. Hij betaalt 485 euro per maand voor zijn kamer. Hij houdt nog 375 euro over om van te leven. Sinds drie maanden is er geen verwarming en elektriciteit meer in zijn kamer. Douchen kan ook niet en de leiding van de keukenkraan loopt rechtstreeks de kelder in. “Ik vraag de huisbaas elke dag om de problemen op te lossen, maar hij zegt steeds ‘morgen’”, zucht Zafir. Hij is aan het aftellen, over een paar dagen kan hij verhuizen naar een beter appartement.
Gevaar voor elektrocutie
Ondertussen komt de technicus uit de kelder naar boven. “Het pand moet onmiddellijk gesloten worden. In de kelder en in de badkamer is gevaar voor elektrocutie.” Tijdens zijn controle heeft hij ook kakkerlakken zien wegkruipen.
Twee maatschappelijke assistenten van de stad ontfermen zich over Zafir. Ze nemen contact op met zijn maatschappelijk assistente van het OCMW en bellen met het sociaal verhuurkantoor. Zijn nieuwe appartement staat toevallig al leeg, Zafir heeft geluk. Vanavond slaapt hij in een verwarmd appartement en kan hij rustig douchen.
Op de derde verdieping is nog een deur op slot. Pas bij de tweede keer aankloppen, als de slotenmaker aanstalten maakt om het slot open te breken, komt er iemand open doen. De man spreekt net genoeg Nederlands om zijn verhaal te doen. In zijn kamer staat een bed, een bank en een geimproviseerd keukenblokje. Op twee stoelen heeft hij een los aanrecht gelegd met twee elektrische pitjes. Onder de spoelbak staat een emmer. Jawad* is in november in het pand komen wonen en betaalt 475 euro per maand. “Weet u dat het pand onbewoonbaar is verklaard?” Jawad schudt zijn hoofd. Hij weet van niets. Ook voor hem wordt een oplossing gezocht: Jawad kan naar een crisiswoning van de stad. Een kwartiertje later staat hij met twee zakken op de stoep. Meer bezittingen heeft hij niet.
Eitjes van kakkerlakken
In het mobiele kantoor van de politie wordt een debriefing gehouden, maar eerst worden de schoenzolen bespoten met een anti-insectenspray. “Eitjes van kakkerlakken wil je echt niet mee naar huis nemen”, zegt een rechercheur. Ondertussen sluit iemand van Eandis de meters af voor alle kamers, behalve voor die van de eigenaar. De kamers worden door een firma afgesloten met ijzeren platen. “Voor ons begint het echte werk nu pas”, zegt de teamchef van de cel Krot Op van de politie, die net als zijn collega’s liever niet met zijn naam in de krant staat. “Als ons onderzoek is afgerond, moet de eigenaar waarschijnlijk voor de rechter verschijnen.” Met zeven jaar ervaring heeft hij al heel wat schrijnende situaties gezien. Vorige week nog, een pand met zes kamers op de eerste en tweede verdieping. “Op de begane grond woont een gezin met zeven kinderen. Alle bewoners van de kamers boven moesten door het appartement van dat gezin om naar hun eigen kamer te gaan. Er was geen halletje of niets.”
De laatste tijd zien de rechercheurs veel Syriërs, Irakezen, Somaliërs en Afghanen die in penibele omstandigheden in krottige appartementen wonen. Of ze stuiten op Oost-Europese werknemers die met z’n tienen in een driekamerappartementje worden gedropt. Sommige bewoners zijn zo bang dat ze zich in de kast verstoppen als de politie arriveert, anderen vluchten snel weg via de achterkant van het pand. “De bewoners hebben niets te vrezen van ons. Voor de eigenaren zijn de consequenties veel groter als het tot een rechtszaak komt.”
Verschillende fases
De gezamenlijke acties van politie, parket, wooninspectie en de stad gebeuren wekelijks. Het zijn de meest zorgwekkende panden die het eerst aan de beurt zijn. De meeste controles gebeuren door de woontoezichters van de stad, die op vraag van huurders, eigenaren, politie, OCMW of andere (stads)diensten een technisch verslag opmaken van een woning. Bij gebreken die vijftien strafpunten opleveren, krijgt een eigenaar zeven weken de tijd om het pand in orde te brengen. Dat is de zogenaamde aanmaningsfase, waarbinnen de stad inspanningen levert om de eigenaar te overtuigen om de gebreken te herstellen. Is er in die periode toch niets gebeurd, dan start de administratieve procedure om een woning on-
geschikt (zonder veiligheidsrisico, maar de huurders moeten wel hun opzeg krijgen) of ongeschikt en onbewoonbaar (gevaarlijke situaties in het pand, dat zes maanden na het besluit wordt ontruimd tijdens zo’n gezamenlijke actie) te verklaren. Ondertussen krijgt de eigenaar vier weken de tijd om alsnog in actie te komen.
Opnieuw een gaslek
“Een week na de explosie op de Paardenmarkt kwam ik op hercontrole in een pand waar het naar gas rook. Ik heb meteen de ramen open gezet en de gaskraan dichtgedraaid. Een loodgieter vond met zijn detectietoestel een lek in een schacht onder de douchekuip. Dat had daar slecht kunnen aflopen”, vertelt woontoezichter Danny Jacobs. Hij was vanmorgen aanwezig bij de actie in Antwerpen-Noord en heeft later nog een controle op het Zuid ingepland, samen met twee maatschappelijk werkers. Hij heeft een afspraak bij huurders die zich zorHij gen maken over een ingestort plafond. “We hebben al langer last van lekkage, maar op 31 december is een deel van het plafond naar beneden gekomen. De brandweer is komen stutten, maar we zijn bang dat er door het vocht in de muur een kortsluiting kan ontstaan of dat er nog meer naar beneden komt”, zegt Nora, die er samen met haar volwassen dochter Hiba woont. “De eigenaar is niet eens komen kijken. Hij zegt dat we hier uit moeten. Een invalide dame die beneden woonde, kreeg ’s nachts druppels water op zich, maar kon zich niet verleggen. Honden behandel je niet eens zo, die krijgen een betere thuis.”
Danny doet een rondgang door het appartement en de gemeenschappelijke delen en komt uit op 21 strafpunten. “De situatie is gestabiliseerd, dus er is geen acuut gevaar. We maken een verslag op waarvan de eigenaar en u een exemplaar krijgen toegestuurd. Op basis daarvan zal de eigenaar de gebreken moeten herstellen.” In een moeite door worden ook de andere appartementen gecontroleerd. Zelfs in de kelder is een appartement gemaakt. Het is klein voor een gezin met twee kinderen en donker met maar een raam aan de straatkant en een aan een binnenkoer. Danny Ja- cobs: “Ik zou er niet willen wonen, maar dit is nog een van de betere appartementen. Mensen bellen ons vaak op voor vochtproblemen, terwijl de gasketels en elektriciteit pas echt voor gevaarlijke situaties zorgen. In dit pand is dat in orde. Het gezin in de kelder had wel de verluchting dichtgeplakt. Dat is geen goed idee.”
Open riool
Van matrassenverhuur in vochtige kelders tot een kluizenaar die zijn toilet verplaatste en er niet beter op vond om een gat te zagen in de vloer, waardoor de kelder vol stront kwam te liggen. Danny heeft alle mogelijke scenario’s meegemaakt.
bezocht ooit een pand waar een vrouw haar matras deelde met een sint-bernardshond die niet meer op zijn poten kon staan en zijn gevoeg deed op diezelfde matras. Onlangs bezocht Danny een geïmproviseerd appartementje achter een Afrikaanse kerk. De kerkgangers maakten allemaal gebruik van het toilet en het keukentje van de bewoonster.
“We draaien goed”
In elke straat in Antwerpen kent Danny wel panden waar hij ooit op controle is geweest. Danny is een van de laatste anciens die is overgebleven in de ploeg toezichters waarover de laatste weken felle politieke discussies worden gevoerd. “Ondanks de lastige overgangsperiode en de krappe bezetting, draaien we vrij goed”, zegt hij. “Ik doe het ook graag: elke verbetering die er dankzij ons komt, zorgt voor een leefbaarder huis of appartement. We doen wat we kunnen. In een stad als Antwerpen zal je altijd achter de feiten aanlopen, er zal nooit volk genoeg zijn.” Een uitspraak die de lokale recherche vanmorgen ook deed. Bovendien zijn de meeste slachtoffers niet geneigd om zelf naar de politie of een woonkantoor te stappen. “Voor veel mensen hangt hun uitkering af van hun domicilie, dus gaan ze niet klagen als de omstandigheden niet best zijn. Als je uit een tentenkamp in Calais komt, ga je niet klagen over een oude gasketel. Als je uit een vluchtelingenkamp in Ethiopië komt, ben je al blij dat er drinkbaar water uit de kraan komt. Dat is de realiteit.”
MAAIKE FLOOR
•Op verzoek van politie en gerecht zijn de namen van de huisbaas en de slachtoffers fictief.
DANNY JACOBS
Woontoezichter “In een stad als Antwerpen zal je altijd achter de feiten aanlopen. Er zal nooit volk genoeg zijn.”
De meest flagrante gevallen van huisjesmelkerij of krotverhuur komen terecht bij Wooninspectie, die samen met de andere betrokken partijen controleacties opzet en de eigenaars aanklaagt. “Het is niet de bedoeling om eigenaars te pakken, het is onze bedoeling om krotverhuur te stoppen”, zeggen inspecteurs Guy Verstraeten en collega Kristiaan Vanderbiesen.
Panden controleren, huurders en eigenaren verhoren en procesverbaal opstellen, de inspecteurs van Wooninspectie doen het allemaal. “Wij zijn officiers van de gerechtelijke politie op het gebied van woonkwaliteit met dezelfde bevoegdheden als de lokale recherche. Als wij ergens een pand komen controleren, zijn de bewoners meestal wel op de hoogte dat het pand waar ze wonen niet in orde is. Vaak zijn ze blij dat wij er zijn.”
Toch gebeurt het vaak dat een pand wordt verzegeld na jullie controleactie. Dat zal niet aangenaam zijn voor de bewoners.
In Antwerpen zijn er altijd maattellen schappelijk werkers mee om de bewoners te begeleiden, samen met een team verhuizers van de stad en de lokale recherche. Ze worden dus goed begeleid en er is altijd wel een vorm van crisisopvang beschikbaar. Er worden inderdaad stalen deuren in het ge- bouw gezet om het te verzegelen en gas en elektriciteit worden afgesloten. Vergeet niet dat we en- kel strafrechtelijke handhaving doen in de meest extreme gevallen. Onze prioriteiten zijn woningen met flagrante gebreken, woningen die onbewoonbaar verklaard zijn maar toch nog verhuurd worden, en acties op aansturen van het parket.
Wat gebeurt er met de eigenaar van zo’n pand?
Eerst wordt die verhoord door de lokale recherche. Een maand of vier later roepen wij de eigenaar dan op voor een verhoor. Dan vragen we wat er ondertussen veranderd is aan de situatie. Op zo’n moment kun je vaak al goed inschatten wat voor iemand je voor je hebt.
Wat gebeurt er dan verder met het dossier?
Dat wordt naar het parket gestuurd, die dan zal beslissen of de eigenaar gedagvaard wordt. Als het tot een zaak komt, sturen we zelf ook een advocaat, onder andere voor de herstelvordering. Na de uitspraak laten we het vonnis betekenen aan de eigenaar en volgen we de herstelvordering verder op. Alle strafpunten moeten dan worden weggewerkt. Als de eigenaar dat te laat doet, moet hij een dwangsom betalen als die door de rechter is opgelegd.
Komen eigenaars vaak met vreemde excuses?
Meestal blijkt uit het verhoor wel hoe de situatie in elkaar zit. Een eigenaar beweert bijvoorbeeld weleens dat die mensen in de kelder krakers zijn, maar als die mensen kunnen aantonen dat ze maandelijks geld betalen en de naam van de eigenaar kennen, is dat niet geloofwaardig. Soms ver- mensen ons dat ze een pand gekocht hebben zonder het te bezichtigen en dat ze niet wisten dat er huurders in zaten. Soms is een pand geërfd en willen ze er niets mee te maken hebben. Ze zijn wél verantwoordelijk, hé, dus dat kan niet. Voor een misdrijf is geen kwaad opzet nodig.
Zijn er bepaalde fenomenen die jullie veel zien opduiken?
Het opdelen van woningen in veel kamers met gedeelde voorzieningen. Dat is een snelle manier om veel geld te verdienen. Door iedere huurder 400 tot 500 euro te laten betalen, levert zo’n pand snel 2.000 tot 3.000 euro per maand op en maakt de eigenaar meteen winst na aftrek van de hypotheek. Dat opdelen is stedenbouwkundig niet toegestaan en meestal is er een totaal gebrek aan beheer. Vaak zitten er alleenstaande vluchtelingen en nieuwkomers in die kamers. Al heb ik laatst een pand gehad waarbij een moeder in een kamer woonde met haar twee kindjes. In een andere kamer woonde een vader met zijn kindje. Zes, zeven vierkante meter, meer zal dat niet geweest zijn en er was geen raam. De gemeenschappelijke delen waren echt niet in orde. De vloer was schots en scheef gezakt. Dat zijn schrijnende situaties.
Hebt u andere voorbeelden van situaties waarvan jullie geschrokken zijn?
Ik kreeg ooit telefoon van een huurder die meldde dat er bakstenen naar beneden vielen in de doorgang naar zijn huis. Daarachter woonde een man met een kind. Toen we daar gingen kijken, bleek dat de zolder gestut werd met balken en dat de dragende balk was doorgescheurd. Als die gebroken was, was die recht in de kinderkamer gevallen. In Wilrijk was er een appartement waar een gezin leefde terwijl de rest van het pand verbouwd werd. De muren rustten alleen niet op de steunbalken maar op een slecht gemetseld muurtje, waardoor er al scheuren in de muren ontstonden. Ondertussen waren ze bezig om er illegaal nog twee verdiepingen op te bouwen. Dat was levensgevaarlijk. In een ander pand had een brand gewoed, maar de overige appartementen werden gewoon verder verhuurd. Alleen bleken alle afvoerleidingen gesmolten te zijn. De kelder was een open riool. Ik herinner me ook een Bulgaars koppel met een baby van een jaar die in een donkere, vochtige kelder woonden. De eigenaar had er een geiser (of doorstroomverwarmer; red.) gehangen en een douche geplaatst. Ze betaalden wel meer dan 200 euro per
KRISTIAAN VANDERBIESEN
Wooninspectie Vlaanderen “Eigenaars zeggen weleens dat ze een pand kochten zonder dat ze wisten dat er huurders in zaten.”
maand. Dat is er natuurlijk ver over. Als je met gezond verstand een woning binnenstapt, voel je vaak snel of iets kan of niet.
Werken jullie alleen aan dossiers die door Woontoezicht of de recherche worden voorgedragen?
Het gebeurt ook dat we op vraag van het parket ter plaatse gaan. Soms omdat de politie ergens was voor een ander onderzoek en ondertussen gezien heeft hoe slecht de situatie in het pand is voor de bewoners. De politie signaleert dat dan aan het parket. Ook als er ergens een slachtoffer van COvergiftiging is gevallen, gaan wij de staat van het pand beoordelen. Als er acuut stabiliteitsgevaar is, gaan we met de stadsingenieur ter plaatse. Ik herinner me een situatie waarbij een eigenaar er niet beter op gevonden had om de fundering van zijn kelder uit te graven om daar nog een appartement te maken. Volgens de ingenieur bleef dat pand alleen nog staan uit gewoonte. Ze hebben toen de straat laten afsluiten en snel beton laten gieten in die kelder om de hele zaak te stabiliseren.
Welk beeld krijgen jullie van de verhuurders van die verwaarloosde panden?
Dé krotverhuurder bestaat niet. Er zitten doodbrave mensen bij, maar net zo goed criminelen die met mensenhandel bezig zijn of zo veel mogelijk winst willen maken, wetend dat het er gevaarlijk is. Sommige eigenaren doen meteen heel veel moeite om een pand snel in orde te brengen, terwijl anderen eerst doen alsof ze actie gaan ondernemen maar hun onbewoonbare pand erna gewoon verder verhuren. Daar zit dus een groot verschil op. Sommige eigenaren hebben veertig panden, anderen twintig, of maar één. Op zich is het geen probleem als iemand veel panden heeft, maar die moeten wel allemaal in orde gebracht worden. Vaak ontstaat krotverhuur of huisjesmelkerij vooral doordat een eigenaar onverschillig is en nalaat om zaken aan te pakken. Anderzijds gebeurt het ook dat huurders een pand helemaal uitwonen. Een tijd geleden gingen we op controle in een huis dat helemaal uitgeleefd was en vol vuilnis stond. De huurder had ook voor gevaarlijke situaties gezorgd door elektriciteit af te takken. De eigenaren schrokken zich rot toen ze het pand terugzagen. Uiteindelijk hebben ze het gesloopt.
Jullie komen ook geregeld panden tegen waar OostEuropese werkkrachten worden ondergebracht.
Dat klopt. Soms staan er stapelbedden tot in de leefruimte. Of we treffen op zolder aparte kamertjes aan in lamentabele staat. Zelfs panden die in orde zijn, gaan snel achteruit door er tien mensen in onder te brengen. Dan worden er aftakkingen gemaakt van de stroom en tussenschotten gezet, waardoor het niet voldoet aan de eisen en waardoor gevaarlijke situaties ontstaan. Mensen zijn soms heel creatief. In plaats van een toilet hebben we al eens een stoel gezien met een gat erin. Of een soort van wc-bril over een oranje verkeerskegel. Het zou grappig zijn als het niet zo schrijnend was.