Gazet van Antwerpen Stad en Rand
700.000 Rohingya op de vlucht, Myanmar wil er 374 terugnemen
Met 700.000 sloegen de Rohingya-moslims op de vlucht, opgejaagd door het leger van Myanmar. De VN noemt het een etnische zuivering. De vluchtelingen schuilen in overvolle kampen in Bangladesh, dat een akkoord wil over de terugkeer van de Rohingya. En Myanmar gaat akkoord met de repatriëring. Van 374 vluchtelingen.
Het zal geen pleziertocht zijn, de terugkeer van de Rohingyaminderheid. Satellietbeelden toonden eerder deze week nog hoe de meeste van hun dorpen zijn platgebulldozerd om plaats te maken voor legerbarakken. En als de mensen al een plek vinden, blijft de vraag hoe veilig ze zullen zijn voor de soldaten die hen eerder hadden verjaagd. Dus wachten de meesten liever af in de kampen in buurland Bangladesh, waar ze werden opgevangen.
De Bengalese overheid van haar kant ziet het niet zitten om 700.000 Rohingya-vluchtelingen permanent op te nemen, maar vreest dat de Myanmarezen daar wel op aansturen. Dus ondernam ze snel actie. In november kwamen de twee landen al overeen om begin dit jaar met de repatriëring te beginnen. Myanmar hield de boot af, Bangladesh duwde door en bezorgde de buren onlangs de documenten van 8.032 vluchtelingen die vrijwillig willen terugkeren naar huis. De autoriteiten in Myanmar laten nu weten dat 374 van hen “geschikt” zijn voor terugkeer.
Dat ze in Myanmar niet met wijd open armen klaarstaan om de Rohingya weer massaal welkom te heten, hoeft niet te verbazen. In augustus vorig jaar begon het leger van Myanmar in de westelijke deelstaat Rakhine een campagne tegen de Rohingya. Ze werden aangemaand om weg te gaan, hun huizen werden platgebrand, duizenden werden gedood. Met honderdduizenden vluchtten ze de grens met Bangladesh over.
De VN beschuldigt Myanmar van etnische zuivering. VNonderzoekers hebben het over groepsverkrachtingen, executies, het verbranden van ouderen en gehandicapten in hun huizen en het doden van kinderen. “Dit heeft alle kenmerken van genocide”, zegt speciaal gezant voor de VN Yanghee Lee.