Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Een angstwekkend nieuw element
De Great Old zal het allicht dit jaar niet worden. Van Beerschot Wilrijk hopen we van harte dat het hen wél zal lukken. Maar Antwerpen heeft alvast één kampioen: de Antwerpse Ring. Nergens in Vlaanderen stond er vorig jaar meer file, met in de ‘spits’ de Kennedytunnel. Elke dag meer dan tien uur aanschuiven, zo berekende het Vlaams Verkeerscentrum. Erger dan op de Brusselse Ring. Nu, daar hadden wij op de redactie geen cijferdans voor nodig. Onze redactielokalen kijken uit op de op- en afrit van Linkeroever, amper tien meter hier vandaan. We zagen de auto’s en vrachtwagens elke dag voetje voor voetje aanschuiven. Een aanzwellende, lange stoet blinkend blik. Met vrijwel in elk voertuig slechts één chauffeur. We zagen ook hoe die trieste rij in de loop van de voorbije maanden elke dag wat vroeger aan ons voorbij schuifelde. Soms al vanaf ’s middags. En dan regende het niet eens! De reeks krantenartikels en opiniestukken die hierover is geschreven, moet zowat even lang zijn als die dagelijkse files. Daarin wezen we bij herhaling op het aantal verliesuren (nu verdubbeld tegenover 2010!) en de economische kost die dat met zich meebrengt. Ook toen verloren we niet uit het oog wat die massa aan optrekkende en afremmende motoren voor effect hebben op de luchtkwaliteit, op luttele afstand van woonkernen. Veel verbetering biedt de onmiddellijke toekomst niet. Integendeel. De economie zwengelt aan. Het vrachtverkeer op onze wegen is, na een status quo in 2016, het voorbije jaar op werkdagen weer fors gestegen met 1,5%. Experts verwachten dat het aandeel vrachtwagens op onze snelwegen over 12 jaar nog eens met de helft zal toenemen. Je moet geen expert zijn om te beseffen dat dit gewoon niet kan. Lang voor de Ring rond zal zijn, lang voor het Oosterweeltraject er ligt, staan we met z’n allen gewoon stil. En deze keer is er een zorgwekkend element bijgekomen. Erger nog: angstwekkend. Voor het eerst nemen ook de structurele files toe op plaatsen waar er tot nu toe geen waren, zoals de E34 ter hoogte van Melsele en de R2 in de Antwerpse haven. Het infarct verspreidt zich. En wat nu? Het is makkelijk om overheid en bedrijven met de vinger te wijzen. En ze dragen uiteraard een deel van de verantwoordelijkheid. Maar wij dragen die ook. U en ik, lezer, wanneer we ons nodeloos blijven verplaatsen in de wagen. En ja, het openbaar vervoer kan beter. En nee, je kunt niet voor alles de fiets, de tram of de trein nemen. Maar als het kan, moeten we het doen. Die mentale knop moet om. Die modal shift 50/50 tegen 2030 – de helft auto’s en vrachtwagens, de helft andere vervoersmodi – moeten we gewoon halen. Of willen we onze kinderen en kleinkinderen met nostalgie doen terugkijken op het verkeer van vandaag?