Gazet van Antwerpen Stad en Rand
verdedigend kraakt het
Achterin... “Weer drie tegendoelpunten”
“We hadden er vier moeten maken als we wilden winnen. Dat is toch niet normaal?” Neen, Hans Vanaken. Dat is niet normaal. Net zo min dat het normaal is dat na elke wedstrijd van blauwzwart het aantal tegendoelpunten onder de loep wordt genomen. De opsomming is ondertussen weer een regeltje langer geworden. Twee rozen tegen op de Bosuil, twee moeten slikken tegen Oostende, nog eens twee op bezoek bij AA Gent, vier in het bekerdrama in Luik en gisteren dus weer drie. Dat maakt dertien op vijf wedstrijden. “Je krijgt twee klotegoals tegen en dan moet je weer achtervolgen”, zuchtte Ruud Vormer. “Deze situatie heb ik al lang niet meer meegemaakt eigenlijk. En dat baart echt zorgen.” Dus is het tijd voor actie, vond Vanaken. “We moeten onze organisatie bij de drie tegendoelpunten echt goed analyseren, want hier moet echt iets aan gedaan worden.”
Wie zijn fout?
Akkoord, maar waar begin je? Bij de weinig indrukwekkende doelman Vladimir Gabulov? Bij de debuterende Alexander Scholz en nieuwkomer Matej Mitrovic? Of bij de blessures van Benoît Poulain en Saulo Decarli? En is de hele ploeg niet schuldig, herinnerend aan Leko’s recente uitspraak “we verdedigen zoals we aanvallen: met tien man”? Neen, het verdedigend probleem bij Club is niet zomaar terug te brengen tot één speler of één linie. Neem nu gisteren. Tegendoelpunt één: ingeleid door een foute tik van middenvelder Jordy Clasie. Tegendoelpunt twee: zéér laattijdig neergaan van doelman Gabulov op het schot van Gaëtan Hendrickx. En tegendoelpunt drie: Alexander Scholz die zich uit positie laat lokken waarna Brandon Mechele niet doortastend verdedigt en Kaveh Rezaei vrije doorgang biedt. Niet zozeer doelpunten die er kwamen door de verrassende 3-5-2 die Mazzu had uitgetekend.
Leko ziet geen nieuw probleem
Maar hoe los je dat dus op, Ivan Leko? Niet, zo liet hij gisteren na de match uitschijnen. “Die tegengoals vandaag? Dat was één schot van buiten de zestien en twee carambollen”, negeerde Leko het probleem. “Tegen Standard slikten we vier tegendoelpunten omdat we niemand hadden staan in de vijf meter voor ons eigen doel. Dat deden we niet goed. Maar in deze match heb ik geen enkele open kans van Charleroi gezien, hoor. Ik ben tevreden met hoe mijn drie verdedigers gespeeld hebben. Iemand die de match niet gezien heeft, zal bij het zien van de uitslag misschien zeggen dat de verdediging van Club weer het probleem was, maar dat vind ik dus niet.” Wij, daarentegen, vinden van wel.