Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Tweeduizend gepensioneerden klussen bij
100.000 euro netto per maand extra in de sociale zekerheidskas
Bijna tweeduizend gepensioneerden in België zijn in de eerste twee maanden van dit jaar begonnen met een flexi-job. Ze dragen bij aan de sociale zekerheid, maar niet meer voor zichzelf. Hun pensioen verhoogt er niet door. “Ik doe dit dan ook niet voor het geld”, zegt de gepensioneerde flexi-jobber Frank van Es.
Een flexi-job was tot en met vorig jaar een job waarmee iemand die minstens vier vijfde werkt, bijklust in de horecasector.
Sinds 1 januari van dit jaar is het systeem van de flexi-jobs op twee manieren uitgebreid. Om te beginnen mag iedereen die minstens vier vijfde werkt niet alleen bijklussen in de horeca, maar ook bij bakkers, slagers en in kleinere winkels. Daarnaast mogen sinds 1 januari ook gepensioneerden een flexi-job doen.
“Wie een flexi-job doet, moet geen belastingen betalen op het bedrag dat hij met die flexi-job verdient”, zegt staatssecretaris voor Sociale Fraudebestrijding Philippe De Backer (Open Vld). “Bruto is dus gelijk aan netto. Werken moet lonen. Dankzij de uitbreiding van de flexi-jobs zorgen we ervoor dat mensen een extraatje kunnen verdienen zonder geld af te geven aan de staat. Op vraag van veel gepensioneerden hebben we het systeem nu ook voor hen mogelijk gemaakt. In de eerste twee maanden van dit jaar zijn 1.944 gepensioneerden in België met een flexi-job begonnen.”
“Ik maak mij nuttig”
Frank van Es (62) uit Mol is er daar één van. “Ik doe een flexi-job in een restaurant in Kortrijk, de stad waar ik sinds mijn pensioen samen met mijn vriend woon”, zegt Frank. “Tot vorig jaar was ik diensthoofd Sport bij de stad Geel. Met mijn maandelijks pensioenbedrag van zo’n 1.800 euro netto per maand heb ik niet echt extra geld nodig. Ik doe die flexijob in de eerste plaats om mezelf nuttig te maken”, zegt Frank.
Waarom kiest Frank dan niet voor vrijwilligerswerk? “Omdat een flexi-job me verplicht om op een bepaald uur ergens te zijn en een zekere kwaliteit af te leveren. Dat werkt extra motiverend”, zegt de Kempenaar.
“Als diensthoofd Sport moest ik veel nadenken. Als medewerker in de horeca kan ik het denkproces achterwege laten en moet ik vooral dingen doen. Dat is na al die jaren ook eens plezierig.”
“Mijn job in de horeca is heel afwisselend: soms dien ik op, soms sta ik in de keuken en een andere keer doe ik de inkopen voor de zaak.”
“Ik werk twee keer vier uur in de week en verdien daar bijna vijfhonderd euro per maand mee bij, bovenop mijn pensioen. Daardoor trakteer ik mezelf sneller op een cadeautje, bijvoorbeeld een extra paar schoenen”, zegt Frank.
Goedkope flexi-jobbers
Voor de werkgever is een flexijobber goedkoop. Hij moet maar 25% sociale bijdragen betalen op het loon van de bijklusser. “Zo geven we werkgevers de kans om soepel werknemers in te zetten en gemakkelijker piekmomenten op te vangen”, zegt Philippe De Backer. “Die 25% moet zowel worden betaald voor iemand die in hoofdberoep minstens vier vijfde werkt, als voor een gepensioneerde.”
“De persoon die nog in hoofdberoep werkt, bouwt dankzij die 25% extra sociale rechten op. Hij krijgt meer pensioen, krijgt vakantiegeld enzovoort. De gepensioneerde bouwt geen extra rechten op, omdat hij zijn pensioen al heeft. De 25% die de werkgever op het loon van gepensioneerde flexi-jobbers betaalt, gaat integraal naar de sociale zekerheid.”
Daardoor kan de staatskas flink worden gestijfd. Een gemiddelde flexi-jobber verdient 223 euro netto per maand. De werkgever betaalt daar een bijdrage van 25% op, dus 55,75 euro. Dankzij de 1.944 gepensioneerden die al een flexi-job hebben, is er bij benadering dus al 100.000 euro netto per maand extra in de sociale zekerheidskas terechtgekomen.