Antwerpen mikt op West-Afrika

Samenwerking met Senegal bezegeld, volgende week missie naar Kameroen

e Antwerpse haven doet er alles aan om haar leidende positie in WestAfrika te versterken. Gisteren werd in Senegal een samenwerking met Dakar bezegeld. Volgende week staat Kameroen op de agenda.

“Wij zijn de belangrijkste Europese haven voor heel Afrika en vooral dan voor de westkust”, zegt de Antwerpse havenschepen Marc Van Peel (CD&V). En Antwerpen wil dat zo houden. In de marge van een werkbezoek van premier Charles Michel (MR) en minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open Vld) aan Senegal werd vrijdag in Dakar een samenwerkingsakkoord getekend tussen de havens van Antwerpen (overslag 224 miljoen ton) en Dakar (17 miljoen ton). Voor Antwerpen tekende Kristof Waterschoot, gedelegeerd bestuurder van de investeringsdochter Port of Antwerp International (PAI) en van de opleidingspoot APEC. PAI zal Dakar verder bijstaan in de uitbouw van de huidige haven, terwijl ook gedacht wordt aan een totaal nieuwe containerhaven, 50 km verder. “De Afrikaanse havens doen een beroep op onze expertise om te komen tot een beter bestuur”, aldus Van Peel. “Met de haven van Cotonou in Benin hebben we vorig jaar zelfs een overeenkomst gesloten om die haven – goed voor een overslag van 12 miljoen ton – enkele jaren zelf in concessie te gaan uitbaten. Ook met de haven van Conakry (Guinee) werd in 2016 een akkoord gesloten om haar bij te staan in de verdere uitbouw. Wij kunnen op die manier ook onze bedrijven helpen die op Afrika gericht zijn en hopen uiteraard bijkomende trafieken aan te trekken.” Volgende week leidt Van Peel samen met haventopman Jacques Vandermeiren een delegatie bedrijfsleiders naar Kameroen, waar onder meer met de haven van Douala een intentieovereenkomst zal worden getekend. Opvallend: van samenwerking met Congo is vrijwel geen sprake meer. Jarenlang deed Antwerpen nochtans inspanningen om de havens van Matadi en Boma weer op dreef te helpen. Hoewel niemand het met zoveel woorden wil zeggen, is duidelijk dat door de grenzeloze corruptie en de politieke instabiliteit niemand nog de moed heeft om met Congo verder te gaan. PAUL VERBRAEKEN