Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Café De Veldduif ziet er nog exact hetzelfde uit als 150 jaar geleden
Café De Veldduif bestaat dit jaar 150 jaar, interieur bleef zo goed als ongewijzigd
Je zou er zo voorbijrijden, maar op de August Van de Wielelei in Deurne is er nog een café dat de sfeer van honderd jaar geleden ademt. Van de kolenkachel tot de slingerklok, hier stap je terug in de tijd. Dit jaar bestaat De Veldduif precies 150 jaar.
Toen Henriëtte Huyskens en Marcel Hereygers het café van haar ouders in 1975 overnamen, waren ze wel van plan om het wat te moderniseren. Maar omdat er op dat moment geen geld was, bleef alles zoals het was. Het is nu de grootste troef van het café, dat behalve voor de stamgasten een goed bewaard geheim gebleven is. “Ik passeerde hier al jarenlang voor ik ontdekte dat hier een café zat”, vertelt klant Jos Hofmans. “Nu kom ik er praktisch elke dag koffiedrinken. Er zijn nog maar bitter weinig cafés als dit. Ik noem het ‘Den Engel’ van Deurne.”
Het is dinsdagochtend en er zitten een paar mannen in het café. Door het raam zien ze voor de tweede keer in korte tijd een agent voorbij wandelen. “Weeral”, roept een klant uit. “Die heeft waarschijnlijk zo’n stappenteller.” Gelach aan de toog.
Weduwnaar
Vorig jaar is Henriëtte gestorven, maar Marcel wilde hun café graag blijven openhouden. “Ik woon hierboven en dankzij het café ben ik altijd bezig”, vertelt hij. Vroeger was De Veldduif zeven dagen per week open, ondertussen sluit Marcel de zaak op zaterdag. De andere dagen is hij er altijd, van zeven uur ’s morgens tot zeven uur ’s avonds.
Henriëtte grootouders baatten het café voor de oorlog uit, maar sinds 1868 was het café van de familie Huyskens al een begrip in de wijk Ruggeveld, waar toen nog veel meer cafés zaten. Later werd Henriëttes grootvader, ‘den Djek’, een bekend wielrenner en volgens de verhalen was hij zo sterk als een paard.
Boven de toog hangt een foto van de man, in wieleroutfit. Ook Henriëttes broers maakten naam
Jan Huyskens
Broer van Henriëtte
‘‘Ik ben hier opgegroeid. Als ik binnenstap, voel ik me direct thuis.’’
als coureurs. Jan (84) komt net binnen als we de foto’s aan het bewonderen zijn. “Zie je die foto? Toen hadden mijn broer Gust en ik net een koers in Antwerpen gewonnen, eind jaren vijftig. We hadden de rest afgeschud. Als ik die foto zie, voel ik zo dat gelukzalige gevoel weer.”
Jan groeide op in het café en heeft er alleen maar goede herinneringen aan. “We speelden op straat. De tram reed er al, maar het was lang nog niet zo druk als nu. ’s Avonds was ik met mijn broer altijd aan het vechten in bed. Dan hoorden ze dat zo hard in het café, dat mijn moeder kwam vragen of het niet wat zachter kon. Opgroeien in een café heeft veel voordelen. Je komt met veel mensen in contact, dat verruimt je blik. En de sfeer was altijd formidabel. Als ik hier binnenstap, voel ik me direct thuis.”
Geitjes in het café
De vaste klanten hebben tientallen anekdotes over De Veldduif. Jacques Hersee herinnert zich de geldsmokkelaars die vroeger in het café pinten kwamen drinken. Antoon Van der Cruyssen vergeet nooit dat er eens geitjes rondhuppelden in het café. “Jan ‘De Limburger’ was naar de beestenmarkt van Heist-op-den-Berg geweest en kwam op de terugweg nog een pint drinken. Hij liet de geitjes die hij daar gekocht had, rondlopen in het café om zijn aanwinst te showen.” Hij herinnert zich ook nog dat Fons, de vader van Henriette, voor tien frank het haar van de vaste klanten knipte.
Nu is het café de vaste stek voor fietsclub De Zeestoempers, een groep kaarters en een biljartclub, die op een prachtige tafel uit de jaren twintig spelen. De kolenkachel wordt in het voorjaar door een groep sterke mannen in de hoek gezet om plaats te maken voor een extra tafeltje. In de herfst gebeurt dan de omgekeerde beweging, om de warmtebron weer middenin het café te krijgen. Een vaste klant, die kok is, brengt soms schalen eten mee voor de klanten. “Dan eten we daar samen van. Dit is nog echt een volkscafé en nu Marcel wat ouder wordt, staan de klanten altijd klaar om hem te helpen”, zegt Jacques Hersee. Wat meteen geïllustreerd wordt als een stamgast een bak vol lege flesjes naar achteren brengt.
Marcel Hereygers is van plan om het nog wel even vol te houden. Tien jaar, twintig jaar. “Waarom niet.” Of zijn zoon de zaak wil overnemen, is nog maar de vraag. En dat het café ooit zou verdwijnen, daar willen de stamgasten echt nog niet aan denken.