Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Wij staan altijd met twee voor de klas”
Leerkrachten KTA Brasschaat geven oplossing voor problemen
Als je bij jezelf én bij je leerlingen alleen maar negativiteit voelt, ben je niet goed bezig. Daarom hebben we een nieuw leertraject ontwikkeld dat zowel de leerlingen die extra zorg nodig hebben als de anderen weer goesting doet krijgen in school.”
Dat zeggen Ann Van der Borght (35) en Kathleen Nagels (32), leerkrachten van KTA Brasschaat. Omdat ze sinds de invoering van het M-decreet de instroom van leerlingen met een beperking in hun klas niet de baas konden, namen ze het heft in eigen handen. Met co-teaching, een klasoverschrijdende werking op maat van de leerlingen, hebben ze het klassieke klasmodel overboord gegooid.
Nobele gedachte
Ann en Kathleen geven les in het eerste en tweede jaar van de B-stroom, de richting waarin leerlingen terechtkomen die zonder getuigschrift van het lager onderwijs zijn afgezwaaid. Sinds het M-decreet hebben ze al vele moeilijke dagen achter de rug. Elke schooldag voelde aan als een nederlaag, vertellen ze.
“Voor alle duidelijkheid: wij zijn helemaal gewonnen voor de nobele gedachte achter het M-decreet dat ieder kind voor eender welke school moet kunnen kiezen”, benadrukken ze. “Een mooi idee, maar te snel ingevoerd en met te weinig middelen. Het CLB is overbevraagd en het nieuwe ondersteuningsnetwerk staat nog lang niet op punt. Waarom is er niet met tussenstappen gewerkt? Bijvoorbeeld door tijdelijk ‘buitengewone’ klassen in een reguliere school in te richten?” Nochtans hadden de twee leerkrachten ervaring met leerlingen met een extra zorgvraag. “Eentje of twee, dat lukt wel, maar niet zeven of acht”, zegt Ann. “Sinds 2015 worden we geconfronteerd met in de klas een combinatie van leerlingen met leer- en gedragsstoornissen, met autisme, met een licht mentale handicap,... Op zeker moment gaf ik les aan een klas met de helft leerlingen uit het buitengewoon onderwijs. Op een gewone manier lesgeven, was onmogelijk. Deze leerlingen hebben geen handleiding: zij hebben elk hun specifieke zorg en aandacht nodig. Ze zijn snel afgeleid, kunnen niet op hun stoel blijven zitten en uit frustratie wordt er hier en daar weleens een duw gegeven. Met andere woorden: constant onrust en stress in de klas.”
Beschermd milieu
“In het buitengewoon onderwijs zijn de klasgroepen klein en worden leerlingen intensief begeleid”, vult Kathleen aan. “Vanuit zo’n beschermd milieu plots in een grotere groep op een gewone school terechtkomen, valt voor sommige leerlingen heel slecht. Als er bijvoorbeeld ruzie ontstaat op de speelplaats en een leerling wordt berispt, gebeurt het dat die leerling niet luistert, alleen al omdat ze zo’n aanpak niet gewend zijn. Dus moet je die leerling, als het in de klas nog niet is opgelost, voor een time-out op de gang zetten, er een gesprek mee voeren enzovoort. Intussen geef je geen les. Als dat tien keer op een dag gebeurt, ben je ’s avonds mentaal helemaal op. En de leerlingen ook.”
Niet alleen in gedrag, ook cognitief liep het in de klas vaak stroef. “Sommige leerlingen hebben extra uitleg nodig, een klassieke les is voor hen niet genoeg. Dus hadden ze ook nog eens individuele hulp nodig. Ondanks die extra aandacht geraakten sommigen toch nog achterop. Heel frustrerend voor hen én voor ons. Dubbel zo frustrerend werd het als bleek dat er geen tijd en energie overbleef voor de betere leerlingen, die op hun beurt hun motivatie verloren.” Ann en Kathleen hebben het er niet bij gelaten. “We hebben een project uitgedokterd waarvoor we de mosterd in Prins van Oranje in Diest hebben gehaald. Dit is een van de pilootscholen die in het lerend netwerk ‘Onderwijs slim organiseren’ van Flanders Synergy is gestapt. Een systeem dat met co-teaching werkt, de nadruk ligt op zelfstandigheid én individuele begeleiding in kleinere groepen. Omdat we hadden gemerkt dat onze leer-
lingen meer stabiliteit en rust nodig hadden en niet konden wennen aan per vak een andere leerkracht zijn we hiervoor gegaan.”
Eigen tempo
De vernieuwde aanpak bestaat erin dat twee klassen samenzitten en alle algemene vakken door twee of drie leerkrachten worden gegeven. Ann en Kathleen zijn co-teachers en staan altijd samen voor de klas. “Op maandag beginnen we met een klasgesprek over het weekend”, zegt Ann. “We stellen dan ook de planning voor de week voor. Alle leerlingen krijgen een bundel met oefeningen die ze op hun eigen tempo afwerken. Tussendoor worden in een apart leslokaal met smartboard instructielessen ingericht voor leerlingen die extra uitleg nodig hebben. De sterkste leerlingen maken intussen extra oefeningen. Het vraagt wel wat zelfstandigheid en dat werkt niet voor iedereen. Maar omdat we met twee in de klas staan, is er genoeg ruimte om hen intensief te coachen.” “We merken dat de leerlingen rustiger zijn en met meer zin naar school komen”, vertelt Kathleen. “Voor elk vak zien ze dezelfde gezichten en ze blijven in hetzelfde lokaal. Hierdoor kopen we veel tijd en kunnen we met elk van hen een band opbouwen. We zetten verder ook heel erg in op hun socio-emotionele ontwikkeling, waardoor we korter op de bal kunnen spelen als er conflicten zijn. Zo werken we met stopkaartjes in plaats van telkens een negatieve opmerking te maken. Na drie stopkaartjes maken we tijd voor een babbel. Conclusie: onze leerlingen voelen zich gelukkiger op school. En wij ook.”