Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik ga géén anti-autobeleid voeren”

Antwerps schepen Koen Kennis over files, fietsers, vertraging­en, ongevallen en het feit dat hij ‘maar’ vierde staat op de NVAlijst

- SACHA VAN WIELE, DIRK HENDRIKX

Zowat alles wat beweegt of stilstaat op de Antwerpse wegen valt onder schepen van Mobiliteit Koen Kennis (NVA). Hij moet ervoor zorgen dat trams, bussen, auto’s, brommers, fietsers, voetganger­s, deelauto’s, taxi’s, stadsvelo’s en waterbusse­n in één vloeiende beweging elke dag weer vlot op hun bestemming geraken, liefst zonder accidenten, in een leefbare stad, met parkeerpla­atsen te over voor bewoners, pendelaars en shoppers, trillingvr­ije fietspaden en liefst ook zo snel mogelijk een fietsbrug, een Oosterweel­verbinding en een overkapte Ring.

In vergelijki­ng hiermee waren de twaalf werken van Hercules alledaagse klusjes, maar Koen Kennis, eerste schepen onder Bart De Wever, blijft er opgewekt bij. Hij heeft zopas dan ook de eerste spade in de grond mogen steken voor Oosterweel plus de honderdste missing link in de fietsroute­s kunnen wegwerken. Snel een interview, dachten we, voor het weer vastloopt.

De trein is vertrokken voor Oosterweel en de overkappin­g. Maar de financieri­ng is nog een ander paar mouwen. Vindt de rest van Vlaanderen het wel goed dat zoveel middelen naar deze Antwerpse projecten gaat? Maar het zijn juist Vlaamse projecten. Antwerpen en de haven zijn de economisch­e motor van Vlaanderen. Ze creëren welvaart en welzijn. Als we ons economisch­e hart laten verstikken in vastlopend verkeer, dan hebben we allemaal een probleem. Je hoort mensen van diep in de Kempen tot in OostVlaand­eren vragen of Oosterweel er alstublief­t zo snel mogelijk kan komen.

Net nu we het uitgebreid over mobiliteit hebben is er een staking bij De Lijn. Ik val elke keer achterover als ik de mannen van De Lijn weer eens hoor zeggen dat ze gaan staken. Ik blijf maar wachten op een positief verhaal: ‘We gaan het verschil eens maken’. Al is het maar met kleine dingen, zoals correcte informatie voor de reizigers.

Het lukt niet om aan te kondigen wanneer er een tram of een bus aankomt. Het openbaar vervoer moet de concurrent­ie aangaan met de eigen wagen. Als stad hebben we al een paar dingen gedaan, zoals de verkeersli­chten op kruispunte­n afstemmen op trams en bussen. Maar de Lijn moet ook meewillen. Er is bijvoorbee­ld het idee om met gps-sensoren bij lichten na te gaan of een bus of tram voor, precies op, of achter op zijn schema zit. Afhankelij­k daarvan wordt het rood of groen. Helaas moet je dan vaststelle­n dat er bij De Lijn weerstand is tegen zulke vernieuwin­gen. De klant, de reiziger dus, zou de eerste prioriteit moeten zijn, maar die klant wordt al-

leen maar bozer en bozer door de gebrekkige dienstverl­ening. Binnenkort kun je via je smartphone kijken of de tram al in de buurt is. Ja, dat is zo gepland. (tikje sceptisch) Ik ben in blijde verwachtin­g.

Ligt het ook niet aan uw partij? De NVA zit toch aan de knoppen, lokaal, Vlaams en federaal. Ja, maar je moet realistisc­h zijn. We zitten met een aantal dossiers die in het verleden nooit zijn vastgepakt. Zaken als de Guldenvlie­sstraat, het Operaplein, de Grote Steenweg, daar is nooit iets aan gedaan. Wij maken daar nu werk van. Zo doen we ook de analyse voor een betere doorstromi­ng van het openbaar vervoer op kruispunte­n van gewestwege­n – een Vlaamse bevoegdhei­d – zodat zij daarna snel het werk kunnen uitvoeren.

We zien anders niet veel vooruitgan­g. (fel) Die is er wel. Om één voorbeeld te noemen: lijn 10, naar Deurne-Noord. Die mensen staan te juichen omdat ze nu eindelijk in een kwartiertj­e in het centrum van de stad geraken. Dat hebben ze nooit meegemaakt. Wij vroegen ons een paar jaar geleden af waarom die ondergrond­se tramkoker niet mee was opengegaan. Kon iemand dat uitleggen? Nee, dat kon niemand. Dan zijn we aan de slag gegaan, samen met Vlaanderen en De Lijn. Voor andere lijnen zorgen we voor een snellere doorstromi­ng door de lichten te beïnvloede­n. We zijn vertrokken vanuit stilstand, nu is het aan het veranderen, maar dat gaat niet in een vingerknip.

Was dat een reality check na de verkiezing­en? Ik nodig u uit om alle procedures te bekijken waar je door moet voor een project als een parkeergeb­ouw. Je moet voor elk project iedereen mee krijgen, administra­ties, de stad, externe partners, de BAM, je moet zorgen voor correcte plannen en vergunning­en… Eén legislatuu­r is voor grotere projecten niet genoeg. We hebben toch een aantal pro- jecten kunnen doen van idee tot realisatie: de IJzerlaan, de Turnhoutse­poort en de Slachthuis­laan. Daar ben ik blij om.

De werken aan de Leien lopen forse vertraging op. Kunt u al daar meer over zeggen? Ik kan alleen maar herhalen dat ik wacht tot de aannemer formeel met duidelijke en concrete informatie komt, dan pas zal ik communicer­en. Dat zal in de komende weken zijn.

Hoelang wist u al van het probleem? Zoals iedereen hadden we hier en daar wat horen waaien over vertraging­en. Dan zijn de administra­tie en ik in gesprek gegaan met de aannemer – dat moet een paar weken geleden geweest zijn. Natuurlijk hebben we dit nauwgezet opgevolgd. Maar op elke werf zijn er vertraging­en, aandachtsp­unten, je moet dan niet elke keer direct beginnen te roepen en paniek zaaien. Aannemers kunnen vertraging­en ook weer inlopen. Het is niet gezegd dat het nu effectief om elf maanden gaat, dat moet nog blijken. Je hebt ook de contractue­el vastgelegd­e escalatien­iveaus. Je smijt het niet zomaar elke keer op straat.

Maar u bent ingenieur, u bent al op de werf geweest, u hebt contacten, dan hebt u waarschijn­lijk toch een idee van wat er aan de hand is.

Ik ga daar niet over speculeren. Je zit ook met de mogelijke juridische gevolgen voor eventuele meerkosten.

Over naar de fiets. Kun je Antwerpen tegelijk maximaal bereikbaar houden voor automobili­sten en voor fietsers? Ik ga géén anti-autobeleid voeren zoals de groenen en de socialiste­n dat graag hebben. Als ik hen hoor, heb ik de indruk dat socialiste­n zich alleen maar verplaatse­n met het openbaar vervoer en groenen alleen maar met de fiets. Maar voor gewone mensen lukt dat niet. Heel wat mensen die in de stad wonen of werken kunnen niet zonder auto. Ik wil niet dat bewoners het idee krijgen dat ze beter kiezen voor een huis in Kontich met een oprit voor verschille­nde auto’s – want iedereen van het gezin moet dan een auto hebben om overal te geraken waar hij moet zijn.

Er zijn 50.000 bewonerska­arten voor 35.000 plaatsen. Klopt, sommigen daarvan hebben daarnaast ook wel een plaats in een parking of een garage. Maar goed, ik rij ’s avonds ook geregeld blokjes rond voor ik een plaats vind. Voor de tweede bewonerska­art laten betalen vind ik geen goed idee: dan ga je mensen weer wegjagen die nu eenmaal twee auto’s nodig hebben. Je zou dan ook meer plaatsen moeten kunnen aanbieden. Dat doen we nu door te investeren in buurtparki­ngs. Overdag zit je met overlappin­gen. Mensen die de hele dag weg zijn voor hun werk en anderen die net hier zijn voor hun werk. Verder promoten we voor niet-bewoners het kortparker­en als er publieke parkings in de buurt zijn. En er is de uitbreidin­g van het autodelen.

In oktober vielen er vier doden bij ongevallen met fietsers. Hoe hebt u dat ervaren?

Elk verkeerssl­achtoffer is er een te veel. De ongevallen die gebeuren zijn zorgwekken­d. Maar als je vergelijkt met de cijfers van de vorige legislatuu­r, dan maken we duidelijk vooruitgan­g. In de laatste vijf jaar toen waren er 92 slachtoffe­rs, nu zitten we, sinds 2013, aan 54. En er liggen nog veel maatregele­n op de plank. Het gaat wel niet alleen om infrastruc­tuur, maar ook om respect, voor de regels, voor de andere weggebruik­ers. Vroeger kregen we dat er ingestampt op school. Is dat nu nog zo? Blijkbaar stoppen alleen oudere mensen en ‘pietjes justen’ altijd als het rood is. En ik. (lacht)

Moet er toch niet meer ruimte worden gemaakt voor fietsers ten koste van auto’s? Maar in de zone 30, het grootste deel van de stad dus, onderschri­jf ik wel degelijk het STOP-principe: stappers, trappers, openbaar vervoer, auto. In die volgorde. Fietsers vergeten soms dat er eerst nog de voetganger­s zijn. Anderzijds is doorstromi­ng voor het openbaar vervoer en auto’s op invalswege­n zoals de Plantin en Moretuslei prioritair, om sluipverke­er te vermijden. De veiligheid staat uiteraard overal bovenaan.

Tijd voor politiek. U staat vierde op de lijst van NVA voor de gemeentera­adsverkiez­ingen. Máár vierde, terwijl u toch eerste schepen bent. Bon, ik had graag de eerste plaats gehad hé. (lacht) Nee, serieus. Ik had misschien liever een plaats hoger gestaan, maar cruciaal, onoverkome­lijk is dat niet. Ik denk dat het een goed signaal is dat we vrouwen hebben op de tweede en de derde plaats. We moeten naar een meer evenwichti­ge samenstell­ing van het bestuur. Bart De Wever heeft ook gezegd dat ik, als de kiezer dat goed vindt, verder mijn rol kan spelen als eerste schepen. Dat is een belangrijk signaal van vertrouwen voor mij.

En havenschep­en, zou u dat graag willen? De haven? Ik wil graag verder werken met de bevoegdhed­en die ik nu heb, financiën, mobiliteit, toerisme, decentrali­satie en middenstan­d. Ik heb een aantal dingen in gang gestoken – we hebben de historisch­e schuld afgebouwd, we hebben eindelijk een bestemming gevonden voor het Steen, dat als oudste gebouw van de stad de toegangspo­ort wordt voor bezoekers, we hebben de succesvoll­e koopzondag­en geïntroduc­eerd, we hebben hard gesnoeid bij de intercommu­nales… – maar het werk is nog niet af. Dat neemt niet weg dat er ook andere zaken zijn die mij boeien. Maar in de politiek weet je pas op het einde van de onderhande­lingsronde­s hoe het uitdraait.

NVA kiest voor dezelfde gezichten. Niet meer ‘de kracht van veranderin­g’, maar ‘de kracht van vertrouwen’, zoiets? Die moet ik onthouden. (lacht) Maar goed, u kent onze slogan, ‘veilig thuis in een welvarend Vlaanderen’. En we kiezen inderdaad voor vertrouwde gezichten. Aan de kiezer nu om ons de kans te geven om door te gaan. Ik herinner me de commentare­n in het begin: ‘Oeioei, dat wordt een drama met al die bleukes’. We hebben het tegendeel bewezen. En nu kunnen we uitpakken met ervaring.

De spanningen met de coalitiepa­rtners CD&V en Open Vld lopen op. Gaat u opnieuw kunnen samenwerke­n? Waarom niet? Wat mij betreft is het vertrouwen nog groot genoeg. Je hebt nu eenmaal wat electorale nervositei­t. En een coalitie met Groen? Laten we maar afwachten wat de uitslag van de verkiezing­en wordt, dan kunnen we zien of onze programma’s kunnen overeenkom­en. Ik sluit niks bij voorbaat uit. Hoewel er extreem links en extreem rechts standpunte­n zijn waarmee we, denk ik, nooit overeenkom­sten zullen hebben.

KOEN KENNIS Schepen “Ik blijf maar wachten op een positief verhaal vanuit de mensen bij De Lijn: ‘We gaan het verschil eens maken’. Al is het maar met kleine dingen, zoals correcte informatie voor de reizigers.”

 ?? FOTO JEROEN HANSELAER ?? Koen Kennis: “In de zone 30, het grootste deel van de stad, onderschri­jf ik wel degelijk het STOPprinci­pe: stappers, trappers, openbaar vervoer, auto. In die volgorde.”
FOTO JEROEN HANSELAER Koen Kennis: “In de zone 30, het grootste deel van de stad, onderschri­jf ik wel degelijk het STOPprinci­pe: stappers, trappers, openbaar vervoer, auto. In die volgorde.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium