Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Weer staking? Ja, weer staking. Zonde.
I n 2021 zou het zomaar kunnen dat als u bus neemt , u geen klant meer bent bij De Lijn, maar wel bij een of andere buitenlandse maatschappij. Keolis bijvoorbeeld, de Franse onderneming voor openbaar vervoer die meer dan 50.000 werknemers telt in een stuk of vijftien landen. Eind 2020 loopt de beheersovereenkomst tussen De Lijn en de Vlaamse regering af en daarmee ook het monopolie van De Lijn. Een onderneming als Keolis zou dan met een scherpe offerte kunnen uitpakken. De tegen dan nieuw verkozen Vlaamse regering zou kunnen besluiten om verder met hen in zee te gaan.
Omdat van Europa de markten voor openbaar vervoer moeten opengegooid worden, moet De Lijn er nu dus voor zorgen concurrentieel te zijn.
Daarom het nieuwe plan voor een reorganisatie, met het schrappen van 286 banen onder de bedienden – zonder ontslagen – en een centralisatie en een verschuiving van de macht van de vijf provinciale afdelingen naar ofwel het hoofdkantoor in Mechelen, of juist naar de kleinere vervoersregio’s (een stuk of twaalf) zoals die van Antwerpen en de randgemeenten.
Besparing: 40 miljoen euro, die De Lijn opnieuw investeert in een betere werking.
Hoewel hierover nog overleg gepland is, en ook al moet een en ander nog concreet worden uitgewerkt, staken de bonden toch al tegen het plan. In de steden zullen vandaag weinig of geen trams en bussen uitrijden. Elders wat meer, omdat daar meer privépachters rijden en die staken waarschijnlijk niet mee.
De staking is een gemiste kans van de bonden om op een constructieve manier mee te werken aan een toekomst voor De Lijn, waar ze zelf toch alle belang bij hebben. Dat er bij de vervoermaatschappij niet altijd even efficiënt bestuurd wordt en dat de politiek het openbaar vervoer en de reiziger soms in de kou laat staan, daar is in deze krant al vaak op gewezen. Maar een staking is een wapen waar de bonden zuinig mee zouden moeten omspringen, al is het maar omdat de grootste pineut altijd weer de reiziger is.
In de wandelgangen bij De Lijn wordt gezegd dat het opbod tussen de bonden meespeelt en dat de ene bond (met name de christelijke) zich al soepeler opstelt dan de andere (de socialistische), die maar blijft hameren op de verworven rechten.
De bezwaren van de vakbonden tegen het plan snijden hout, maar ze zijn eerder stof voor discussie en mogelijke bijsturing dan een goede reden om de boel maar weer plat te leggen. Je moet niet elke keer met de voorhamer afkomen omdat je vindt dat dingen beter kunnen of omdat het personeel zich zorgen maakt.
Voor Antwerpen en de rand kan een sterkere positie als vervoersregio een groot voordeel zijn, bijvoorbeeld met het oog op de verlenging van tramlijnen.