Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Natuurlijk is een medaille het doel”
BART SWINGS net op tijd opnieuw in topvorm (maar helaas, de concurrentie is wel toegenomen)
D rie seconden sneller dan Sotchi 2014, de vorige Olympische Spelen. Beter dan twee van de drie Nederlanders. Lovende woorden van collegasnelschaatsers: “dat hij mooi door de bochten danste”. Bart Swings, zesde op de 5.000 meter, staat er. Helaas, de concurrentie is toegenomen. Het belooft vooral goeds voor wat ‘zijn’ nummer moeten worden, de massastart tijdens het olympische slotweekend.
Bart Swings blaast vandaag 27 kaarsjes uit, en die verjaardag kan hij met een goed gevoel vieren. Na een seizoen dat slecht begon, dan in licht stijgende lijn ging en de laatste weken steeds meer crescendo, staat hij er als hij er moet staan: op de Olympische Spelen, de belangrijkste afspraak van het seizoen. Tegen de Zuid-Koreaanse thuisrijder Seung-Hoon Lee verloor hij nipt. Nu is Lee geen pannenkoek, een gewezen olympisch kampioen op de 10.000 meter. “Een zot gevoel was dat, het schreeuwende publiek trok mij ook mee”, zegt Swings
Swings’ chrono: 6’14”57. Dat is drie seconden sneller dan op zijn vorige Olympische Spelen van Sotchi 2014, toen goed voor een vierde plaats, nu voor een zesde plaats. Nu zegt die chrono niet alles, want de kwaliteit van het ijs verschilt sterk van plaats tot plaats, het ijs van Pyeongchang is sneller dan dat van Sotchi.
Drie andere ijkpunten zeggen wel meer.
Eén: alle rondjes werkte hij af binnen de marge van een seconde. Dat lijkt Chinees, maar wil zeggen: het zit heel snor met de fysieke paraatheid van Swings. De 5.000 meter is vaak een wedstrijd van stervende zwanen, waar naar het einde toe samen met de verzuring ook de rondetijden fors oplopen.
Twee: het is zijn snelste chrono ooit op een laaglandbaan – hoe hoger een schaatsbaan, hoe sneller het ijs, wegens onder meer de ijlere lucht. “Dit was zelfs een van mijn beste 5.000m-wedstrijden ooit, en zonder twijfelde de beste van dit seizoen.”
En drie: Swings klopte twee van de drie Nederlanders, koningen van de 5.000 en 10.000 meter. Sven Kramer blijft incontournable, met een olympisch record (6’09”76), maar Jan Blokhuijsen en Bob de Jong (die Kramer op de Nederlandse selectiewedstrijden klopte) bleef hij voor. Dat heeft Swings te danken aan een vloeiende schaatstechniek. Eindelijk. Want Swings, een van de fitste snelschaatsers, heeft geregeld moeite om constant de ideale schaatstechniek te bewaren. “Ditmaal heb ik niet echt fouten gemaakt. En collega’s zegden dat ik danste in de bochten. Dat gevoel had ik zelf ook wel, ik reed die heel makkelijk.”
Of coach Jelle Spruyt een tevreden man is?
“Ja en neen. Wel als ik zijn chrono zie, niet als ik zie hoe hij startte, dat had iets sneller gemoeten. Hij dacht dat hij zich aan het schema hield.”
Dat was vooropgesteld op 6’13”, en in het droomscenario 6’11”, zijn Belgisch record. Als dat was gelukt, had hij meegespeeld voor het podium.
“We wisten wel dat een podium moeilijk was”, zegt Spruyt. Dat heeft dan weinig met Swings te maken, maar heel veel met de toegenomen concurrentie op de 5.000 meter. “Verschillende mensen moeten dan een slechte dag hebben en Bart een superdag.”
Ook op de 10.000 meter
“Ik hoop altijd op een medaille”, zegt Swings. “Dit zijn de Spelen, ik start met het doel een medaille te behalen, anders kom ik niet naar de Spelen. Ik ga ook mijn andere wedstrijden zo starten.”
Te beginnen morgen met de 1500 meter. “Ik heb in het begin van vorige week een paar snelheidsrondjes gereden en nooit was ik sneller dit jaar, ik zat in de buurt van mijn snelste rondjes ooit. Met een degelijke start doe ik mee.”
Daarna, donderdag, volgt de 10.000 meter. Die was aanvankelijk niet voorzien, maar na een afzegging kan Swings als eerste reserve toch starten.
“Misschien kan hij Sotchi evenaren”, zegt Spruyt. Toen was hij vijfde, maar net zoals op de 5.000 meter is ook op deze afstand de concurrentie toegenomen. “In plaats van hier te trainen en op tv naar de 10.000 meter te kijken, kunnen we die beter schaatsen. Maar laten we eerlijk zijn: we zijn ook op die afstand geen topfavoriet. Dat zijn Sven (Kramer, red.) en Jorit
(Bergsma, red.). Zij zullen één en twee zijn, in welke volgorde dan ook. En dan zijn er ook nog een Canadees, een Duitser en een Italiaan.”
Maar vooral op de massastart, tijdens het olympische slotweekend, behoort Swings tot het kransje medaillekandidaten. En wie is op die discipline een van dé favorieten op de (gouden) plak? Juist, mijnheer Seung-Hoon Lee. De rekening staat sinds gisteren open, aan Swings om ze te vereffenen.
Bart Swings “Ik heb vorige week een paar snelheidsrondjes gereden en nooit was ik sneller dit jaar, ik zat in de buurt van mijn snelste rondjes ooit.”