Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Mediteren en haatzaaien
Tolerantie en geweldloosheid: het zijn kernvoorschriften van hun geloof. Toch lopen vandaag uitgerekend boeddhistische monniken voorop in het geweld tegen de moslims in ZuidoostAzië.
b
Wie verslagen is leeft in pijn; gelukkig wie in vrede leeft zonder gedachte aan
overwinning of nederlaag, zei Boeddha eeuwen geleden. Daarom moeten boeddhisten zich aan vijf basisregels rond tolerantie en geweldloosheid houden. Een monnik kan uit het klooster worden gezet als hij aanzet tot geweld.
Toch preken in Myanmar en Sri Lanka net monniken het hevigst tegen moslimminderheden. Myanmar heeft de militante Ma Ba Tha, de Vereniging voor Bescherming van Ras en Religie. In Sri Lanka is er Bodu Bala Sena (‘Boeddhistische Macht’). Lang voor de etnische zuivering van de Rohingya begon (in augustus 2017) en Sri Lanka de noodtoestand uitriep na zwaar etnisch geweld (op 4 maart 2018) creëerden die ordes een klimaat waarin geweld ging smeulen.
En zelfs in Thailand, ‘het land van de glimlach’, staat de radicale Dhammakaya-orde sterk in het roerige islamitische zuiden. Daar bestaan clandestiene gewapende monniksoldaten die de ‘echte’ monniken vergezellen op hun bedelronde.
Bloedige represailles
De ordes hameren erop dat moslims, voorgesteld als vuil, gewelddadig of onmenselijk, het boeddhisme bedreigen. Bodu Bala Sena beweert dat moslims kleren verkopen met chemicaliën die de vruchtbaarheid van boeddhisten aantasten. Het trok succesvol ten strijde tegen halal-labels op vlees en zeep. Ma Ba Tha zaait dan weer angst voor moslims die boeddhistische vrouwen nemen, hun kinderen als moslims opvoeden en zo hun volk uitroeien. “Elke cent die je uitgeeft in een moslimwinkel draagt daartoe bij”, klonk het al in 2013. In hun ‘voorlichtingsfolders’ staan foto’s van gruwelijk toegetakelde mensen, zogezegd slachtoffers van moslimgeweld.
Volgens Peter Lehr, professor terreurstudies in Schotland, is er volop contact tussen de drie radicale bewegingen. Dankzij sociale media kan elke (vermeende) agressie door een moslim over de grenzen heen bloedige represailles door boeddhistische bendes uitlokken.
De militante monniken zijn een minderheid, maar wel een invloedrijke. Ze houden regeringen in de tang omdat ze zo veel populaire steun hebben. Hoe valt hun religieus gestook te verenigen met de hooggestemde religieuze principes van Boeddha?
Mahinda Deegalle, boeddhist uit Sri Lanka en professor religiestudies in Bath, vergelijkt het met Christus’ uitspraak over ‘de andere wang toekeren’. “Geweldloosheid is het absolute ideaal, maar mensen wonen niet in de ideale wereld”, zegt hij. “In de echte wereld zijn er conflict en lijden. Ook boeddhisten zijn, net als mensen in het Westen, bezorgd om hun families, hun tradities, hun inkomen. In die angst schuilen de wortels van het huidige geweld, dat me veel zorgen baart.”
In de drie landen voelen boeddhisten zich demografisch en dus cultureel belegerd. Ze zijn meerderheden met een minderheidscomplex, luidt de vaak gemaakte analyse. De boeddhistische bevolking zou tegen 2030 krimpen, terwijl dat niet per se voor de moslims opgaat. Maar de perceptie is belangrijker dan de cijfers (die lokaal nog steeds in het voordeel van boeddhisten zijn). Dat het boeddhisme geweldloosheid predikt en meestal niet actief wil bekeren, zien sommigen nu als een zwakte. En de media-aandacht voor het islamfundamentalisme draagt bij tot het gevoel van angst.
Radicalisering
“Ook in de dorpen van Zuidoost-Azië hebben mensen smartphones en toegang tot
nieuws”, zegt Lehr. “Je krijgt er snel processen van radicalisering. Mensen linken hun moslimburen aan bedreigende mondiale gebeurtenissen, zoals IS in Syrië of de verwoesting van de Boeddhabeelden in Afghanistan.”
“Sommige praktijken bemoeilijken het harmonieus samenleven ook”, voegt Deegalle toe. Zoals meerdere vrouwen hebben (dat mogen boeddhisten niet) of dieren slachten voor het vlees (ook niet gangbaar bij hen). Eeuwenlang lukte dat wel, maar er is iets veranderd. “Als het boeddhisme wordt uitgeroeid, blijft alleen een natie van egoïsten over”, verwoordden monniken in Zuid-Thailand hun existentiële angst.
Defensief geweld mag
Dat juist de monniken zich roeren is geen toeval. “In die drie landen zijn zij altijd steunpilaren voor de nationale staat geweest”, zegt Lehr. “Ze leerden compromissen maken wat geweldloosheid betreft. Als de gemeenschap van gelovigen bedreigd wordt, mocht defensief geweld wél.”
De monniken verloren de laatste eeuwen ook hun traditionele macht. Eerst was er de snelle verspreiding van de islam, gelinkt aan de handelsroutes die in moslimhanden kwamen. Toen volgde de Europese kolonisatie die boeddhisme als georganiseerde macht probeerde te verzwakken ten voordele van de eigen ‘seculiere’ bureaucratie.
“Ik denk niet dat het tussen de religies ooit nog wordt zoals vroeger”, zei een monnik in landelijk Zuid-Thailand aan Channel News Asia. “De mensen in de dorpen zijn het vertrouwen in elkaar verloren.”