Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wie zeker bio wil, moet naar bioslager
Meer risico op fraude met biefstuk in supermarkt
Hoe bio is een biobiefstuk? Na het gesjoemel in het slachthuis van Bastenaken, blijkt het label plots niet zo betrouwbaar. “Fraude valt nooit volledig uit te sluiten”, klinkt het bij het BioForum. “Maar bij een bioslager is het risico kleiner dan in de supermarkt.”
“Ik heb de beste biobeesten van heel het land!” Dat zei slachthuiseigenaar Louis Verbist woensdag nog. Even later bleek dat zijn firma Veviba gesjoemeld had met het label: een bio-etiket op gewoon vlees, en de winst schoot de hoogte in.
Is het dan zo simpel? Etiket erop en klaar? “Neen”, zegt Sabrina Proserpio van het BioForum, de sectororganisatie van biovoeding. “Veviba kreeg in 2016 dertien keer een biocontrole, in 2017 waren het er acht. Die controles, door het onafhankelijke orgaan Certisys, zijn heel streng.”
En toch: bij al die controles werden géén inbreuken vastgesteld. Het was het Federaal Voedselagentschap dat de fraude ontdekte via een andere weg.
Zoals de politie
Is het biolabel dan wel betrouwbaar? Krijg je wel waar voor je geld, als je dubbel zo veel betaalt voor een biologische kotelet? In principe garandeert het label een resem voorwaarden: de dieren kregen geen antibiotica, kwamen niet in contact met pesticiden, kregen plantaardig voedsel, voldoende uitloop...
“In vergelijking met andere labels, is BioGarantie een van de strengste”, zegt Filip De Bodt van vzw Climaxi, dat ecologische labels controleert. “Maar het is zoals met de politie: niet achter elke hoek staat een agent. Vooral in grote bedrijven bestaat de verleiding om soms iets te doen wat niet mag.”
Dat wordt bevestigd bij het BioForum: “Fraude valt nooit volledig uit te sluiten”, zegt Proserpio. “Maar het risico is kleiner bij vlees van een erkende bioslager dan bij biovlees uit de supermarkt. Bij die laatste zijn er verschillende schakels – van boeren over slachthuizen tot verkoop – die apart worden gecontroleerd. Bij de slager is de keten korter, en is de controle gemakkelijker.”
Dure varkens
Frank Bielen, bioslager uit Tongeren, verklaart: “In een slachthuis komen honderden dieren tegelijk binnen.
Bij ons verwerken
Filip De Bodt Biolabel-controleur “Ik vind dat bio niet thuishoort in de supermarkt. Op grote schaal merken we dat er ruimte is voor wantoestanden.”
we dier per dier, rechtstreeks van een vaste boer. Dat verkleint de foutenmarge enorm.”
Ook Bielen krijgt geregeld controle, vijf à zes keer per jaar. “Die controles alleen al kosten me 2.500 euro. Bovendien zijn biologische dieren in aankoop veel duurder: een gewoon varken aan karkas kost 1,80 euro per kilo, een biovarken 4,20 euro per kilo. Vandaar het prijsverschil voor de consument.”
Volgens Filip De Bodt is zo’n kleine keten de enige manier waarop men het biolabel echt kan garanderen. “Ik vind dat bio niet thuishoort in de supermarkt. In de korte ketens loopt het systeem perfect. Op grote schaal merken we dat er ruimte is voor wantoestanden. Ik vind: als je de garantie niet kan bieden, dan is er voor het label geen plaats.”