Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Hopen dat ik niet val op mijn gebroken pols”
Sebbe De Buck kijkt uit naar zijn eerste Olympische Spelen
In het ZuidKoreaanse Pyeonchang starten morgen de 23ste Olympische Winterspelen. De Belgische delegatie is groter dan ooit en onder die atleten zitten ook heel wat regiogenoten. De eerste Antwerpenaren die in ZuidKorea aan bod komen naast Seppe Smits, zijn Sebbe De Buck, Kim Vanreusel en Jelena Peeters. Wat verwachten zij van hun Spelen?
In het snowboarden wordt het voor België vooral uitkijken naar de prestaties van Seppe Smits. Maar in zijn schaduw komen nog twee Belgen in actie. Naast Kempenaar Stef Vandeweyer maakt ook Sebbe De Buck in Zuid-Korea zijn olympisch debuut.
Vier jaar geleden greep De Buck nog net naast een ticket voor de Spelen van Sochi. In Pyeonchang mag de snowboarder nu starten op de slopestyle en de Big Air. Al komt hij wel gehavend aan de start. Vlak voor zijn afreis naar Zuid-Korea liep de Zoerselnaar op de X-Games in Aspen een breuk op aan zijn pols.
“Het gebeurde tijdens een landing”, zegt De Buck. “Ik viel achterover en zette mijn hand. Ik voelde meteen dat er iets niet in orde was. Ter plekke zagen ze een splinterbreuk, maar thuisgekomen bleef de pijn maar aanhouden. Bij verdere controle bleek het toch ernstiger dan gedacht. Ik werd in allerijl geopereerd en de dokter plaatste een schroef. Ik heb nu een brace aan en moet veel ijs leggen op mijn pols. Ik heb groen licht gekregen voor de wedstrijden en hoop te kunnen vermijden dat ik er opnieuw op val. Intussen probeer ik mijn pols zo veel mogelijk te sparen. Mijn bagage heb ik bijvoorbeeld vooraf al meegestuurd, zodat ik maandag bij mijn vertrek enkel nog één rollende bagagetas moest meenemen.”
Eerst slopestyle
De snowboarders komen als een van de eerste sporters in actie op de Spelen. Zaterdag al staat de slopestyle op het programma, de wedstrijd waar de 22-jarige snowboarder De Buck het meest naar uitkijkt. “Slopestyle geniet toch nog altijd mijn voorkeur. Je kan er meer creativiteit aan de dag leggen dan bij de Big Air. Ik hoop op een plaats in de finale. Dat zou fantastisch zijn. Aan de Big Air-wedstrijd denk ik voorlopig nog niet, ik wil me eerst focussen op de slopestyle.”
De riders krijgen drie dagen de gelegenheid om de piste te verkennen.
“Elke dag kunnen we drie uur lang trainen op de piste. Vorige week was het zeer koud in Pyeonchang, maar het zou geleidelijk aan beter worden. Idealiter schommelen de temperaturen tussen het vriespunt en daar net iets onder. Als het nog kouder zou worden, zijn de pistes ijziger en koel je ook heel snel af bij het wachten aan de start.”