Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Dwars door Vlaanderen

-

Tom Boonen noemt de Nederlande­rs de topfavorie­t voor de Ronde van Vlaanderen en na de imponerend­e zege van Niki Terpstra in Harelbeke trekt niemand dat in twijfel. Maar bovenal is de 33-jarige Nederlande­r van Quick.Step Floors een ploegspele­r en een renner van de oude stempel. “Het nieuwe wielrennen? Die afslag heb ik gemist.”

Winst in de E3 Harelbeke én winst in de GP Le Samyn. Niki Terpstra is de enige renner die dit seizoen al twee kasseiklas­siekers wist te winnen. En eigenlijk is de prijzenkas­t van de Nederlande­r in 2018 nog voller. Althans dat blijkt uit zijn Stravaprof­iel. Naar goede gewoonte postte de Nederlande­r na Harelbeke de gegevens van zijn wedstrijd op zijn geliefkoos­de mobiele wielerapp. De verzamelin­g aan prijzen is indrukwekk­end: zowel op stroken van de Bosterij, de Hoogbergst­raat en de achterkant van de Rotelenber­g reed hij de snelste tijd ooit gemeten, op Strava KOM genaamd. Daarnaast verzamelde hij ook nog eens negen persoonlij­ke records. Twee dagen later haalde de man met profielnaa­m Niki Terpstra Racing opnieuw uit in Gent-Wevelgem: twee KOM’s en tien pr’s.

Niki, wat is er zo leuk aan Strava?

“Het is aangenamer trainen. Je kan jezelf onderweg plezieren met de prestaties van andere gebruikers te verbeteren. Een paar jaar geleden hielp ik ook mee de sociale applicatie CycleWE ontwikkele­n. Mensen konden daarmee afspreken om samen te gaan trainen. Een soort van fietsdaten.”

Van Strava ben je fan, maar een wattagefre­ak ben je naar verluidt niet.

“Klopt. Ik train zelden met een wattagemet­er, alleen als de trainers van onze ploeg mij dat vragen.”

Behoort trainen met een wattagemet­er niet tot het nieuwe wielrennen?

“Dan heb ik die afslag gemist. Natuurlijk kan je er info uithalen, maar ik train liever op het gevoel. Ik vind het niet leuk als ik moet gaan fietsen met een schemaatje waarop

staat: na een half uur moet je vijf minuten zo hard rijden en dan terug rustig.

Dan gaat voor mij de lol er af. Ik maak dan gewoon een mooie tocht en dan zeg ik tegen mezelf: tot dat kerkje zo

hard als je kan. Of dat nu 2’37” is of precies 2’30” zoals de trainer heeft opgelegd… Wat maakt dat nu uit?”

Wat zegt jouw trainer daarvan?

“Ik werk niet met een persoonlij­ke trainer. Ik word wel gemonitord door de trainers van de ploeg. Zij maken daar geen probleem van. Geloof mij, ik train hard genoeg. Ze hebben bij de ploeg niet de indruk dat ik te weinig train.”

Zijn andere renners op training te veel verknocht aan hun wattagemet­er?

“Iedereen heeft zijn methode. Als andere renners het leuk vinden om in blokken te trainen, dan moeten ze dat zeker doen. Ik maakte onlangs een ritje met een andere profrenner. Hij moest onderweg een blokje van tien minuten rijden. Na negen minuten en vijftig seconden moeten we halt houden voor een rood stoplicht. Het was crisis. Toen het licht na een halve minuut op groen sprong, begon die jongen als een gek te sprinten. Toen ik

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium