Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Antwerp krijgt pak slaag op Kortrijk en is lang niet meer zeker van Play-off 1

De zwaarste nederlaag in meer dan vijf jaar, een schamele 3 op 15 na de winterstop, een ‘bijna zekere’ plek in Play-off 1 die stevig begint te wankelen, een meer dan geïrriteer­de coach Bölöni én ook spelers die zich steeds meer openlijk vragen beginnen te

- STIJN DRUANT FRANK BUYSE PETER GORIS

Obbi Oulare (spits Antwerp) ‘‘Ik denk dat we vanaf vandaag met de coach gaan praten. Hij heeft zijn mening, maar ik denk dat ook enkele spelers iets te zeggen zullen hebben.”

Kortrijk verkocht Antwerp zaterdag een stevige 4-0-uppercut. De zwaarste en zeker meest gênante uitslag van dit seizoen. Het was ook al meer dan vijf jaar geleden dat Antwerp nog eens zo een grote uitnederla­ag had moeten incasseren - in augustus 2012 werd met 5-0 verloren in Dessel. Thuis was er enkel nog de 0-4-nederlaag in de beker tegen Zulte Waregem in september 2014.

Maar dat is een momentopna­me. Toch kan stamnummer 1 dit seizoen ook weinig positieve uitschiete­rs of klinkende statistiek­en voorleggen. Slechts drie van de negen zeges behaalde het in eigen huis, samen met Genk is Antwerp de koning van de gelijkspel­en en 35 goals voor en 34 tegen zijn geen spetterend­e cijfers. De 34 punten op 63 voor de winterstop betekende nog een ‘net geslaagd’, maar de 3 op 15 na de winterstop, dat is een stevige ‘buis’.

Pijnpunt 1: de automatism­en

De sterkte voor de winterstop: een hecht en hard strijdend blok, met hoogstens wat accentvers­chillen, maar doorgaans hetzelfde recept én dezelfde spelers. Na de winterstop gooide Bölöni meer dan eens zijn ploeg om. Hairemans, dé rood-witte revelatie van de eerste seizoenshe­lft, verdween richting bank. Topschutte­r Owusu werd invaller. Tegen Kortrijk verdween ook krijger Van Damme uit de ploeg en liet Bölöni in het ‘creatieve’ departemen­t niet alleen Hairemans op de bank maar ook Pitroipa.

Zit daar de reeks nieuwkomer­s voor iets tussen? Deze winter haalde Antwerp nog heel wat schoon volk naar de Bosuil. En die nieuwe spelers werden ook snel in de ploeg gedropt: eerst Pitroipa en De Laet, afgelopen zaterdag ook Siani. Voorlopig zonder veel resultaat. Meer nog: de vergelijki­ng met het seizoen 2015-2016 dringt zich op. Ook toen - in tweede klasse - werden tijdens de winterstop veel spelers binnengeha­ald. Die enkel maar het evenwicht in de ploeg om zeep hielpen. Waarna Antwerp dure punten begon te verspelen en op de slotspeeld­ag tegen Eupen zijn superseizo­en met een sisser zag aflopen.

Obbi Oulare zag het zaterdagav­ond ook, maar nuanceerde. “Misschien kwam er inderdaad een kink in de automatism­en door de wissels. Maar dat mag geen excuus zijn. We kunnen en moeten als ploeg offensief én defensief veel beter.”

Pijnpunt 2: de coach

De architect van die wissels? Coach Bölöni. Voor het eerst dit seizoen was er hier en daar nadrukkeli­jk kritiek op de coach bij (een deel van) de Antwerpsup­porters: van “Bölöni weet het niet meer” tot zelfs een enkele “Bölöni buiten”. Het is een simpele wetmatighe­id: bij een club in nood wordt naar de coach gewezen.

En opvallend: die coach loopt er duidelijk geïrriteer­d bij. Verwees de laatste wedstrijde­n te nadrukkeli­jk naar factoren als ‘de scheidsrec­hter’ of ‘het slechte veld’, of bewierookt­e de tegenstand­er; maar keek zelden in eigen boezem. “Kortrijk speelde het slim en maakte ons efficiënt af”, vatte Bölöni zaterdag de wedstrijd samen. “Terwijl wij de kansen misten. Niets op aan te merken. We hebben niet op ons niveau gespeeld.”

En terwijl de coach liever niet focust op de eigen gebreken, doen de spelers dat wel. Interne kritiek werd sommige spelers zelfs fataal de afgelopen maanden, maar dat weerhield de spelersgro­ep er niet van om na Kortrijk toch openlijk vragen te stellen.

Ritchie De Laet bijvoorbee­ld: “Het is een feit dat we nu wel wat worden teruggedro­ngen door de tegenstand­er, de verrassing is wat weg. Nu moeten wij soms het spel maken, en dat blijkt iets moeilijker.”

Of Alexander Corryn: “De tegenstand­ers weten nu ook hoe we spelen. Ze lopen goed, weten dat we man op man spelen en hebben de juiste oplossinge­n.”

Obbi Oulare was het scherpst: “Ik denk dat we vanaf vandaag met de coach gaan praten. Hij zal de match ook weer wel hebben geanalysee­rd. Hij heeft zijn mening, maar ik denk dat ook enkele spelers iets te zeggen zullen hebben. Wij weten ook wel wat er misgaat, hé.”

Pijnpunt 3: het doel

Wat wil Antwerp nu eigenlijk dit seizoen? De even onverwacht­e als verdiende plek in het klassement deed enkele spelers al openlijk dromen van meer: nu moesten ze de lijn doortrekke­n en Play-off 1 halen.

Ritchie De Laet herhaalde die doelstelli­ng ook zaterdag, zelfs na de desastreuz­e nederlaag tegen Kortrijk: “Play-off 1 moet ons doel blijven, dat verandert niet. We moeten nog altijd twee of drie van onze laatste vier wedstrijde­n winnen. Iedereen komt dichter bij die top zes, dat wel. Toch moeten we nog altijd naar onszelf kijken. Antwerp zit nog steeds in de driving seat, hé. Nu moeten we winnen tegen Oostende, Genk, Eupen én Anderlecht, zo simpel is het. Met die ingesteldh­eid maken we een kans, anders niet.”

En de clubleidin­g denkt daar duidelijk ook zo over: de reeks winteraank­open kwam er enkel om de ploeg nog sterker te wapenen voor de eindspurt richting Play-off 1, niet om rustig uit te bollen.

Coach Bölöni denkt daar duidelijk anders over. Furieus was hij zelfs, zaterdagav­ond na de wedstrijd, toen hij geconfront­eerd werd met de pijnlijke feiten: 3 op 15 en Play-off 1 in het gedrang. “Play-off 1? Ik heb het er nooit over gehad. De kleedkamer ook niet. Dat de club wél die ambitie zou hebben uitgesprok­en? Je m’en fou! Júllie, de media, hebben ons naar voren geschoven als een ploeg voor Play-off 1. Terwijl onze enige ambitie altijd was: de redding. Daarin zijn we geslaagd. We komen uit tweede klasse, hé. Vergeet dat niet.”

Verzachten­de omstandigh­eid 1:

realisme

Misschien heeft Bölöni met die laatste opmerking wel een punt. Geen enkele analist die Antwerp voor aanvang van het seizoen Play-off 1 zag halen. De Roemeen kreeg na de promotie een volledig nieuw elftal, zonder veel klinkende namen. “Pas in november moeten we er staan”, riep hij aanvankeli­jk. Het suste de zenuwachti­ge achterban, die vreesde voor een langgerekt­e afgang in eerste klasse.

Niets werd minder waar. Bölöni smeedde met ijzeren hand een blok en Antwerp was in de eerste seizoenshe­lft zonder twijfel dé revelatie, die zich stevig in de top van de rangschikk­ing wist te handhaven. Dromen van meer mag dan, maar Bölöni blijft liever hyperreali­stisch. Dit seizoen was voor hem al beter dan verwacht. Een verlengd verblijf in eerste klasse is al verzekerd. De volgende stappen komen er ook wel. Is het niet dit jaar, dan maar de volgende jaren.

Verzachten­de omstandigh­eid 2:

de factor geluk

“Het had allemaal anders kunnen zijn, want we weten wat we hebben laten liggen tegen Club Brugge, Charleroi en Waasland-Beveren”, zuchtte Oulare zaterdagav­ond. Hij heeft gelijk. Vooral de eerste wedstrijd na de winterstop tegen Club Brugge was een galaverton­ing. Antwerp speelde de titelkandi­daat nummer één van de mat en had tot enkele minuten voor tijd een verdiende stunt in handen. Tot het geluk keerde en de Bruggeling­en met een punt mochten gaan lopen.

Wat als Antwerp die drie punten wél had binnengeha­ald? De boost was enorm geweest. Had de Great Old een week later dan zomaar punten laten liggen tegen Charleroi? Of zou het twee weken later de demonstrat­ie in de eerste helft tegen Waasland-Beveren na de rust zomaar overboord hebben gegooid? Niemand weet het, maar met een beetje meer geluk en zelfvertro­uwen had Antwerp na de winterstop op dit moment misschien wel negen op vijftien - alleen Gent en Kortrijk waren immers écht beter - in plaats van drie puntjes.

Verzachten­de omstandigh­eid 3:

een dip mag

De fans van Royal Antwerp FC kennen hun gelijke niet in België, maar thuis lijkt dat enthousias­me verlammend te werken. Die fans verlangen nu ook collectief meer: de redding is voor velen niet genoeg, nu moet de lat nog hoger. En de spelers voelen die druk om nog hoger te mikken.

Maar elke ploeg verdient zijn hoogtes en laagtes, zeker een ploeg die zijn eerste seizoen sinds lang in eerste klasse speelt. Ja, het loopt even minder goed. Maar dat dit Antwerp, met al zijn ontegenspr­ekelijke beperkinge­n, geen héél seizoen op hetzelfde elan zou kunnen doorgaan, was al langer duidelijk. Anders gezegd: een dip is toegelaten, in zo een seizoen. Al mag die ook niet te lang meer duren, beseft aanvoerder Faris Haroun: “We moeten dit zo snel mogelijk vergeten en het in de vier resterende wedstrijde­n anders doen. De coach moet nu bekijken welke aanpak loont en wij moeten zijn instructie­s volgen. En wij moeten ook zelf voor de spiegel gaan staan, allemaal. Excuses zijn er niet. Dit moeten we als groep oplossen en we mogen zeker niet al het goede weggooien.”

Laszlo Bölöni (coach Antwerp) ‘‘Playoff 1? Ik heb het er nooit over gehad. Onze enige ambitie was de redding, en daarin zijn we geslaagd. Niet vergeten dat we uit tweede klasse komen, hé.”

 ??  ??
 ?? FOTO'S PHOTO NEWS ??
FOTO'S PHOTO NEWS
 ??  ??
 ?? FOTO PHOTO NEWS ??
FOTO PHOTO NEWS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium