Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Bij gebrek aan beter
De Brugse oerHollander Ruud Vormer heeft dus de gouden schoen gewonnen. Fijn voor hem en Club Brugge. Maar het heeft veel weg van het sprookje waarin een van de onsympathieke stiefzussen van Assepoester haar knobbelvoet toch in het glazen muiltje van de prins heeft kunnen wringen.
De definitie van de Gouden Schoen is behoorlijk simpel: het is een bekroning voor ‘de beste mannelijke speler in de Belgische voetbalcompetitie in het voorbije kalenderjaar’. Toegekend door een selecte verzameling sportjournalisten, bestuurslui, scheidsrechters en exwinnaars.
De stem van Eddy Merckx zal daar niet tussenzitten. Vooral wielericoon en Anderlechtsupporter in hart en nieren, maar hij verwoordde ooit in een onbewaakt moment wat menig voetbalsupporter wel eens hardop denkt over de nieuwe Gouden Schoen: “Een lelijke voetballer en een bruut. Er zit geen streep fijnzinnigheid aan die man. Een patsboemvoetballer.”
Ruud Vormer is geen José Izquierdo (de winnaar van vorig jaar, voor wie het al vergeten was), laat staan een Dennis Praet, Mbark Boussoufa, Vincent Kompany, Enzo Scifo of Rob Rensenbrink. Virtuoze baltoetsen, geniale ingevingen, oogstrelende bewegingen, adembenemende passen of goals: het is niet het handelsmerk van de blauwzwarte kapitein.
“Nee, ik ben geen wowvoetballer”, geeft Vormer zelf ook toe. Het blauwzwarte kleed past hem als gegoten: de noeste werker, het brutale karakterbeest, de ‘altijd nuttige’ man die zijn ploeg op sleeptouw neemt en power geeft. En hij kan indruk wekkende statistieken voorleggen: 9 doelpunten en 14 assists al dit seizoen. Maar of de neutrale voetbalsupporter daarvoor op het puntje van zijn zetel gaat zitten of richting stadion trekt?
Het is de eeuwige discussie: geef je de prijs voor ‘beste voetballer’ aan de ‘mooiste’ speler of de ‘meest verdienstelijke én constante’? Maar als er in de eerste categorie geen echte uitblinker meer rondloopt op de Belgische velden (waar is Tielemans als de mensheid hem nodig heeft), dan wint de beste uit de tweede categorie. Of zoals exwinnaar Gilles De Bilde het samenvatte: “Ruud Vormer wint, bij gebrek aan beter.”