Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Parkeermiserie
H et thema parkeren ligt me na aan het hart, omdat ik het bijna elke dag doe, en het liefst voor de deur. Zo dicht mogelijk is telkens mijn betrachting, de straal tussen mijn huis en mijn parkeerplaats hoort in de regel minimaal te zijn. De ergernis als dat niet lukt! Ik voel dus mee met de lieve Antwerpenaars die aan de andere kant van de Ring wonen, en haast bezwijken onder de parkeerdruk. Kom eens thuis na een ochtendshift, om dan blokskes rond te moeten rijden. Da’s vloeken. Maar voor hen heeft de Stad een oplossing in petto: bezoekers zullen vanaf volgend jaar ook buiten de Ring parkeergeld moeten betalen, want ‘de stad wordt parking’, zo formuleerde iemand het. Eerlijk gezegd was ik in eerste instantie verbaasd: ik dacht dat betalend parkeren al overal was ingevoerd? Hebben ze dat in de dorpskernen ook niet inmiddels? Nee? Tiens. Ik ben intussen zo gewend om te smsparkeren dat ik het allicht ook doe waar het niet moet. Maar wacht maar, dat komt nog, dat we altijd en overal gaan moeten betalen om onze auto neer te poten. Het komt nog zo ver dat de bewonerskaarten ook worden afgeschaft. Dat we in onze eigen straat moeten betalen. En op den duur er ook niet meer mogen staan. Dat we garages moeten huren waar we ’s nachts niet in of uit durven. En dat ze dan de auto’s maar helemaal verbieden, want iedereen is van miserie toch al op een fiets gekropen, of nog erger: op een deelfiets. Spreek mij niet van een modal shift, want iedereen is constant aan ’t modal shiften. Mensen doen dat al, de auto naar de tram naar de stad, en de bus naar de fiets naar de parking. Dat weten ze buiten de Ring maar al te goed. We passen ons aan elke gekkigheid aan. Desnoods van miserie en vloekend. Maar constant.