ZOWAT HELFT VAN PERSONEEL WERKT LOKAAL

Bankkantoor blijft cruciaal

België blijft een land van bankkantoren. Ons land staat hiermee in de Europese top drie. Antwerpen telt meer dan duizend bankkantoren, en is hiermee binnen de Vlaamse provincies een van de voorlopers. Enkel Spanje en Cyprus hebben per hoofd van de bevolking meer bankkantoren dan België. Per miljoen inwoners zijn er ons land 602 kantoren, blijkt uit cijfers van de Europese Centrale Bank. Ter vergelijking: in Nederland zijn dat er maar 102. In ons land is dat kantorennetwerk de voorbije jaren wel afgebouwd, blijkt uit cijfers van Febelfin. Waren erin 2007 nog 8.451 bankkantoren, dan verminderde dat in 2016 tot 6.182 kantoren. Een daling van meer dan 20 procent op tien jaar tijd. Vlaanderen heeft met 4.270 veel meer kantoren dan Wallonië (1.504) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (408). Maar ook in Vlaanderen zelf zijn er grote verschillen. Zo beschikken Oost-Vlaanderen (1.119) en Antwerpen (1.044) er over de meeste lokale bankkantoren, Vlaams-Brabant (635 kantoren) en Limburg (483) de minste. Over heel België is de provincie Luxemburg de hekkensluiter met slechts 145 kantoren.

Hoeveel in kantoor?

Bij de vier Belgische grootbanken werkt ongeveer de helft van het personeel in een lokaal kantoor, blijkt uit een rondvraag van Jobat. Bij BNP Paribas Fortis en Belfius bevindt zowat 40 procent van de medewerkers zich in de bankkantoren, de andere 60 procent in de hoofd- en regionale zetels. Bij KBC, de nummer twee in België inzake personeel, is de verhouding net om- gekeerd: 60 procent kantoorpersoneel tegenover 40 procent op hoofd- en regionaal kantoor. Ook bij concurrent ING werken meer mensen lokaal: 2.000 medewerkers in een plaatselijk bankkantoor en ongeveer 1.800 in een hoofd- of regionaal kantoor. Bij kleinere banken als AXA en Crelan, met een uitgebreid zelfstandigennetwerk, bevindt zelfs een ruime meerderheid van de medewerkers zich in lokale kantoren.