Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik ben nog ver van mijn beste niveau verwijderd”
Jonathan Rowell is blij dat hij na blessureleed eindelijk volwaardig Berchemspeler is
Berchem graaide afgelopen weekend een felbevochten puntje mee uit Seraing. Op het middenveld werd de geschorste Jawad Absisan vervangen door Jonathan Rowell. Na een knieblessure kweet de Britse Belg zich meer dan behoorlijk van zijn taak, maar toch voelde hij zich na de wedstrijd geen honderd procent tevreden.
“Voor de wedstrijd had iedereen misschien getekend voor een gelijkspel”, zegt de 28-jarige middenvelder. “Maar nu zitten we toch weer met een dubbel gevoel. Hoewel Seraing het meeste balbezit liet optekenen, hadden wij over de hele match gezien toch de betere kansen. In de eerste helft kregen we al enkele mogelijkheden en na de rust kreeg ik dan zelf een enorme kans. Daar had ik altijd moeten scoren. Erg frustrerend dat die bal niet binnenging. Het is ook niet dat ik die voorzet niet verwacht had. Ik zag Greg (Carrez,
red.) kijken waar hij de bal ging droppen. Maluka sprong wel nog en vervolgens schoot ik naast.”
Stilstaande fases
Waar Rowell even hard van baalde, was de manier waarop Seraing in de eerste helft op voorsprong was gekomen.
“Het is een teleurstelling dat zij konden scoren vanuit een stilstaande fase. Niet eens een uitgespeelde kans dus”, ergert Rowell zich. “Op zulke fases kunnen we natuurlijk niet elke dag trainen, we zijn geen profs. Bij Seraing zag je dat ze daarin beter georganiseerd zijn.”
Positief was wel dat Berchem, ondanks de lichte blessures van onder meer Verstraeten en Mauro, overeind bleef op het middenveld. Ook Rowell kon zijn steentje bijdragen tot de 86ste minuut.
“Ik kreeg een trap op mijn knie. Hopelijk niet te erg. Het doet nu wel pijn, maar het gaat niet om mijn gewrichten. Eerder een contactblessure eigenlijk. Ik was heel blij dat ik bijna negentig minuten kon spelen. De voorbije maanden waren heel frustrerend voor mij, omdat ik na mijn eerste wedstrijd voor Berchem al was uitgevallen met een knieblessure. Nu ben ik al een tweetal weken terug aan het meetrainen. Ik voel echter dat ik nog ver verwijderd van mijn beste niveau. Ik kan nog niet doen wat ik wil. We hebben nu een weekend rust. Dat zal de ploeg goed doen. Voor mezelf wordt het het vooral een gelegenheid om verder te werken aan mijn conditie. Ik train nog elke dag bij op mezelf. Maar ik heb vooral wedstrijden nodig.”