Gazet van Antwerpen Stad en Rand
In zijn eentje door oorlogsgebied
Antwerpse bisschop trekt week rond in Syrië om verwoesting met eigen ogen te zien
De Antwerpse bisschop Johan Bonny (62) is terug uit Syrië. Een week reisde hij door oorlogsgebied. Alleen, per taxi, van Damascus naar Homs en Aleppo. “Natuurlijk ben je bang als er op 200 meter een bom ontploft. En natuurlijk werkt het op je gemoed om die eindeloze puinhoop te zien. Maar ik kwam vroeger vaak in Syrië. Ik heb vrienden daar en ik wilde met mijn eigen ogen zien hoe het met hen gaat.”
Ze hadden het hem langs alle kanten afgeraden, maar Johan Bonny móést gaan. Voordat hij bisschop werd in Antwerpen, was hij in Rome bevoegd voor de relaties met de christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten. Hij ging een keer of zes naar Syrië, logeerde daar altijd bij christenen en bleef altijd met hen in contact. “Zolang de oorlog daar woedt – nu al zes jaar – heb ik de drang om hen weer op te zoeken. Als teken van vriendschap, en om met mijn eigen ogen te zien wat de oorlog met hen gedaan heeft.”
In december belden ze hem. Dat het rustig was in Damascus en Aleppo, dat hij kon afkomen. Bonny plande zijn reis, in stilte. Wie er wel van afwist, waarschuwde voor het gevaar, maar op 3 februari vertrok hij toch. “In Syrië is er geen internationale luchthaven meer, dus vloog ik naar Beiroet. Van daar ging ik met de auto naar Damascus en verder naar Homs en Aleppo. De mensen ter plaatse regelden een taxi met een chauffeur die zij kenden, zo wisten ze met welke wagen en met wie ik onderweg was. Het blijft een land in oorlog, hé.”
Dat bleek. Net in de dagen dat bisschop Bonny in Syrië was, flakkerde het geweld opnieuw op. “Voor het eerst in mijn leven hoorde ik bomexplosies. Ik voelde ze, op een paar honderd meter, terwijl ik thuis bij de Syrisch-Orthodoxe patriarch was. Voor het eerst zag ik compleet vernielde steden. Geen dorpen, hé. Steden groter dan Antwerpen. Eeuwenoude, florissante steden. Ik zag kilometers en kilometers van complete verwoesting. Een eindeloze betonnen leegte, waar de helft van de bevolking weg is. Omgekomen of gevlucht. Alle mannen tot 42 zitten in het leger. Wie je ziet, is vrouw, kind of bejaard. Mensen in uiterste ontreddering”, vertelt de bisschop.
Hulp nodig
Gisteren lanceerde Bonny in het katholieke weekblad Kerk & Leven een oproep om de christelijke ngo Caritas International te steunen. “Het is zowat de enige ngo die in Damascus en Aleppo nog hulp tot bij die mensen krijgt”, zegt hij. “En die hulp is meer dan nodig. Als je in Aleppo buiten de bewaarde, veilige straten komt, in de verwoeste stukken van de stad, zie je moeders die met hun kinderen proberen te wonen in de betonnen karkassen van verwoeste gebouwen. Zonder water, verwarming of elektriciteit. Om in de ogen te kijken van mensen die alles kwijt zijn, dat gaat heel diep.”
Hij is ontgoocheld in de internationale gemeenschap, zegt hij. “Iedereen vecht in Syrië tegen iedereen. Sjiieten tegen soennieten. Turken, Iraniërs, Israëli’s, Russen en Amerikanen. Iedereen voor zijn eigenbelang. De dwaasheid daarvan beseffen, en tegelijk in hulpeloze ogen kijken, dat weegt het zwaarst.”
JOHAN BONNY
Bisschop Antwerpen “Ik zag kilometers en kilometers van complete verwoesting. Een eindeloze betonnen leegte, waar de helft van de bevolking weg is.”