Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Twee op de drie olympische atleten nog nooit op doping gecontroleerd
Aan de vooravond van de Olympische Winterspelen in het ZuidKoreaanse Pyeongchang trekt dopingexpert Peter Van Eenoo aan de alarmbel. Hij vindt dat er wereldwijd nog veel te weinig controle is. Van alle atleten die aan de Olympische Spelen in Rio deelnamen, werd slechts één derde ooit op doping getest. “Schrijnend”, meent Van Eenoo.
Na het grote Russische dopingbedrog van de vorige Winterspelen in Sochi (2014), wat leidde tot hertesten van vroegere dopingcontrolestalen van de voorbije Olympische Spelen, liepen heel wat atleten alsnog tegen de lamp. Maar de mazen van het dopingnet wereldwijd zijn veel te groot, zegt Van Eenoo. “Op de Olympische Spelen van Rio 2016 bleek dat slechts één op de drie atleten die deelnamen aan die Spelen ooit een dopingcontrole had ondergaan, in zijn hele leven. Dat is schrijnend.” Anders gezegd: twee op de drie olympiërs van Rio 2016 ondergingen nooit een dopingcontrole in hun leven. Van Eenoo is niet van de minsten: het hoofd van het wereldwijd gerespecteerde dopinglab van Gent was de tijdens de Olympische Spelen van de voorbije jaren of verantwoordelijk voor het controleren van de dopingcontroleurs of hoofd voor het olympische dopinglab op die Spelen. “We spreken niet over voetballers in tweede provinciale. Dat die nog nooit zijn getest, is normaal. We spreken over de absolute wereldtop op een absoluut topevenement. Heel veel atleten worden niet of onvoldoende getest.”
Wil dat zeggen dat het gros der Belgische toppers of Usain Bolt nog nooit werden getest? Neen, want het aantal dopingcontroles verschilt per land (elke Vlaamse elite-atleet werd in zijn leven meermaals getest, veel meer dan atleten in bijvoorbeeld sommige Afrikaanse landen) en per sport (de internationale atletiekfederatie test absolute toppers als Bolt geregeld). Van Eenoo: “Je moet ofwel doodeerlijk ofwel haast een dommerik zijn om de afweging niet te maken: neem ik wel of geen doping? Er moet duidelijk meer worden getest. Die wet geldt ook bij snelheids- of alcoholcontroles. Als die niet voldoende zijn, rijden mensen te snel of dronken. Bij te weinig dopingcontroles zijn er dus ook die zich doperen.”