Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Koersen? Dat is op kamp vertrekken met de vriendjes”

In drie jaar tijd van ‘smurf’ die in de weg rijdt naar klassieke kopman

- JANPIETER DE VLIEGER

Oliver Naesen mijmert over het parcours dat hij als renner heeft afgelegd: drie jaar geleden nog een smurf die in de weg reed van Geraint Thomas, vandaag klassieke kopman bij AG2R. Zijn haar staat rechtop, maar voorts lijkt het alsof Naesen altijd wind mee heeft. “Ik heb nog niks meegemaakt in mijn leven. Die valpartij in de Ronde van Vlaanderen is het ergste wat mij ooit is overkomen.”

Er zijn weinig renners die zo relax in het vak staan als jij. Je omschreef koers eerder als ‘gaan spelen met de vriendjes’. “Dat gevoel heb ik nog altijd. Koersen in het buitenland, dat is op kamp vertrekken met de vriendjes. Het enige waarbij er misschien wat gewenning of sleur is, dat zijn luchthaven­s. Vroeger had dat ook nog iets, ondertusse­n voelt dat aan als een place of work. Voor de rest is het altijd plezant.”

Wielrennen is met knechten en kopmannen bij uitstek hiërarchis­ch. Het peloton bestaat toch echt niet alleen uit vrolijke vrienden? “Neen, dat is zo. Soms vraag ik mij ook af: zou iedereen zo vriendelij­k zijn tegen mij mocht ik niet goed rijden? Toen ik nog bij Vlaanderen zat, hoorde ik soms dingen in het peloton waar je van achterover valt.” Zoals? “Gent - Wevelgem 2015. Ik vergeet het nooit. Ik reed gewoon in het peloton, niks wringen, niks nerveus aan het doen. Plots voel ik iets achter mij. Geraint Thomas, die voor het eerst in zijn leven iets tegen mij zegt: Out of my way, smurf. Ik had toen nog een blauwe broek aan, maar hij zei het niet om te lachen.”

Gaat Oliver Naesen dan out of the way?

“Bwa, je schrikt en gaat opzij. Oei, sorry meneer. Eer je frank is gevallen dat het misschien toch niet gepermitte­erd is wat hij zegt, zit je al achteraan. Ander voorbeeld: een renner van Sky of BMC, dat herinner ik mij niet meer. We zitten vooraan in het peloton. (met dik Italiaans accent) Topsport, go to the back. Hier rijden de grote teams. Alleen BMC, Sky en Quick.Step. Ik dacht: Meent die dat nu? Dus ja, de koers is zeker hiërarchis­ch. Ik babbel tegen iedereen – denk ik – maar er zijn gasten die je niet zien staan als je geen streepjes van wereldkamp­ioen op je mouw hebt.”

Jij hebt natuurlijk zelf alle niveaus van het wielrennen doorlopen. “Maar bijna alle renners zijn toch begonnen in een klein ploegje? In België iedereen, behalve Boonen en Van Avermaet. Zelfs Chris Froome heeft bij Barloworld nog liggen vechten voor een minimumcon­tractje.”

In de Ruta del Sol ben je bij Chris Froome langsgegaa­n om over zijn Salbutamol­zaak te spreken. Dat had je als ‘smurf’ van Topsport Vlaanderen ook niet moeten proberen. “Vorig jaar had ik dat ook nog niet gedurfd. Maar in de Tour hebben we elkaar leren kennen. Team Sky reed vooraan in het peloton, met al hun renners voor Froome. Wij zaten daar met AG2R net achter en meestal was ik de eerste die bij ons moest rijden. Zo heb ik bijna een hele Tour in het wiel van Froome gezeten. (lacht) Op het vlakke toch. Dan praat je al eens met elkaar en blijkt dat ook een heel normale mens te zijn.”

Over status: je zei vorig jaar dat de valpartij met Van Avermaet en Sagan op de Oude Kwaremont je internatio­nale doorbraak heeft verhinderd.

“Dat is zo. Ik was bij de beste vier mannen in de koers, maar ik sta in de uitslag niet bij de beste vier. Daar heb ik iets laten liggen. Misschien had ik die koers wel gewoon gewonnen. Meer dan waarschijn­lijk niet, maar ik zat toch in een situatie waarin ik meer kans had om de Ronde van Vlaanderen te winnen dan de Lotto. Wie kan er dat zeggen?”

Je zei ooit: twee minuten na de finish heb ik de koers al weer losgelaten. Gold dat toen ook? “Helemaal niet. Ik heb toen zitten huilen op de bus. Zelfs nu vind ik het

nog pijnlijk. Dat was erg, erg, erg. Mijn hele wereld stortte in. Ik weet dat ik heel veel geluk heb dat ik dit kan zeggen, ik heb nog niks meegemaakt in mijn leven, maar voor mij was die val in de Ronde van Vlaanderen het ergste wat mij ooit is overkomen. De ploegleidi­ng was nadien nog in mijn oortje aan het roepen: Mee sprinten Oli, je kan nog ik-weet-niet-hoeveelste worden. Ik dacht: Zijn jullie nu op jullie kop gevallen? Voor de dood niet dat ik nog mee sprint.”

Waarom is het zo moeilijk om die val los te laten? “Ik ben daar kwaad om. Hoe is die valpartij kunnen gebeuren? In mijn hoofd weet ik dat het allemaal super logisch is. Een meneer is ’s ochtends met zijn jas aan vertrokken naar de koers. Het was een warme dag in april dus heeft die meneer zijn jas ’s middags uitgedaan en over de afsluiting gehangen. Die jas is in het wiel van Sagan gedraaid. Zo simpel, maar moeilijk te aanvaarden. Kan Sagan daar ook niet gewoon rechts rijden? Daar stond geen kat. Maar hij doet dat met opzet, om ons onder druk te zetten. Ik had al een paar keer een tik gevoeld van die supporters langs de weg. Sagan wil dat wij voor de veiligheid een metertje laten. Je kan niet naar het midden opschuiven, want daar liggen de kasseien veel minder egaal, dus blijf je in het wiel. Dat geeft mij toch wat gemoedsrus­t: ik heb mij bij die val niks te verwijten.” Gilbert kon in Humo niet appreciëre­n dat jij en Van Avermaet zomaar beweerden dat jullie zonder valpartij “zeker naar hem toe waren gereden”. “Maar dat denk ik nog altijd. Mocht Phil mij dat op de man af vragen, ik zeg precies hetzelfde. We kwamen van 2’50” en zijn pas op de Taaienberg echt beginnen te koersen. En op het moment van de valpartij zaten we al op 35 seconden. Dan kan je er toch niet over discussiër­en of we wel of niet naar hem toe waren gereden? Tegelijk heb ik ook meteen gezegd: De winnaar heeft altijd gelijk. Je moet het maar durven, aanvallen op zestig kilometer van de finish. Phil is de enige verdiende winnaar van die Ronde.”

AG2R had vorig jaar een psychologe in dienst tijdens de klassieker­s. Heb je met haar over dat incident gepraat? “Niet in het bijzonder. Ik heb mijn eigen remedie als ik in een dip zit. Dan kijk ik naar oude wedstrijde­n van Tom Boonen of Frank Vandenbrou­cke en kruip ik in bed met een tikker aan honderd per uur. Doefdoef-doef. Volgens de psychologe is dat een goed mechanisme. Ik mag dat blijven doen. (lacht) Voor de rest heb ik niet veel issues. Er zijn renners die dichtklapp­en in de weken van de waarheid, ik niet. Soms praat ik wat over mijn situatie thuis. Maar ik vind het ook raar om aan iemand die je niet kent zoveel over uwen privé te vertellen.”

Je thuissitua­tie is wel bijzonder. Je hebt geen contact meer met je biologisch­e vader. “Op mijn derde zijn mijn ma en mijn vader uit elkaar gegaan. Dat contact is nadien verwaterd. Niet erg.”

Je hebt geen behoefte om dat contact te herstellen? “Die mens heeft mij niks misdaan, maar bij de kosten-batenanaly­se zie ik weinig redenen om dat allemaal opnieuw boven te halen. Zeker omdat het voor mijn ma pijnlijk zou zijn. Destijds is het toch een vechtschei­ding geweest. Voor mij is het niet iets wat ik meedraag of waar ik ’s nachts wakker van lig. Naar mijn gevoel heb ik met mijn stiefpa gewoon ook altijd een vader gehad.” Je broer Lawrence rijdt dit jaar voor LottoSouda­l. Bijzonder om straks in de klassieker­s tegen elkaar te rijden? “Vorig jaar heeft hij bij Veranclass­ic Aqua Protect ook al veel van het voorjaar gereden. Alleen was dat was nooit echt samen koersen. Hij zat supervaak in de vroege vlucht. Als we met het peloton bij hen kwamen, was dat snel een keer: Yooow – Ciao, hé! Hopelijk kunnen we dit jaar echt samen een finale rijden. Dat wil dan zeggen dat hij mee is met de goeie.”

Het verhaal gaat dat Lawrence ook koerier was voor de wasserij waarvoor jij werkte, maar dat hij snel gestopt is omdat hij de job te zwaar vond. Zegt dat iets over zijn slaagkanse­n als profrenner? (lacht) “Neen, want dat verhaal zit toch anders in elkaar. Hij heeft dat even gedaan als vakantiejo­b. Twee weken of zo. En toen heeft hij wel gezegd: Mocht dit mijn vast werk zijn, ik stop na één dag. (lacht) Het is niet dat hij niet houdt van werken, maar Lawrence had het lastig met dat wekkertje om vijf uur ’s ochtends.”

Jij hebt vaak gezegd dat je trots bent op je jaren als amateurren­ner.

“Zeker. Die joie de vivre die ik nu heb als coureur komt daar vandaan. Ik zie veel mannen tegenwoord­ig die denken dat ze het als coureur lastig hebben. Die hebben geen flauw idee, toch? In mijn laatste jaar als amateur reed ik al veel profkoerse­n – Nokere, Handzame, de Ronde van België. Daarna reed ik compleet nek af naar huis en mocht ik ook mijn wekkertje zetten om 5.00u om naar de wasserette te vertrekken. Dat is al wat anders.”

Profrenner is toch een job waar je veel voor opoffert? “Maar neen, gij. Dat is niet eens een job, dat is aan sport doen. Opstaan en moeten gaan trainen, is dat lastig? Neen, toch? Je mag als coureur wat minder eten, maar daar zijn ook oplossinge­n voor. Jij zegt: Vanavond ga ik eens frieten eten. Ik zeg: Vanavond ga ik eens een extra groot slaatje pakken. Het is ook iets, toch? En bovendien: die gasten die elke avond met honger gaan slapen, die doen toch iets anders dan ik. Ik let op mijn eten, tel calorieën, alles wat je wil. Maar af en toe heb ik een cheat day. Die schaal met (chocolade-) eitjes die daar staat, als ik er nog een half uur naar moet kijken, dan fret ik ze allemaal op. (lacht) En dan train ik nadien gewoon wat meer. Mijn trainer belt soms: Euh, Oli je hebt vandaag drie keer meer getraind dan voorzien. Dan geef ik toe: Ja coach, maar ik heb ook drie keer zoveel gegeten.” (lacht)

De Volkswagen Caddy waarmee je werkte als koerier, heb je die nog altijd? “Nog straffer: ik heb op dit moment helemaal geen auto. (lacht) Ik heb een nieuwe besteld, maar hij moet nog geleverd worden.”

Je boert best goed: een nieuwe auto en nog een huis aan het bouwen ook. “Ik woon nu met mijn vriendin in Lede, maar we zijn aan het bouwen in Erondegem.”

Klopt het dat je een aparte ‘hoogtekame­r’ voorziet? “Niet per se een aparte kamer. Alleen heb ik een wachtbuis gestoken tussen de slaapkamer en de badkamer. De motor die de zuurstofdr­uk aanpast, maakt veel lawaai en kan zo in de badkamer staan. Ik had mij geïnformee­rd bij Sven Nys, Maxime Monfort en Ben Hermans, die hebben dat ook allemaal. Maar de hoogtekame­r is dus gewoon mijn slaapkamer. Mijn vriendin Dorien profiteert mee.” (lacht)

Dorien is apotheker. Het is dat je het zelf al hebt gezegd: handig voor een wielrenner. (lacht) “Dat is gewoon zo. Als ik bronchitis voel opkomen, vraag ik: Breng eens wat zakjes Lysomucil mee. Ook voor schaafwond­en heeft ze altijd de juiste pleisters en zalfjes in huis. Soms gaat ze door de supplement­en die ik van de ploeg krijg: Dat werkt niet, dat heeft niet het juiste label. Omdat ze met een coureur samen is, is ze bij magistrale bereidinge­n ook superatten­t voor contaminat­ie. Ze heeft clean desk- paranoia.”

Lukt het om elkaar voldoende te zien? Relaties zijn lastig voor renners die zo vaak weg zijn van huis. “Lastig is een groot woord. Het is niet moeilijk voor Dorien, maar het is ook niet zoals een ander koppel. Haar vriendinne­n zetten foto’s op Facebook: Samen uit eten. Samen naar de cinema. Hij heeft voor mij gekookt vanavond. Dan moet Dorien zeggen: ‘Mijn Oli is twee weken weg, van de aardbol verdwenen. Als je met een coureur samen bent, is het niet anders.”

Oliver Naesen “De koers is zeker hiërarchis­ch. Ik babbel tegen iedereen – denk ik – maar er zijn gasten die je niet zien staan als je geen streepjes van wereldkamp­ioen op je mouw hebt.” Oliver Naesen “Voor mij was die val in de Ronde van Vlaanderen het ergste wat mij ooit is overkomen. Ik heb toen zitten huilen op de bus. Zelfs nu vind ik het nog pijnlijk.” Oliver Naesen “Als we met de Parelvisse­rs een koffie drinken onderweg, komen alleen oudere vrouwen door ons haar wrijven. En meestal nog alleen door dat van Greg ook.”

Al een geluk dan dat coureur zijn ‘erotiseren­d werkt’.

(lacht) “Ik weet het, ik heb dat in een dubbelinte­rview eens voorgelegd aan Greg Van Avermaet. Nu moet ik zeggen dat het in de praktijk enorm tegenvalt. Geloof het of niet, maar als we met de Parelvisse­rs een koffie drinken onderweg, komen alleen oudere vrouwen door ons haar wrijven. En meestal nog alleen door dat van Greg ook.”

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium