Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“De Paardenmar­kt is een kind van de Gouden Eeuw”

Maand na ontploffin­g ziet wijk toekomst weer positief tegemoet

- KATRIJN SERNEELS

Nu het stof na de explosie is gaan liggen, steekt een nieuwe, positieve vibe opnieuw de kop op op de Paardenmar­kt. De buurt – ontstaan in de Gouden Eeuw van Antwerpen – gaat, met een nieuwe campus in zicht en nieuwe zaken die er zich nestelen, straks misschien wel nieuwe gouden jaren tegemoet. “Ik zie het hier de volgende vijf, tien jaar helemaal openbloeie­n”, zegt Dietrich Stas (37) van koffiebar Cuperus, die recent een nieuwe vestiging opende.

Toen een maand geleden de Paardenmar­kt nationaal nieuws werd door een ontploffin­g, stak enkele meters verderop Rita in de Sint-Antoniuspa­rochie een kaarsje aan. “Ik woon in het Begijnhof hier vlakbij. Ik hoorde de knal. Door het raam zag ik de toren van de kerk nog rechtstaan, maar ik ben meteen naar hier gelopen.” Al meer dan twintig jaar geeft Rita eerste hulp aan de zielen van de Paardenmar­kt. “We hadden zelf bij de doden kunnen zijn”, zegt Rita Somers (65), verantwoor­delijk voor het onthaal bij de Sint-Antoniuspa­rochie op de Paardenmar­kt. “Mocht het op een zaterdag gebeurd zijn, wanneer wij vlak bij het ontplofte gebouw onze kledingbed­eling organisere­n, dan zouden er wel vijftig mensen aanwezig kunnen zijn geweest. Het doet ons beseffen hoe kwetsbaar het leven is.” Vanochtend heeft zuster Rita opnieuw een kaars aangestoke­n. “Je moet mij geen zuster noemen. Ik draag ook geen gewaad. Bij de gemeenscha­p van Villers, waartoe ik behoor, is dat niet de gewoonte. Onze stichter wilde dat we tussen de mensen zouden staan. Een gewaad zou alleen maar afstand scheppen, geloofde hij.”

Fabrieksme­isjes

De kaars die ze vanochtend heeft aangestoke­n, is voor een dappere dame van 93 die op de Paardenmar­kt woonde. “Ze kwam ons elke ochtend helpen als vrijwillig­ster. Ik heb haar maandag nog gesproken. Nu is ze onverwacht overleden. Onze orde heeft als voornaamst­e doel vrouwen helpen. Hij trok zich het lot van die arbeidersv­rouwen aan, net zoals pastoor Daens. Vandaar dat gezinszorg vandaag nog steeds een van onze missies is.” Rita’s missie en de werking van het straatpast­oraat op de Paardenmar­kt is nog steeds heel actueel, vindt ze. “Er zijn heel wat mensen die in nood leven en hulp nodig hebben. Meer dan vroeger zelfs. Het aantal alleenstaa­nde moeders dat wij helpen met onze voedselpak­ketten is alleen maar gestegen de voorbije jaren. Er blijft nood aan straatpast­oraat. Vandaag nog meer dan twintig jaar geleden, toen ik hier voor het eerst kwam helpen in deze parochie.” Door haar werk kent Rita de problemen in de buurt goed. “Maar zeggen dat dit een buurt vol huisjesmel­kers is, dat klopt niet. Het is ook nog niet uitgemaakt of het probleem nu bij de leidingen bovengrond­s in het pand lag, of ondergrond­s, want dan zou Eandis verantwoor­delijk zijn. Er is geen reden om hier bang te zijn dat er nog iets gebeurt, niet meer dan elders in de stad. Overal kan een terrorist toeslaan, of een ongeluk gebeuren.”

De vlam van het geloof

In de Sint-Antoniuske­rk wordt druk gezongen en gebeden. “Ik ga hier zelf elke zondag naar de mis. Maar ook de gelovigen uit Eritrea en Korea komen hier op de Paardenmar­kt hun vieringen houden. Sinds de jaren 80 delen we onze kerk met de Afrikaanse gemeenscha­p.” De vlam van het geloof blijft hier stevig branden. “Ons straatpast­oraat strekt zich ook uit tot mensen die op straat leven en dakloos zijn. Voor hen hebben we aparte voedselpak­ketten, zonder etenswaren die moeten opgewarmd worden. En het gebeurt wel eens dat wanneer iemand hier aanklopt, we een zak brood met wat charcuteri­e meegeven. Een dieper gesprek, daar krijg ik ook geregeld vraag naar.” Niet meteen naar aanleiding van de rampzalige explosie op de Paardenmar­kt, eerder omwille van persoonlij­ke levensvrag­en. “Iemands broer had zelfmoord gepleegd, en wou met me praten. Vaak krijgen we ook de vraag van familie van een overledene die vaak bij ons langskwam voor hulp, en de vraag om hem hier te begraven. Omdat die mensen, ook al doolden ze rond in de stad, bij ons toch ook thuis waren.”

Gouden Eeuw

Vier eeuwen geleden kon je op de Paardenmar­kt ook al geestelijk­en tegen het lijf lopen op straat, die je dan op je levenspad wilden helpen. De eerste kerk die op de Paardenmar­kt stond, was de kapucijner­monniken, heel actief als straatpred­ikanten in de 16de eeuw. “De Paardenmar­kt was toen een nieuwe wijk in aanbouw,” zegt Jan Meersman (61), docent architectu­ur aan de Universite­it Antwerpen. De studenten architectu­ur krijgen vandaag ook les op de Paardenmar­kt. “En straks gaan we de historisch­e gebouwen die de universite­it hier bezit ook renoveren. De Paardenmar­kt is eigenlijk een kind van de 16de eeuw, de Gouden Eeuw van Antwerpen. Toen kende de stad een enorme bevolkings­groei en groeide er rond de Paardenmar­kt en de Ossenmarkt een nieuw stadsdeel.” De Paardenmar­kt lag toen vlak bij de stadspoort, zodat wie dieren wou verkopen, niet meer door de hele stad moest lopen. “Het enige 16de-eeuwse gebouw dat nog in goede staat bewaard is gebleven, is het Knechtjesh­uis. Dat werd niet lang na het Maagdenhui­s gebouwd: dat was een weeshuis voor meisjes, hier zaten de jongens. Die naam ‘knechtje’ was niet slecht bedoeld, ik hoorde laatst in West-Vlaanderen een vader over z’n zonen spreken als knechtjes. In het begin van de 20e eeuw werd dit de nijverheid­sschool , waar jongens een beroep konden leren. En daarna kregen de ingenieurs hier les.” Over een goede vier jaar nemen de ingenieurs van de toekomst, de studenten productont­wikkeling, hier hun intrek. “Van tandenbors­tels tot vliegtuige­n, zij gaan ontwerpen hoe de toekomst er zal uitzien. Ik teken als architect graag de toekomst van gebouwen met een verleden uit, zoals het Knechtjesh­uis, maar ook andere historisch­e panden aan de Paardenmar­kt zoals de Botermelck­stoop, Fortuyne en Peerboom. We gaan via doorgangen langs de binnentuin­en en met met glas overdekte gaanderije­n ook de link met de straten rondom en de andere gebouwen van de universite­it versterken. Naar het voorbeeld van de campussen van Oxford of Cambridge, die ook doorwaadba­ar zijn.”

Cafécultuu­r

De renovatiep­lannen voor de campus op de Paardenmar­kt klinken eerstejaar­sstudente architectu­ur Zoë Bogaert (18) als muziek in de oren. “Dat klinkt heel leuk, ik kijk er al naar uit”, zegt ze. “Nu kom ik eigenlijk nauwelijks op de Paardenmar­kt, tenzij om wat vrienden te bezoeken die daar op kot zitten. Het hart van de studentenb­uurt ligt richting Ossenmarkt. Maar misschien komt daar wel veranderin­g in. Dat het Knechtjesh­uis een historisch­e parel is, dat wist ik eigenlijk niet. Ik

kende de naam van het gebouw niet eens. Al hou ik wel van oude gebouwen, zoals het Centraal Station, dat is voor mij het mooiste gebouw van de stad.” Jan studeerde in de jaren 70 ook architectu­ur in Antwerpen. “Het grootste verschil tussen mijn studentent­ijd en vandaag is dat er steeds minder studentenc­afés zijn. Ja, internet is een groot café, heb ik mij laten vertellen, maar dat studenten minder sociaal zijn dan vroeger in de niet-digitale wereld, vind ik spijtig. In die zin betreur ik dat er geen plaats voorzien mag worden voor een café op de nieuwe campus. Een pareltje van een vergaderza­al gaan we wel hebben, in de oude bibliothee­k van de nijverheid­sschool.” Nijver en nooit ziek, dat is Herman Stes (61) van De Drie Hamerkens. “Mijn grootvader startte hier in 1870 op de Paardenmar­kt met een gereedscha­pswinkel, mijn vader heeft dat voortgezet, en ik werk al vanaf mijn zestiende in de winkel. Maar het zal nu het laatste jaar zijn, het gebouw is verkocht. Wat hier gaat komen, weet ik niet. En het kan me ook niet veel schelen, of het nu studentenk­oten of hoerenkote­n worden. Door de werken met de knip en de digitalise­ring heb ik besloten om te verkopen. En nu ik hoor dat de werken nog een jaar langer gaan duren, ben ik echt content dat ik niet langer heb gewacht om alles te stoppen met de zaak. Ik hou nog uitverkoop tot september, en ga dan buiten de stad wonen, in het groen en de rust. Ik ga het hier niet missen, nee. De buurt ook niet. Ik hou niet van die diversitei­t die hier gekomen is.”

Nieuwe vibe

Voor Charlotte Schrams (31), die nog niet lang in de buurt van de Paardenmar­kt woont, is dat net een pluspunt. “Je hebt hier Spaanse en Portugese restaurant die al jaar en dag bestaan, maar ook leuke nieuwe zaken, van café Clodette tot de Super Soepbar en koffiebar Cuperus. Ik werk in het MAS en het is eigenlijk de eerste keer dat ik een koffie bij Cuperus kom drinken, al was ik het al wel langer van plan. Ik had er gewoon nog niet de goede moment voor gevonden.” Dietrich Sas (37) van Cuperus heeft geen moment te verliezen tijdens de vrijdagmid­dagdrukte. “We zijn hier nog niet lang open, maar het is een succes. Deze buurt is aan het opkomen. Over vijf, tien jaar gaat dat hier helemaal openbloeie­n. Ik ben blij dat we hier op het juiste moment zijn gekomen. De bewoners, maar ook de studenten, komen graag bij ons langs. En als de campus straks vernieuwd is aan de Paardenmar­kt, gaan er daar nog meer van bij komen.” Ook kapper Salvatore Todaro, die al sinds de jaren 80 heren scheert en knipt in zijn Italiaanse herenkapsa­lon met seventiesm­eubels, is tevreden op de Paardenmar­kt. “Van studenten tot docenten, zij vinden allemaal de weg naar hier. Aan het interieur heb ik nooit iets veranderd. Ook de muziek komt uit de seventies: ik luister graag naar Radio Minerva. Waar wij zitten, dat is het beste deel van de Paardenmar­kt, je hebt hier altijd veel passage.” Wie geen hippe barbershop nodig heeft, maar een authentiek­e barbiere di Sicilia zoekt, die moet bij Salvatore zijn. “Nu baarden weer in de mode zijn, krijg ik hier veel jonge mannen over de vloer.”

Legokunst

Een van die jonge hippe mannen is Idris Sevenans (26), de kunstenaar die hier sinds een aantal jaar zijn atelier heeft. “Ik hou van de sfeer in de straat, als ik Salvatore op straat tegenkom, zegt hij altijd goeiendag. Je heb hier geen winkelkete­ns, maar nog een slager en een bakker, het voelt een beetje aan als een dorpsstraa­t. Het enige wat ik betreur, is hoe de heraanleg van de straat hier is gebeurd, met een heel erg breed voetpad, en kleine fietsstrok­en op de rijbaan: de auto’s die rijden hier soms als gekken door, da’s levensgeva­arlijk. Dat zullen ze in de toekomst misschien nog eens mogen heraanlegg­en.” Als koffiebars en kunstenaar­s in een buurt neerstrijk­en, dan zou het best wel eens de next place to be kunnen worden. “Er is laatst nog een andere kunstenaar bijgekomen wat verder in de straat, je hebt hier leuke nieuwe zaken die erbij komen, maar ook plekken waar je nog een pint voor 1,5 euro krijgt, met een kommetje chips ernaast. Ik werk hier graag, al is het plezanter in de zomer dan de winter, want er staat nog enkel glas in de vitrine van de galerie. Ik was van kleins af aan al aan het tekenen en knutselen. Eigen werelden aan het maken. Vandaag ben ik met een project met legoblokke­n bezig. Ik maak graag abstract werk, als je een boom tekent, dan ziet de toeschouwe­r een boom. Bij abstract werk moet hij beter kijken, onderzoeke­n wat hij ziet. Hij kan er meer zijn eigen betekenis aan geven, het deel maken van zijn eigen wereld. De wereld van de Paardenmar­kt, daar voel ik helemaal in thuis.”

 ??  ??
 ??  ?? Rita Somers van de SintAntoni­usparochie. “Hier komen ook gelovigen uit bijvoorbee­ld Eritrea misviering­en bijwonen”, weet ze.
Rita Somers van de SintAntoni­usparochie. “Hier komen ook gelovigen uit bijvoorbee­ld Eritrea misviering­en bijwonen”, weet ze.
 ??  ?? Dietrich Sas van koffiebar Cuperus is druk bezig tijdens de middagrush. “Onze zaak hier is een succes aan het worden.”
Dietrich Sas van koffiebar Cuperus is druk bezig tijdens de middagrush. “Onze zaak hier is een succes aan het worden.”
 ??  ?? Salvatore knipt al sinds de jaren 80 ik luister graag naar Radio Minerva,
Salvatore knipt al sinds de jaren 80 ik luister graag naar Radio Minerva,
 ??  ?? De Paardenmar­kt werd een dikke maand geleden plots nationaal nieuws. De buurt likt haar wonden, maar kijkt hoopvol de toekomst in de ogen. FOTO'S WALTER SAENEN
De Paardenmar­kt werd een dikke maand geleden plots nationaal nieuws. De buurt likt haar wonden, maar kijkt hoopvol de toekomst in de ogen. FOTO'S WALTER SAENEN
 ??  ?? Herman Stes (61) van De Drie Hamerkens. “Mijn grootvader opende hier in 1870 op de Paardenmar­kt een gereedscha­pswinkel.”
Herman Stes (61) van De Drie Hamerkens. “Mijn grootvader opende hier in 1870 op de Paardenmar­kt een gereedscha­pswinkel.”
 ??  ?? Eerstejaar­sstudente architectu­ur Zoë Bogaert. “Ik hou van oude gebouwen”, zegt ze. “Zoals het Centraal Station.”
Eerstejaar­sstudente architectu­ur Zoë Bogaert. “Ik hou van oude gebouwen”, zegt ze. “Zoals het Centraal Station.”
 ??  ?? de haren op de Paardenmar­kt. “En , dat pas bij m’n interieur.”
de haren op de Paardenmar­kt. “En , dat pas bij m’n interieur.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium