Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Met beenhouwers en mazoutboeren lukte het niet meer”
Hoe Wouter Vandenhaute het Vlaamse voorjaar in tien jaar helemaal veranderde
In 2008 koopt Wouter Vandenhaute de Ronde van Vlaanderen. De televisiemaker is voortaan hét gezicht van de Vlaamse koers. Met grote gevolgen. Tien jaar later is niets nog wat het was in het Vlaamse voorjaar.
Allebei herinneren ze zich nog de eerste keer dat ze Wouter Vandenhaute persoonlijk zagen. “Dat was in zijn restaurant Couvert Couvert”, zegt Luc Gheysens, al 35 jaar de grote roerganger achter Gent - Wevelgem. “In Leuven. Daar had ik het al door: je kan veel van hem zeggen, maar niet dat hij geen visie heeft.”
Piet De Smet, organisator van de Scheldeprijs, herkent het. “Ik voelde mij vereerd. Dat was toch de organisator van de Ronde van Vlaanderen die met ons aan tafel ging. Bekend van tv, bovendien. Wow, we
horen bij de grote jongens. Die gedachte. Hij draaide er ook niet om heen. Het was kantje boord met de Vlaamse koers, beweerde hij. We moesten dringend onze krachten bundelen. Het Vlaamse voorjaar beschermen tegen concurrenten.”
De Smet denkt na. “Tien jaar later kan ik hem geen ongelijk geven. De budgetten zijn in die tien jaar verdubbeld. Ik ben benieuwd waar de Scheldeprijs vandaag zou hebben gestaan zonder Flanders Classics. We kwamen rond toen. Maar overschot hadden we niet. En je zag hoe alles veranderde. We hadden heel lang geteerd op de middenstand van Schoten. De bakkers, beenhouwers, mazoutboeren. Maar het lukte niet meer op die manier. En dan is het toch een verschil: Piet De Smet die op een grote sponsor afstapt, of Wouter Vandenhaute.”
Nadat hij in de slotdagen van 2008 de Ronde van Vlaanderen heeft overgenomen, heeft Vandenhaute de organisatie meteen geprofessionaliseerd. Wim Van Herre- weghe mag zich voortaan fulltime met de koers bezighouden, er komt een kantoor in Vilvoorde en er komt personeel. Bij de Ronde van Vlaanderen heeft hij ook de Omloop en Parijs - Brussel gekregen. Maar Vandenhaute ziet het ruimer. Niet meer wedstrijden in zijn portefeuille, wel meer samenwerking. De plannen die hij twee jaar eerder internationaal niet kon verwezenlijken, duiken opnieuw op. Zegt Vandenhaute: “Er waren een heleboel parallellen. Wat wereldwijd niet kon, kon misschien wel in een Vlaamse context.”
Dus gaat hij het rijtje af: E3 Harelbeke, Driedaagse De Panne-Koksijde, Dwars door Vlaanderen, Gent - Wevelgem, Scheldeprijs en Brabantse Pijl. De eerste twee slaan het aanbod af, de andere vier happen toe. In september 2009 ziet Flanders Classics het levenslicht.
Sportief doodgaan
In Vorst, in de gebouwen van de Belgische wielerbond, ziet iemand het graag gebeuren.
“Ik maakte mij zorgen”, zegt Tom Van Damme, toen secretaris, vandaag voorzitter van de bond. “In Scandinavië, in Duitsland, in Australië, in het Midden-Oosten: overal zag je nieuwe wedstrijden ontstaan. De meeste werkten best professioneel en waren heel ambitieus. Daartegenover stonden de Vlaamse organisatoren. Een versnipperd landschap. Het liefst leefden ze naast mekaar en vaak gunden ze elkaar zelfs het licht in de ogen niet.”
Net als Vandenhaute kijkt Van Damme kijkt met bange ogen naar de kalender. Vlaanderen heeft sinds mensenheugenis de ruimte van Milaan - Sanremo tot de woensdag na Parijs - Roubaix voor zich. Grosso modo zo’n tweeënhalve weken. Het lijkt een eeuwige verworvenheid. Maar Van Damme is daar niet zo zeker van.
“Bijna al die Vlaamse koersen gingen uit van de gedachte:
We hebben datum in het voorjaar, dat
goed, waarom dan veranderen?
onze loopt Terwijl dat helemaal niet vanzelfsprekend was. In Italië had RCS, de eigenaar van de Giro, de krachten gebundeld. In Frankrijk had je ASO, eigenaar van de Tour, de Dauphiné, Parijs - Roubaix. Zij probeerden voor hun koersen de beste plaatsen op de kalender te krijgen. Je voelde aan alles dat de Vlaamse koers onder druk stond. Hein Verbruggen, de vorige voorzitter van de UCI, maakte er zelfs geen geheim van. Vlaanderen was zijn prioriteit niet. Hij zag de koers liever mondialiseren. We moesten dringend een blok vormen en dat Vlaamse voorjaar verankeren op de kalender.”
Pat McQuaid, op dat moment voorzitter van de UCI, beaamt het negen jaar later.
“Yes, de Vlaamse wedstrijden stonden onder druk. De meeste organisaties hadden totaal geen commercieel plan. Ze bleven organiseren zoals ze het altijd gedaan hadden. Topsportevenementen waren dat niet.”
Geen wedstrijd die de kwetsbare basis van de Belgische koers beter samenvat dan Gent - Wevelgem. Al in 1990 merkt de organisatie dat de Vlaamse wedstrijden niet heilig zijn voor de UCI. Klassieker of niet, als de wedstrijd uit de Wereldbeker wordt geweerd, mag hij nog maximaal om en bij 200 kilometer lang zijn. Een sportieve domper, die nog versterkt wordt door de financiële problemen die later opduiken.
Luc Gheysens: “Om maar te zeggen: we moesten destijds nog betalen aan de VRT om uitgezonden te worden. 100.000 frank
(2.500 euro, red.). Ik ben Marc Stassijns, chef sport van de VRT, de rest van zijn leven dankbaar geweest dat we daar uitstel voor kregen. Met wat sponsorgeld van WTV en een lening van de gemeente Wevelgem zijn we daar toen doorgesparteld.”
Met verve. Want als Vandenhaute en Flanders Classics in 2009 aankloppen, is Gent - Wevelgem opnieuw gezond en hoort het alweer enkele jaren bij de ProTour – een elitegroepje van de beste wedstrijden. Maar sindsdien is de organisator meer dan ooit op zijn hoede. En: sommige zaken blijven de wedstrijd niet lekker zitten. Die afstand van om en bij de 200 kilometer.
“Ga de erelijst af”, zegt Gheysens. “Vaak was de nummer twee een grotere naam dan de nummer één. Toen Frison won, was Museeuw tweede. Toen Wilfried Peeters won, was dat voor Ballerini. En toen Van Bondt won, waren Van Petegem tweede en Museeuw derde. Om de echte top van de subtop te scheiden, hadden we meer kilometers nodig.”
Maar vooral is er de datum: op woensdag, geprangd tussen de Ronde van Vlaanderen en Parijs Roubaix, wat veel toppers doet afhaken of niet voluit doet gaan.
“Sportief zat die wedstrijd daar dood te gaan”, weet Vandenhaute.
Gheysens knikt. “Ook dat had ik snel door. Als er één man was die ons, zoals in de jaren ‘50, weer onze historische plek op zondag kon teruggeven, dan was het Vandenhaute. Eindelijk hadden we weer een stem bij de UCI.”
Zo heeft anno 2009 elke wedstrijd zijn eigen problemen. De Brabantse Pijl gaat gebukt onder schulden en verliest elk jaar aan belangstelling.
Vandenhaute: “Die wedstrijd stond totaal verkeerd op de kalender. Een dag na de E3 Harelbeke. We kwamen uit een periode dat het geen enkel probleem was om die twee wedstrijden te rijden. Er was brandstof genoeg.
Luc Gheysens, organisator GentWevelgem
“Als er één man was die ons onze historische plek op zondag kon teruggeven, dan was het Vandenhaute. Eindelijk hadden we weer een stem bij de UCI.”
Tom Van Damme, voorzitter Belgische wielerbond
“De rittenwedstrijden domineerden het wielerjaar. Er was dringend tegengewicht nodig. Het Vlaamse voorjaar moest weer sterker worden.”
Maar nu was die brandstof er niet meer. En maar goed ook. Maar het gevolg was dat ook de Brabantse Pijl daar zat dood te gaan.”
En nog problemen. De Scheldeprijs ziet met lede ogen hoe de meeste renners er op de woensdag na Roubaix vaak niet al te veel zin meer in hebben. Terwijl Dwars door Vlaanderen zich als 1.1.-wedstrijd pas in de derde klasse van het wielrennen bevindt. “En veel structuur zat er niet in onze werking”, geeft organisator Carlo Lambrecht eerlijk toe. “Het was allemaal nogal amateuristisch.”
Grove borstel
Dat laatste stellen ook Tom Van Damme en Wouter Vandenhaute vast. De voorzitter van de Belgische wielerbond is intussen begonnen aan een steile opmars binnen de internationale wielerbond. Die zal hem uiteindelijk op de post van voorzitter van de Wegcommissie brengen. Een sleutelpositie, ook in de opmaak van de kalender. Vandenhaute zal in hem snel een bondgenoot vinden. Zozeer dat sommigen hem de échte voorzitter van de wielerbond noemen. Nog meer als ze elkaar regelmatig treffen voor een fietstochtje. Iets waar Van Damme vooral om moet glimlachen.
“Ik verberg niet dat ik prima opschiet met Wouter. Een man met inspirerende ideeën. Maar ik hou die dingen echt wel gescheiden.”
Maar over één ding zijn ze het op die gezamenlijke fietstochtjes wel eens.
“Allebei zagen we dat de eendagswedstrijden in de verdrukking zaten. De rittenwedstrijden domineerden het wielerjaar. Er was dringend enig tegengewicht nodig. Het Vlaamse voorjaar moest weer sterker worden.”
De man die de grove borstel zal hanteren, hoeft Van Damme niet ver te zoeken.