Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Veertien panden kwijt in twaalf jaar
Notoire huisjesmelkers voelen zich te zwaar gestraft
De ‘Groep Willemsen’ noemde ze zich, en met verschillende veroordelingen is de familie uit AntwerpenNoord wellicht de bekendste huisjesmelkersfamilie in Antwerpen. Toch houdt ze vol: “Wij zijn geen huisjesmelkers. Wij verhuurden tegen sociale tarieven aan mensen die het moeilijk hadden. En daarvoor zijn we genadeloos gestraft”, klinkt het gefrustreerd.
Ooit had Caroline Willemsen (71) vijftien panden, vooral in Antwerpen-Noord: de Olijftakstraat, de Korte Lobroekstraat, de Rotterdamstraat, de Van Maer- lantstraat en de Vande Werve- straat. Het waren panden die ze vaak via een openbare verkoop had gekocht. Sommige kocht ze voor haar drie kinderen en kleinkind.
Vandaag heeft de familie Wil- lemsen nog slechts één pand, in de Rotterdamstraat, en dat is in 2015 ongeschikt verklaard, wat wil zeggen dat er mankementen zijn maar dat de bewoners die er sinds 2005 wonen, mogen blijven. De familie Willemsen woont er ook zelf. De rest is verbeurdverklaard na verscheidene veroordelingen door de rechtbank voor huisjesmelkerij. Tegen het recentste vonnis, van januari vorig jaar, loopt nog een beroepsprocedure. Caroline Willemsen werd toen veroordeeld tot één jaar cel omdat ze haar huis in de Rotterdamstraat had verhuurd aan een kansarm gezin en aan twee broers, terwijl er volgens de rechter onder meer kans op elektrocutie was en geen stromend water. De volgende zitting in het dossier vindt plaats in maart.
Foute stempel
Zelf is de familie Willemsen het grondig oneens met de stempel die ze kreeg. “Wij zijn geen huisjesmelkers”, luidt het in koor. “Wij hebben certificaten van al onze panden van vóór ze verhuurd werden, waaruit blijkt dat alles in orde was. Maar als een huurder een stopcontact uit de muur haalt en er ontstaat elektrocutiegevaar, dan wordt dat pand onbewoonbaar verklaard. Maar wij kunnen niet constant controleren wat de huurders met hun appartement doen, hè. En toch word je dan plots bestempeld als mensenhandelaar.”
Caroline Willemsen en haar zonen Karl en Philip werden in de zomer van 2005, het jaar waarin huisjesmelkerij illegaal werd, opgepakt tijdens een gecoördineer- de actie. “Die is toen in ’t groot en in ’t breed op televisie geweest. De cameraploegen stonden ’s morgens vroeg al klaar voor onze deur. Zes jaar later is er een boekwerk verschenen waarin zwart op wit staat dat wij toen als testcase dienden om te toetsen of de wetgeving goed werkte. Tijdens die gecoördineerde actie stelden controleurs van de stad Antwerpen zogezegd vast dat in sommige panden geen stromend water was. Terwijl er in een verslag van de politie, over hetzelfde pand, stond dat er wél stromend water was. Bizar vind ik dat”, zegt Karl Willemsen.
Dubbel betalen
De familie Willemsen hekelt ook het feit dat er beslag werd gelegd op haar bankrekeningen. “Dan krijg je een herstelvordering en wil je de nodige kosten doen om het pand in orde te brengen, maar kun je niet aan je geld. Wat moet je dan doen?”, vraagt Caroline Willemsen zich af.
Advocaat Pascal Mallien, die Karl Willemsen bijstaat in de nog lopende rechtszaak, vindt dat er sprake is van overkill. “Men pakt mensen aan via het burgerlijk wetboek, via het administratief recht én via het strafrecht”, meent hij. “Zo kan het gebeuren dat iemand vijf jaar huur moet terugbetalen voor de vrederechter, maar dat die vijf jaar huur daarna nóg eens verbeurdverklaard wordt voor de correctionele rechtbank. Zo betalen mensen dubbel.”
Mallien vindt dat de rechter meer bevoegdheid zou moeten krijgen. “Nu ‘durft’ men zich soms niet mild opstellen, uit angst om precedenten te scheppen. Op dat vlak is er echt sprake van systeemdenken in de rechtspraak.”
De familie Willemsen neemt zich nu voor om het enige pand dat ze nog heeft, in de Rotterdamstraat, op te knappen. Maar eerst moet ze nog langs het hof van beroep.
FAMILIE WILLEMSEN
Veroordeeld voor huisjesmelkerij “Als een huurder een stopcontact uit de muur haalt en er ontstaat elektrocutiegevaar, dan wordt dat pand onbewoonbaar verklaard. Wij kunnen toch niet constant gaan controleren?”