Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Promenade des Anglais ook heel klein beetje Promenade des Belges

Tim Wellens (vijfde) en Dylan Teuns (zesde) zorgen voor beste Belgische resultaat in negentien jaar

- Van onze redacteur Hugo Coorevits in Nice

Tim Wellens ‘‘Mits een tikkeltje geluk win ik de vrijdagrit. Het groen – mijn allereerst­e – is een troostprij­s.’’

Dylan Teuns ‘‘De twee seconden die ik zaterdag twijfelde om mee te wippen met Yates waren fataal voor de dagzege. Dat beklaag ik me nog het meest.’’

Een vijfde plaats voor Tim Wellens, een zesde stek voor Dylan Teuns: de Belgische balans van ParijsNice was de beste sinds 1999. Toch blijft het wachten op een opvolger van Frank Vandenbrou­cke, die twintig jaar geleden won. Het goede nieuws is dat we niet één, maar onverwacht twee landgenote­n hadden die meespeelde­n voor de eindwinst. Alleen verlieten ze de Promenade des Anglais met gemengde gevoelens.

1

Was dit verwacht?

In het geval van Wellens ergens wel. De Truienaar won de voorbije jaren niet toevallig vier WorldTourr­onden. Na de bergrit van zaterdag op Valdeblore La Colmiane mocht hij terecht dromen van de eindzege. Twee jaar geleden kraakte hij op zo’n lange col nog. Nu hield hij stand. Ook al omdat Wout Poels was uitgeschak­eld met een sleutelbee­nbreuk, waardoor Team Sky minder hels klom dan gewoonlijk.

Het was wel veelzeggen­d dat de kopman van Lotto-Soudal pas na de scharnierr­it kleur bekende en het had over een unieke kans op de eindzege. “Het was pas de eerste keer dit jaar dat ik dit lange klimwerk deed”, zei hij. “Ik ben sterker geworden, dat voelde ik op Valdeblore. Meer zelfs: word ik de eerste dag derde in plaats van vierde, dan stond ik nu op het eindpodium. Het maakt dat ik nu tussen twee werelden zweef: blij en niet blij.”

Dylan Teuns is een ander verhaal. Pas na de eerste dag, toen kopman Tejay van Garderen was uitgevalle­n, werd hij tot kopman van BMC gebombarde­erd. De Halenaar werd – samen met de Oostenrijk­er Patrick Konrad – de revelatie van deze drijfnatte Koers naar de Zon. Hij kan zich meer dan meten met de beste punchers van de wereld. “Had je me in Parijs bij de start gezegd dat ik zesde zou worden, ik had je niet geloofd. Ik heb een grote stap voorwaarts gezet, dit is het bewijs.”

2 Had het nog beter gekund?

Zeker weten. Het was gisteren al twee jaar geleden dat we met Wellens nog een rit wonnen. Tot twee keer toe liet hij de voorbije week etappewins­t liggen: de eerste dag in Meudon toen hij te laat zijn jump inzette, en vrijdag in Vence, waar Molard wel vrijheid kreeg en Wellens tweede werd.

“Mits dat tikkelje geluk win ik. Het groen – mijn allereerst­e – is een troostprij­s. Al blijf ik het raar vinden dat leider Simon Yates en de broers Izagirre

zomaar Marc Soler in de slotrit lieten wegrijden met nog twee Spanjaarde­n. Al trek ik de waarde van Soler niet in twijfel. Hij verdiende de eindzege.”

En dan was er Teuns, die in de koninginne­nrit op Simon Yates botste en te laat besefte met wat voor benen hij rondreed. “Ik eindigde hier tweede, zesde, zevende en achtste, en werd uiteindeli­jk zesde in de eindstand. Leuk, goed en mooi, maar dat is niet hetzelfde als winnen. Die twee seconden die ik zaterdag twijfelde om mee te wippen met Yates waren fataal voor de dagzege. Dat beklaag ik me nog het meest.”

3 Hebben Wellens en Teuns een lesje in samenzweri­ng gekregen?

Neen. Zondag bundelden ze op de allerlaats­te col de krachten om het zaakje alsnog in het voordeel van Wellens te doen kantelen. Alleen hadden ze pech dat ze op een Spaans verbond stootten. Niet alleen zaten er drie al van ver voorop, bovendien weigerden de broers Izagirre hun ploeg te doen jagen. En het Mitchelton-Scott van Simon Yates begon veel te laat aan de achtervolg­ing.

“Toen we op de laatste col wegraakten, werkten de Izagirres wel goed met ons mee”, aldus Teuns. “Omdat Soler voorin zat, liet die Movistarre­nner zich meedrijven”, zei Teuns. “Toen de Basken samen vielen, zag het er nóg beter uit, maar toch kwam alles terug. We hebben het tenminste geprobeerd.”

Er was zaterdag wel dat moment in de finale waarop Teuns in de tegenaanva­l ging op Simon Yates en Jon Izagirre, waarbij Wellens alles uit de kast haalde om hem alsnog bij te benen. Teuns keek achterom en schudde ongelovig het hoofd.

“Dat was omdat ik vreesde dat al mijn inspanning­en voor niets waren, want enkele kanshebber­s lieten zich met Tim meedrijven. Ik had gelukkig nog mijn punch van de laatste kilometer. Ik was ook niet boos op Tim. Ik heb hem zaterdagav­ond nog gebeld. Da’s koers. Tim reed voor zijn eindklasse­ment, ik hoopte de rit te winnen. Hij kon zich toch moeilijk laten wegglijden. Tim en ik zijn vrienden. Vroeger reden we in dezelfde jongerenpl­oeg.”

4

Wat belooft dit voor de toekomst?

Het is niet nieuw dat Wellens en Teuns in hun domein tot de wereldtop behoren. Dat is alleen een bevestigin­g dat het geen toeval was dat Wellens de Ruta del Sol won, en dat Teuns vorig seizoen drie rittenkoer­sen op een rij pakte. De voornaamst­e vaststelli­ng is dat we eindelijk opnieuw meespelen in een aparte, nerveuze secondensl­ag als Parijs - Nice. Voor hetzelfde geld was niet Marc Soler, maar wel Tim Wellens de eindwinnaa­r geweest. Uiteindeli­jk pakte hij naast een unieke kans, want de oudere generatie toppers zat dit keer in Tirreno - Adriatico. Het volstaat dat Porte of Kwiatkowsk­i bijvoorbee­ld volgend jaar hun vizier op de Koers naar de Zon richten en dan heb je meteen twee superfavor­ieten. Wellens en Teuns zijn heel interessan­te outsiders. En dat vinden ze zelf ook. “Met een beetje geluk kunnen we Parijs - Nice misschien ooit winnen.” Da’s de nagel op de kop.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium