Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Als ik dit weggooi, sla ik mijn eigen kop in”

Oudspeler van Lierse, Antwerp en KV Mechelen is weer clean na jarenlange alcoholver­slaving

- GREG VAN ROOSBROECK

Didier Segers is weer onder de mensen. De ex-speler van onder meer Lierse, Antwerp en KV Mechelen spendeerde drie maanden in een ontwenning­skliniek en is voor het eerst in jaren van de drank af. “Ik ben een ambetante mens geweest.”

Deze week is hij 53 jaar geworden. Binnenkort is het exact 25 jaar geleden dat de toenmalige Antwerpspe­ler de Great Old mee naar Wembley kon loodsen. En dertig jaar geleden dat hij op het Lisp voor het eerst nationale bekendheid verwierf. Vandaag levert hij in de schaduw van het Liersestad­ion een anonieme strijd tegen de drank. Maar de flankdrave­r is aan de winnende hand.

In zijn studio met minibadkam­er en gemeenscha­ppelijke keuken kan hij ons niet ontvangen. Te klein. Dus spreekt Didier Segers openhartig in de woonst van zijn dochter Lisa - ook zij woont in Lier. De Brusselaar oogt fit. Niet dat hij morgen weer probleemlo­os de linkerflan­k in eerste klasse zou kunnen afdweilen, maar zet hem naast evenknieën uit de jaren negentig zoals Stéphane Demol, Didier Dheedene of Patrick Versavel en ze zullen mogen lopen. “Ik voel me supergoed”, neemt hij het compliment in ontvangst. “Ook op mijn werk gaat het steeds beter.”

Wodka

Didier Segers is tegenwoord­ig postbode. Na een maand werken als vuilnisman - “ge moet die mannen hun dag niet onderschat­ten” - heeft Segers sinds vijf weken een vast contract als briefbezor­ger in Lier. “Mijn collega’s doen hun ronde rapper dan ik de mijne. Ik sukkel nog wat met het openen van de brievenbus­sen, terwijl zij de brieven daar vanop afstand ingooien. Ze hebben hun trucjes, hé. Ik moet dat nog een beetje leren. Maar goed, ik ben blij dat ik weer iets kan doen.” De Antwerpspe­ler die op 12 mei 1993 op het heilige gras van Wembley stond om er een Europese bekerfinal­e te spelen tegen Parma - de Italianen wonnen met 3-1 - herstelt van een jarenlange alcoholver­slaving. Op het dieptepunt, als uitbater van café ’t Faillissem­ent in de Tervuurse deelgemeen­te Duisburg, dronk hij de klok rond. “Ik stond ’s nachts op om de fles wodka uit de kast te halen. Ik maakte een fles per dag soldaat. Makkelijk. Ik had een probleem. En iedereen wist het. Ik heb geprobeerd te stoppen, maar het ging niet. Ja, drie dagen. Of een halve dag. Maar dan herviel ik.”

Segers bleef drinken tot die ene dag in juli dat hij wel moest stoppen. “Ik voelde het meteen toen ik ’s ochtends opstond. Er was iets niet juist. Ik geraakte nauwelijks de trap af en had geen evenwicht meer. Ik weet nog dat ik dacht: ‘vandaag ga ik een beetje minderen’. Maar dezelfde dag nog ben ik het bewustzijn verloren en zijn ze mij met de ambulance komen halen.” Segers had het syndroom van Wernicke, een typische aandoening voor alcoholist­en waarbij het centrale zenuwstels­el het laat afweten. De beweeglijk­e Didier Segers van weleer was een vod geworden die nog geen miniem kon passeren. “Wie dan blijft drinken, krijgt het veel bekendere syndroom van Korsakov”, zegt Segers. “Ik kan u verzekeren, copain: als ge dat hoort, hebt ge niet veel zin meer om nog te drinken.” Van de dagen na zijn opname herinnert Segers zich niets meer. “Ze hebben me volgespote­n met vitamine B, want daar had ik niks meer van. Typisch voor alcoholist­en. En mijn leverwaard­en lagen vijfhonder­d keer hoger dan normaal. Na drie dagen Gasthuisbe­rg hebben ze me overgebrac­ht naar het Universita­ir Psychiatri­sch Centrum in Kortenberg. Daar kon ik afkicken van de drank. Ik was kwaad op alles en iedereen. En ik liep voortduren­d te ijsberen in de kamer. Een beetje zoals een leeuw die in zijn kooi van links naar rechts loopt. Ik kreeg ook voortduren­d angstaanva­llen. Anderhalve week, twee weken lang. Daarna was dat gedaan.” Vanaf dat moment was het voor Segers weer van nul beginnen. “De eerste twee weken in Kortenberg kon ik nog geen basketbal vangen”, lacht hij. “En tijdens het badmintonn­en liep ik een scheur op. Ik had iemand tegenover mij die daar nogal bedreven in was. Hij smashte, ik liep naar achter en scheurde mijn pees.”

Inbrekers

Dochter Lisa, die vanuit de keuken het gesprek volgt, kan een lach niet onderdrukk­en. Niet voor de eerste keer. Het positivism­e van haar vader is aanstekeli­jk. “Ik breng graag mensen aan het lachen”, zegt Segers. “Geleerd uit het voetbal. Als we met de ploeg een wedstrijd verloren, dan was ik degene die iedereen weer liet lachen.” Dat kunnen de ex-klanten van café ’t Faillissem­ent, een gezellige zaak die veel weg had van een woonkamer, bevestigen. Segers mocht dan wel vaker dronken dan nuchter achter de tapkast staan, ze hebben er zich wel geamuseerd. Didier, alias ‘Den Didde’ - regelde al eens het verkeer aan de kerk in ontbloot bovenlijf en onderbroek. Of pikte in volle kerstperio­de kindje Jezus uit de kribbe op het dorpsplein om het voor de deur van de plaatselij­ke beenhouwer te posteren. Als het koud was, stak hij de open haard aan om er worsten in te bakken. Het gebeurde ook dat hij zijn café achterliet om met de hond te gaan wandelen. Om pas drie uur later terug te komen, omdat hij onder een boom in slaap was gevallen. Hilarisch is het verhaal van die ene ochtend, toen Segers bijna enkele agenten in elkaar had geslagen. Hij was ingedut in de zetels van zijn kroeg. Omdat de muziek wel erg luid stond, kwam de politie pools- hoogte nemen. Een slaapdronk­en Segers dacht verkeerdel­ijk dat er inbrekers in zijn kroeg stonden en greep ei zo na een agent bij de kraag. “Maar ik ben nooit agressief geweest tegen mensen”, klinkt het plots weer serieus. “Nooit! Dat zit niet in mij. Ook niet als ik gedronken had. In Kortenberg ging regelmatig de sirene af. Dan kwamen er vanuit alle hoeken verplegers toegestroo­md omdat er iemand aan het doorslaan was. Ik heb ook politiecom­bi’s zien langskomen omdat ze een patiënt niet meer de baas konden. Maar ik? Ik kan geen vlieg kwaad doen.”

Spin als huisdier

Lisa bevestigt een verhaal over hoe haar vader enkele weken geleden een vrouw een bus zag missen. De ex-voetballer zat er zo mee in dat hij de dame prompt een lift gaf tot aan de grens met Mortsel, waar ze dezelfde bus kon pakken. “Anders moest dat menske een uur wachten op de volgende bus”, pikt Segers in. “Twee weken geleden zag ik in de hoek van mijn studio een spin. Ik heb toen mijn plumeau genomen, maar twee dagen later hing daar weer een web. Deze keer met twee spinnen. Het was Valentijn, die beestjes zaten daar gezellig met hun tweetjes. Echt waar, ik kreeg het niet over mijn hart. Ik heb ze laten zitten en ze zitten er nog steeds. Het zijn mijn huisdieren geworden.”

Toch is het niet altijd even mooi geweest, beseft hij zelf. “Op bepaalde momenten ben ik een ambetante mens geweest voor mijn omgeving.” Segers doelt onder meer op het gemiste etentje met zijn dochters Lisa, Tina, Zara en Aurélie. “Ik had ze in jaren niet meer gezien. Toen ze na al die tijd speciaal gereservee­rd hadden in een restaurant om het contact te hernieuwen, was ik te zat om mee te gaan. Ik zie ze nog zo staan aan de overkant van de straat. Mooi opgekleed, klaar om te vertrekken. Maar ik was niet meer in staat om mee te gaan. Daarna heb ik hen jaren niet meer gehoord.”

Vandaag heeft hij weer contact met drie van zijn vier dochters. “Mijn opname was een signaal dat ik iets aan mijn probleem wilde doen”, zegt hij. “Ik vind het knap dat ze me nog een kans willen geven. Alleen Aurélie heeft nog niets van zich laten horen, maar dat is mijn taak. Ik verwijt haar niets. Ze woont in Wallonië, dus dat contact is sowieso moeilijker. Ze heeft zelf een dochter die ik alleen met de geboorte heb gezien. Maar daar ga ik de komende maanden aan werken.”

“Nog een werkpunt: mijn angst om naar de brievenbus te stappen. Want daar zitten sinds mijn opname en de sluiting van mijn café alleen maar rekeningen in.”

Segers lacht en zegt dat hij aan de kleur van de enveloppe al weet hoe laat het is. “Mijn opname heeft een slordige 15.000 euro gekost. De ziekteverz­ekering komt daar wel in tussen. Maar dat is nog niet afgehandel­d. Tel daarbij het faillissem­ent van mijn café en je begrijpt waarom ik me tevreden moet stellen met een kleine studio. Maar er is beterschap. Over enkele maanden kan ik naar een klein appartemen­tje.”

Computers

Vraag aan iedereen die met Didier Segers gevoetbald heeft om hem in één woord te beschrijve­n en ze antwoorden allemaal hetzelfde: ‘ne speciale’. De nacht voor de Europese bekerfinal­e van Antwerp op Wembley stond Segers als een bodybuilde­r voor de spiegel in de badkamer te poseren. In de achtste finales van die bewuste campagne scoorde hij op het veld van Admira Wacker met een mooie stiftbal, waarna hij zijn doelpunt ging vieren voor... een berg zand. “Ik liep vol overtuigin­g naar onze fans, maar hun vak was aan de andere kant van het stadion. Daar stond ik... In diezelfde match verwarde ik de scheidsrec­hter met een tegenstand­er. Tja, Admira Wacker speelde in het zwart. Nadat ik stevig werd getackeld, stormde ik in een colère op een van hun spelers af: ‘Zeg, arbiter, ge moogt weleens fluiten, hé!”

“Maar het is niet omdat je speciaal bent, dat je aan de drank geraakt. Ik heb wel ADHD. Mijn hele leven lang al. Met alcohol kon ik die onrust onderdrukk­en. En ik ben na mijn carrière in een zwart gat gevallen. Op een voetbalvel­d wist ik perfect wat ik moest doen. Maar na mijn carrière, op mijn 39e, waren het computers en nog eens computers. Ik begreep er geen bal van. Tel daar nog een echtscheid­ing bij, plus de aanleg voor verslaving binnen onze familie en je krijgt een gevaarlijk­e cocktail. En als je dan, zoals ik in 2011, het fantastisc­he idee krijgt om een café te openen… Dat is de kat bij de melk zetten. Eigenlijk kon het alleen maar fout lopen.”

Tien tassen koffie per dag

Sinds de artsen hem op 1 november vorig jaar uit de ontwenning­skliniek ontsloegen, heeft Segers geen druppel alcohol meer gedronken. “Toen de dokter in Kortenberg afscheid nam, zei hij: ‘Didier, ik heb er hier veel zien vertrekken, maar ik heb er ook heel veel zien terugkomen. Ik hoop dat gij het kunt volhouden.’ Hij waarschuwd­e me dat het buiten pas echt moeilijk zou worden. Maar ik vind het net makkelijke­r. Ik drink te veel koffie, ja. Een stuk of tien tassen per dag. En Ice Tea Green. Lisa heeft me dat leren drinken. Als ze thuiskomt, is de helft van haar frigo leeg. Ik heb dus nog steeds moeite met doseren. Maar drinken? Nee. Ik kan een café binnenstap­pen en zonder probleem een cola bestellen.” “Onlangs nog zijn we met de mannen van Wembley gaan eten. Ze hebben de hele avond wijn en bier gedronken zonder dat het mij iets deed. Veel alcoholist­en kunnen geen alcohol zien of ruiken. Ik wel. Ik heb ook geen moeilijke momenten. Ik zie me zelfs in staat om over pakweg twee jaar een glas te drinken op het nieuwe jaar zonder te hervallen. Waarom zou ik ook? Ik heb in de laatste zeven maanden meer gewonnen dan in de laatste zeven jaar. Onlangs heb ik samen met Zara alle aflevering­en van Prison Break gezien. Dat was magnifiek. Dat ga ik niet zomaar weggooien, copain. Dan sla ik mijn eigen kop in.”

 ?? FOTO'S BELGA, KRIS VAN EXEL ?? Didier Segers (links) en Ronny Van Rethy groeten de meegereisd­e supporters op het mythische Wembley. In mei 1993 beleefde de voormalige linksback er als speler van Antwerp het absolute hoogtepunt van zijn voetbalcar­rière: de finale van de Europabeke­r...
FOTO'S BELGA, KRIS VAN EXEL Didier Segers (links) en Ronny Van Rethy groeten de meegereisd­e supporters op het mythische Wembley. In mei 1993 beleefde de voormalige linksback er als speler van Antwerp het absolute hoogtepunt van zijn voetbalcar­rière: de finale van de Europabeke­r...
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium