Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Game-industrie vraagt Gatz om taxshelter
FLEGA vraagt zelfde systeem voor games als voor films
De game-industrie mikt op een aanlokkelijk klimaat voor investeerders, zoals dat er voor de filmindustrie is. Minister van Media Sven Gatz (Open Vld) zou het idee genegen zijn, nu nog Minister Van Overtveldt (N-VA) en Europa meekrijgen in het verhaal.
praten al geruime tijd over een taxshelter voor de game-industrie”, zegt David Verbruggen van FLEGA, de Flemish Games Association, die alle gameontwikkelaars in Vlaanderen verenigt. “Als dat voor de podiumkunsten en de filmindustrie kan, dan moet het voor games ook mogelijk zijn. Het vehikel van de taxshelter is er momenteel al, waarom niet toepassen op games?”
Staatssteun
“We hebben het er ook met minister Sven Gatz al over gehad”, zegt Verbruggen. “Hij is het idee genegen.” Het kabinet van Gatz laat weten dat de mogelijkheid onderzocht wordt. “Maar Gatz is een Vlaams minister, en het gaat om federale materie”, aldus Verbruggen. Minister van Financiën Johan Van Overtvelt (N-VA) zal dus ook mee in het verhaal moeten. “En aangezien het om een vorm van staatssteun gaat, moet vooral de Europese Unie over“We worden.”
De taxshelter is een syteem waarbij vennootschappen door gunstige voorwaarden te creëren en de risico’s te minimaliseren willen investeren in audiovisuele producties. Het legde de Belgische filmindustrie geen windeietuigd
ren, die boomt volop.
Enorm potentieel
Het is opvallend dat wereldwijd het potentieel van games erg benut wordt. De omzet van de industrie is groter dan die van film en muziek samen. Misschien verbaast het u, maar in ons land zijn ongeveer tachtig bedrijven die games ontwikkelen. “De games gaan vaak naar het buitenland, want Vlaanderen op zich is een te kleine markt om games op uit te brengen”, zegt Verbruggen. Het gaat dan ook om allerlei kleine spelletjes die gebruikers over heel de wereld spelen, dat valt minder op dan een nieuwe Vlaamse film. “We hebben trouwens enorm veel getalenteerde jongeren in Vlaanderen, maar die trekken naar het buitenland omdat er hier niet veel bedrijven voor hen zijn.”