Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“De rederijkers nieuw leven inblazen”
Aan het begin van de rondleiding worden de bezoekers plechtig verwelkomd door leden van rederijkerskamer De Goudbloem. “We bevinden ons nu in 1561, het jaar dat in Antwerpen het Landjuweel, een soort theaterwedstrijd, werd ingericht. Er waren destijds drie rederijkerskamers in Antwerpen: De Violieren – die nauw aansloten bij de kunstenaars van het SintLucasgilde – De Olijftak die de neringdoeners, de toenmalige middenstand zeg maar, vertegenwoordigde en De Goudbloem, met vooral leden van de aristocratie,” vertelt Guy Van de Neucker. “Maar de tijden waren onzeker. De godsdienstoorlogen waren in volle gang en de rederijkerskamers richtten zich op het calvinisme, wat door de katholieke overheid argwanend werd bekeken. Er mochten tijdens het Landjuweel dan ook geen religieuze thema’s worden behandeld. Niet lang daarna zijn de drie kamers naar Nederland getrokken, vooral naar Amsterdam en Arnhem.” In de jaren 30 werd De Goudbloem opnieuw opgericht door theatergroep Broedermin. “We richten ons nu op straattheater, in beide landstalen. Zo hebben we al in Avignon, Venetië en Bokrijk gespeeld. De rederijkers zijn door historici wat stiefmoederlijk behandeld, maar het leeft dus nog echt.” Ook de twee andere Antwerpse rederijkerkamers werden opnieuw opgericht, en De Violieren waren ook op het Kipdorp aanwezig. “Deze opendeurdagen zijn natuurlijk een uitgelezen kans, niet alleen voor ons, maar ook voor de bezoekers. De prins van de kamers is trouwens, sinds Nikolaas Rockox in de 16e eeuw, de burgemeester. Dat zou nu dus Bart De Wever moeten zijn, maar Lode Craeybeckx, zelf een begenadigd redenaar, is de laatste die de rol echt op zich heeft genomen.”