Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Wij zijn Antwerp niet: dat bleef dertien jaar hangen”
48 uur in het spoor van de supporters, die nu al dromen van de titel volgend seizoen
Volle verwachting, vreugde, verdriet, even weer euforie en dan de domper. 48 uur lang sleepten we ons in het spoor van de supporters. Die waren groots in de nederlaag. “Je hoopt het beste en vreest het ergste. En ondertussen drinken we nog maar een pintje.”
Het blijft toch een vreemde ervaring: in een stadion voor een scherm op een lege grasmat supporteren. Maar negenduizend fans lieten het niet aan hun hart komen. Er werd gezongen en met vlaggen gezwaaid dat het een lieve lust was. “Ik ben wel eens met vrienden in de kroeg gaan kijken, maar dit is een heel ander verhaal”, zegt Eric. “De sfeer is schitterend.” Hij is hier met stiefzoon Mateo, die bij de elite U11 van Beerschot speelt. Mateo laat er tijdens de rust – Beerschot staat dan 2-0 achter – geen twijfel over bestaan: “We moeten met meer zekerheid spelen en meer druk zetten. Maar dat komt nog wel.”
Patrick ziet het filosofisch: “Als supporter hoop je het beste en vrees je het ergste. En ondertussen drinken we nog maar een pintje.”
Maar helaas: een assertiever Beerschot scoort weliswaar een tegengoal, maar krijgt dankzij een verzilverde (en volgens sommigen twijfelachtige) penalty alsnog het deksel op de neus. Dario ziet het met lede ogen aan, maar blijft hoopvol: “Och, dan komt het er volgend jaar wel van.”
“En wij zijn Antwerp niet, hè. Dat heeft er dertien jaar over gedaan”, gniffelt zijn vriendin Joyce.
Bekeerd tot Beerschot
Na de wedstrijd is de sfeer opvallend gelaten, al wordt her en der op de scheidsrechter gescholden en natuurlijk mag ook de slogan “voetbalbond is maffia!” niet ontbreken. Stefan vat het sentiment kort en krachtig samen: “Kut. We moesten niet eens goed spelen, we moesten gewoon doorgaan. Maar Cercle was gewoon de betere ploeg, punt.”
Nathalie werkt in het stadion achter de toog. “Ik heb niet veel kunnen zien, maar het was even spannend als teleurstellend. Wat ik zou doen als ik de trainer was? Wenen. En daarna een nieuwe job zoeken. Iedereen in mijn familie is trouwens fan van Antwerp, maar mijn vriend supportert voor Beerschot en hij heeft me bekeerd. Het is hier eigenlijk plezanter dan op de Bosuil. De fans komen hier veel meer voor elkaar op.”
Annie is al jarenlang een trouwe fan. Wegens familieverplichtin- gen – vier kinderen en acht kleinkinderen – komt ze niet meer zo vaak naar een match kijken, maar nu wilde ze er echt bij zijn. “Die strafschop was kwakkel, vind ik. Jammer dat het zo moet eindigen, maar laten we eerlijk zijn: Beerschot heeft niet zo geweldig gevoetbald. Een gemiste kans. Ik denk dat de kindjes hier vannacht nog van gaan dromen. Maar nu gaan we rustig naar huis en morgen is er weer een nieuwe dag.”
De kater
Die zondag is het heel stilletjes in de wijk. Ondanks de nederlaag werd er in de verschillende supporterscafés toch “tot in de vroege uurtjes gefeest en gedanst”.
Op de hondenwei naast het Olympisch Stadion laat Raul zijn beagles uit. Hij is van kindsbeen supporter van Antwerp, al woont hij al zijn hele leven in de schaduw van het Olympisch Stadion. Toch vindt hij de nederlaag een spijtige zaak. “Toch indrukwekkend dat er negenduizend supporters op de tribunes stonden, gewoon om naar een scherm te kijken. Dan moet je toch wel gemotiveerd zijn. En na afloop bleef alles heel rustig. Ik hoop voor Beerschot dat het volgend jaar wel lukt, want als er iets is dat ze willen vermijden, dan is het vastgeroest raken in tweede klasse. Dat weet ik als Antwerpsupporter maar al te goed. En de Antwerpenaren kunnen zich dan nog eens verheugen op een échte derby.”
Joske zit in café Den Hof. Hij wordt 80 en heeft the day after een unieke kijk op de beruchte penalty. Hij was zelf meer dan dertig jaar scheidsrechter in het arbeidersvoetbal. “Ik heb de beelden ettelijke keren bekeken en ben er nog steeds niet uit. Sta daar maar eens, hè, als manneke in het zwart die de beslissing moet nemen. En wees gerust: scheidsrechters doen stommiteiten. Helaas begrijpen supporters dat niet altijd en dan worden ze kwaad. Destijds waren er ook heel wat cafés waar ik niet meer binnen mocht omdat ik zogezegd fout had gefloten.”
“Nee, ik kom hier mijn verdriet niet verdrinken”, lacht Jan, die in supporterscafé Kartel met dochter Lily zit. “Ik kom eigenlijk gewoon een trapladdertje lenen. Ik woon hier vlak om de hoek en ben al mijn hele leven fan van Beerschot.” Over de wedstrijd tegen Cercle: “De eerste helft trok op niks. Na de rust is onze ploeg toch beginnen vechten en met succes. En toen kwam de strafschop. Een forse domper, maar in mijn ogen heeft de scheidsrechter die terecht gefloten. En volgend jaar worden we zeker kampioen.”