Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“De maatregelen helpen niet”
Dossier huisjesmelkerij:
Youssef (38), Zineb (32) en hun drie kinderen kunnen eindelijk opgelucht ademhalen. Enkele weken geleden zijn ze onverwacht snel naar een sociale woning verhuisd. Een grote opluchting, want het gezin heeft jaren in een vochtig, beschimmeld appartement gewoond, voor 550 euro per maand. Het pand is intussen onbewoonbaar verklaard. Intussen konden ze dankzij het project Tijdelijke Bezetting van Samenlevingsopbouw Antwerpen al even op adem komen.
“Ik weet niet waarom wij zo veel geluk hebben”, zegt Youssef vertwijfeld. “Bij Woonhaven hadden ze ons weinig hoop gegeven om snel een sociale woning te vinden. Grote gezinnen moeten dikwijls tien tot vijftien jaar of zelfs langer geduld oefenen. Toch is alles plots heel snel gegaan. Blijkbaar omdat ons appartement, dat onbewoonbaar is verklaard tijdens de controle, zo veel strafpunten heeft gekregen...”
Youssef wilde zijn verhaal oorspronkelijk niet doen. Het oprakelen van de ellende waarin hij en zijn gezin jaren hebben gezeten, maakt hem onrustig. We kunnen hem overhalen als we garanderen dat hij alles anoniem mag vertellen. “Ik ben bang, nog altijd, dat onze vroegere huisbaas achter ons aan komt. Hij heeft dat zo gezegd: als jij iets tegen mij onderneemt, weet ik je te vinden. Ik weet dat hij het meent... Het is genoeg geweest. ”
Overal schimmel
Youssef en zijn gezin verhuisden vier jaar geleden van Rotterdam naar Antwerpen. Al snel bleek de zoektocht naar een huurwoning veel moeilijker dan gedacht. “Ik zocht een appartement dat ruim genoeg was voor ons vijf, maar dat bleek ondoenbaar. De prijzen liggen te hoog voor ons inkomen. Mijn vrouw werkte deeltijds, ik deed interims. We waren ten einde raad, dus was ik blij iets te hebben gevonden, al was het een krot.”
De huur van het appartement met twee slaapkamers en een kleine bergruimte bedroeg 550 euro. De eigenaar eiste meteen cash voor de huurwaarborg. Wat Youssef niet heeft geweigerd, bang dat hij het appartement alsnog zou mislopen. “De staat van het appartement was verschrikkelijk. De muren en de vloeren zagen zwart van het vuil, de bedden, de tafel en stoelen waren gebroken, kapot. Ik heb alles geverfd, nieuwe meubels gekocht, alles wel vijf keer na elkaar gepoetst.”
Pas toen het gezin zijn intrek had genomen in het appartement, vie- len de vele andere gebreken op. “Het regende binnen, de afvoer van het toilet was kapot en sijpelde door in de keukenkast. Door lekken in de badkamer is er een kortsluiting geweest en is mijn vrouw met haar hoofd tegen de lavabo gevallen… Het hele huis was vochtig, de muren, de tapijten, onze kleren, er was zelfs schimmel in onze bedden. Na twee maanden werd onze dochter ziek. Ze had vaak een bloedneus en hoestte onophoudelijk. Later is het nog erger geworden. Wij hadden alle vijf veel last van spierpijn. De dokter zei dat we niet in dat pand konden blijven wonen, maar wat moesten we doen?”
Stank was niet te harden
Youssef heeft redelijk snel de huisbaas gecontacteerd met de vraag een aantal mankementen op te lossen. “Hij is komen kijken en vroeg meteen geld om de dingen op te knappen. Ik moest een deel van de huur vooruit betalen. Maar hij heeft niks in orde gebracht, helemaal niks.”
Intussen ging het van kwaad naar erger. De stank was niet meer te harden en het was niet alleen het vocht dat zo slecht rook. “Overal, in de gang, maar ook in ons appartement, hing er een verschrikkelijke geur. Vocht en schimmel, maar ook gas. Achteraf bleek dat de leidingen gewoon open lagen. Niet alleen van de gas, ook van de elektriciteit. Omdat mijn vrouw bang was, heb ik het fornuis afgesloten. Koken was niet meer mogelijk.”
Tot overmaat van ramp kwamen er op de bovenste verdieping van het appartementsgebouw nieuwe buren wonen. Drugsgebruikers volgens Youssef. Toen nadat de deur op een nacht was ingetrapt systematisch alle post verdween en daardoor de boetes zich opstapelden, heeft Youssef opnieuw bij de huisbaas aan de alarmbel getrokken. Maar zonder resultaat. “Omdat een deel van de trap was ingestort en hij dat al had moeten herstellen, had hij al genoeg kosten gehad, zei hij.”
Intussen was de spanning in het gezin te snijden. Dat hadden de opbouwwerkers van Samenlevingsopbouw Antwerpen, waar Youssef begeleid werd in zijn
YOUSSEF EN ZINEB
Slachtoffers huisjesmelker ‘‘Overal, in de gang, maar ook in ons appartement, hing er een verschrikkelijke geur. Vocht en schimmel, maar ook gas. Achteraf bleek dat de leidingen gewoon open lagen. Niet alleen van de gas, ook van de elektriciteit’’
zoektocht naar een nieuwe job, ook gemerkt. “Door de problemen met ons appartement was ik mijn job kwijtgeraakt. Ik heb uitgelegd waarom ik zo gestresseerd was. Omdat onze lijdensweg maar bleef duren, hebben we toegestemd dat er iemand een kijkje kwam nemen in ons appartement. Daarna is er ook iemand van het Woonkantoor langsgekomen. Die heeft contact opgenomen met de huisbaas. Hij heeft ons bedreigd. Mijn vrouw was echt bang en durfde het huis niet meer uit. Onze grote angst was van de ene op de andere dag op straat te komen staan.”
88 strafpunten
Nadat de technisch adviseur van het Woonkantoor een verslag had opgemaakt, heeft Woontoezicht het pand gecontroleerd, waarna het uiteindelijk onbewoonbaar is verklaard. “Ons appartement had 88 strafpunten (vanaf 15 strafpunten is een woning niet conform de Wooncode en wordt geadviseerd ze ongeschikt en/of onbewoonbaar te verklaren, red.). De bovenste verdieping was nog erger: 111 strafpunten.”
Omdat het voor grote gezinnen met een krap budget hopeloos zoeken is naar een betaalbaar en kwalitatief alternatief heeft het team Wonen van Samenlevingsopbouw na de onbewoonbaarver- klaring het gezin van Youssef opgevangen in een van de woningen van Tijdelijke Bezetting (zie ka
der). “Ook al wisten we dat ons onderkomen in Borgerhout maar tijdelijk was, na twee weken voel- den we ons al veel beter”, zegt Youssef. “Het blok op mijn schou- ders was weg. Ik kon weer recht- op lopen. Ook de kinderen zagen er direct beter uit. Geen gehoest, geen bloedneuzen en geen spier- pijnen meer. En nu zijn we hele- maal gelukkig. Ik hoop dat we nooit meer moeten meemaken wat ons is overkomen.”