Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wereldcentrum van de seksindustrie
Volgens diverse internationale organisaties is de seksindustrie in Thailand, die voor het grootste deel gericht is op buitenlanders, goed voor ruim 5 miljard dollar per jaar – zowat 3% van het bruto binnenlands product. Exacte cijfers over het aantal prostituees in het land variëren. Volgens de laatste cijfers van de VN zouden ze met ruim 125.000 zijn. Volgens hulporganisaties is dit een schromelijke onderschatting en moet het aantal verdubbeld worden. De voornamelijk zeer jonge vrouwen – maar ook homofiele jongens en ladyboys – zijn meestal afkomstig uit het arme binnenland. Ze worden door hun ouders gestuurd naar beruchte sekscentra, clubs, karaokebars en massagecentra in Phuket en natuurlijk Pattaya. Die stad staat nog steeds gekend als wereldcentrum van het sekstoerisme.
Jaarlijks zouden de prostituees 270 miljoen euro terugsturen naar hun families in de dorpen, die enkel dankzij deze giften kunnen overleven. Prostitutie mag dan sinds de jaren 60 illegaal zijn, het land heeft een rijke traditie wat betaalde liefde betreft. Eeuwen geleden inde het koninkrijk er taksen op en baatte het zelf bordelen uit. Als de politie al ingrijpt, is vrijwel altijd de prostituee de dupe. Zowel de uitbaters van de bars waar ze werken als de – overwegend blanke – klanten worden ongemoeid gelaten. In Pattaya zijn er volgens officiële cijfers 100.000 blanke mannen. Dat is een op drie van de mannen die er wonen of tijdelijk verblijven.
Die diverse sociale, economische en zelfs culturele factoren, die teruggaan op de rol van de vrouw in het Thaise boeddhisme, maken dat het fenomeen moeilijk in te dijken is. Het prediken van moraliteit helpt dan weinig. Politici staan niet te springen om de prostitutie aan te pakken. In november 2016 stak de minister van Toerisme Kobkarn Wattanvrangkul haar nek uit. “Toeristen komen niet naar Thailand voor seks, maar voor onze prachtige cultuur. Het toerisme in Thailand moet kwaliteit bieden. We willen de seksindustrie weg.” Niet eens een jaar later werd Wattanvrangkul bedankt voor haar diensten.