Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Steenrijke Saudische prins investeert in Kielse club
Abdullah Bin Mossa’ad investeert in Beerschot Wilrijk, Jan Van Winckel keert terug naar Kiel
Hoofdaandeelhouder DCA en de Saudische prins Abdullah Bin Mossa’ad hebben gisteravond een overeenkomst bereikt om samen te investeren in Beerschot Wilrijk. De komende weken wordt verder gewerkt om die samenwerking te officialiseren.
“Ik ben heel fier op deze overeenkomst met DCA en eigenaar Francis Vrancken om aandeelhouder te worden van KFCO Beerschot Wilrijk”, aldus prins Abdullah in een eerste reactie. “Het is onze doelstelling om van Beerschot Wilrijk een sterke Pro Leagueclub te maken. Met een kern die gedragen wordt door 35% spelers die door de jeugdacademie van Beerschot Wilrijk werden opgeleid. Ik was enorm onder de indruk van de sociale verantwoordelijkheid van de club, met haar zevenhonderd jeugdspelers. Maar ook door het aantal topspelers dat door de club in het verleden werd opgeleid. Spelers als Vertonghen, Alderweireld, Vermaelen, Dembélé en Nainggolan bewijzen dat Beerschot Wilrijk het potentieel heeft om een club te zijn die steunt op eigen opgeleide talenten. We zullen in de komende maanden, samen met de club en DCA, hard werken om Beerschot Wilrijk als club verder te professionaliseren. Tenslotte wil ik de supporters van Beerschot Wilrijk bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun gedurende de voorbije jaren. Zonder hen zou de club nooit mijn aandacht hebben getrokken.”
Beerschot Wilrijk kondigt tevens de aanstelling aan van Jan Van Winckel als bestuurslid. Hij zal op het Kiel de technische commissie komen versterken. “Terugkeren naar het Kiel roept bij mij vele mooie herinneringen op. Ik beleefde sportief een mooie tijd bij Beerschot. In de komende weken zullen we samen met het bestuur en de technische staf een analyse maken om te zien hoe we nog verder kunnen professionaliseren. Ik hoop hieraan te kunnen bijdragen met mijn ervaring en mijn netwerk. Op dit moment moeten we vooral de technische staf en de spelers rustig laten werken en hen als één blok zo goed mogelijk proberen te ondersteunen.”
Jan Van Winckel (43) (diploma Sportwetenschappen en Bedrijfseconomie aan de KUL) is als onderzoeker verbonden aan het Departement Biomedisch Kinesiologie van professor Werner Helsen. Als trainer en assistent-coach stond hij tussen 1994 en 2014 op de loonlijst van Stade Leuven, KV Mechelen, de nationale ploeg van de Verenigde Arabische Emiraten, Al-Hilal, Club Brugge, Al-Ahli en Marseille, waar hij de rechterhand was de Argentijnse coach Bielsa.
In het seizoen 2011-2012 was hij bij Beerschot AC assistent-trainer van Jacky Mathijssen, en stapte met zijn hoofdcoach op toen die werd ontslagen.
Van Winckel is in het bezit van een UEFA Pro License-diploma. Vorig jaar leidde hij als technisch directeur, samen met bondscoach Bert van Marwijk, de nationale ploeg van Saudi Arabië naar het WK in Rusland. Prins Abdullah Bin Mosa’ad bin Abdulaziz al-Saud werkte met Van Winckel samen bij de Aziatische topclub Al-Hilal Saudi en de nationale ploeg van Saudi Arabië en stelde hem in december 2017 bij Sheffield United aan als Club Director.
Walter Damen opgelucht
Bestuurslid Walter Damen is tevreden met het akkoord: “We hebben wat we het liefst wilden. Met DCA is er de Vlaamse verankering en met prins Abdullah Bin Mossa’ad en Jan Van Winckel krijgen we er de sportieve knowhow bij. Zo maken we alleen al wat betreft scouting onze achterstand van vijf jaar goed. Onze Vlaamse partner kan veel bijbrengen wat betreft infrastructuur zowel bij de jeugd als bij het stadion van het eerste elftal. Zij weten ook wat een bedrijf leiden betekent en kunnen werken aan het commerciële. En sportief komt de prins ons versterken. De komende weken kunnen we nu alles rustig bekijken en verder uitwerken. De overeenkomst werd door beide partijen onderhandeld. Ook dat doet me een plezier, want op die manier leerden ze elkaar beter kennen en konden ze elkaar vinden. Ik hoop tevens dat er zo een einde komt aan wilde en vaak belachelijke speculaties op de sociale media. Indien er de komende weken nog vragen zijn van de supporters, zullen wij tijd vrijmaken om die zoveel mogelijk te beantwoorden.”