Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik heb genoeg met stofzuigers geleurd voor mijn olympische droom”
Hij wordt het luidst aangemoedigd, ook al staat hij na de eerste dag van het skeleton allerlaatste. Akwasi Frimpong (32), een gewezen illegaal uit Ghana die opgegroeide in Amsterdam beleeft een sprookje in ZuidKorea. “Maar ik ben geen clown, wel een topsporter.”
“Zo zijn Ghanezen, hé: altijd zingen, ik hoor ze wel.” In de verte stijgen Afrikaanse gezangen op, zijn talloze fans wachten tot Akwasi Frimpong uit de mixed zone mag na zijn olympisch debuut. Na passages voor zowat elke tv-camera – van de ZuidKoreaanse tv tot CNN – wil hij in het Amsterdams nog eens zijn geluk uitschreeuwen. Hij staat eindelijk op de Olympische Spelen. “Ik schat dat ik in de aanloop naar PyeongChang twintig interviews per dag heb gegeven”, zegt hij lachend.
Een prijs van Cruijff
Maar dat is klein bier tegenover de lange rit naar die Spelen.
“Vijftien jaar heb ik hiervan gedroomd. Twee keer heb ik de
Spelen net gemist: de Spelen van Londen 2012 als sprinter voor Nederland, toen ik geblesseerd was. En vier jaar later de Spelen van Sotchi, toen ik het tot reserve schopte van het bobsleeteam. Ik kon allang hebben opgegeven. Maar mijn vrouw zei: Akwasi, blijf nu gaan voor die olympische droom. Ik wil niet dat je opgeeft en daarover tot je 99ste blijft zeuren.”
Opgeven? Nooit. Daarvoor heeft Frimpong al te veel meegemaakt. Op zijn achtste belandt hij in de Amsterdamse Bijlmer met zijn mama, gevlucht als illegaal. “Ik had nog nooit een blanke man gezien”, bekent hij vandaag.
Al snel wordt zijn sprinttalent ontdekt. Hij schopt het als junior tot de snelste jongen van Nederland. Probleem: hij is dus illegaal in Nederland. Het duurt dertien jaar voor hij eindelijk het bevrijdende nieuws krijgt dat hij zich Nederlander mag noemen.
“Al die tijd mocht ik niet naar het buitenland voor atletiekcompetities. Ik voelde me alsof ik een isoleercel leefde met mijn mama, broers en zus. Ik was moe van dat gevecht met de immigratiedienst.”
Het tij keert wanneer hij in 2004 de kans krijgt om aan het Johan Cruijff College atletiek met een opleiding pr, marketing en communicatie te combineren. In 2007 studeert hij af en krijgt hij wegens zijn opmerkelijke doorzettingsvermogen de International Student of the Year Award. Die zou hem hoogstpersoonlijk door de geniaalste voetballer aller tijden worden overhandigd in Barcelona. “Maar ik kon niet, ik was nog altijd illegaal.” Cruijff zakt zelf af naar Amsterdam om de prijs toch uit te reiken: “Hij zag me als een mens, niet als een nummer.”
En toen kwam hij zijn vrouw, Erica, tegen. Een Amerikaanse met wie hij samen zijn droom zou najagen. In het skeleton, welteverstaan, én voor Ghana. Frimpong richtte zelf de Ghanese skeletonfederatie op.
“Ik heb genoeg met stofzuigers geleurd om geld bijeen te sprokkelen om mijn eerste jaar als skeletonatleet te kunnen betalen”, zegt hij. “Ik verkocht zelfs mijn auto. Nu heb ik gelukkig sponsors. Ik wil vooral mijn dochter Ashanti bewijzen dat je met genoeg wilskracht moet blijven geloven in je dromen.”
Akwasi Frimpong
“Ik wil vooral mijn dochter tonen dat je altijd moet blijven geloven in je dromen.”