Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Sommige renners zouden met hun fiets gaan slapen, Peter niet”
“Ik ben mijn carrière als mecanicien begonnen in 2010 bij Radioshack. Een van mijn collega’s daar (Julien De
Vries, red.) had nog met Eddy Merckx gewerkt. Die kon mij verhalen vertellen over Merckx… Dat hij tijdens de wedstrijd nog aan zijn fiets zat te sleutelen. Dat hij soms een dozijn fietsen mee naar de wedstrijd bracht. En altijd maar zoeken naar de juiste positie. Dan is Peter veel makkelijker om mee te werken. Zolang ik Peter ken, is zijn positie onveranderd. Krijgen we een nieuwe fiets, dan moeten we simpelweg de oude kopiëren. Nice and easy.
Peter zou best voor zichzelf kunnen zorgen. Dat is het voordeel als je van Slovakije komt. Wie het daar als wielrenner wil maken, moet zijn plan kunnen trekken. Er is geen wielercultuur. Dus ook niemand die het voor jou doet. Ik ken die situatie. Ik kwam uit Litouwen toen ik het in de jaren ‘90 als renner wilde maken. Ik ben toen ook in mijn eentje naar België gekomen. Was drie jaar prof, nadien nog jarenlang amateur. Reed de ene na de kermiskoers. Ik moest het ook zelf doen.
Dat herken ik nog altijd in Peter. In Monaco heeft hij ook geen mecanicien. Wellicht dat hij ginder af en toe in een fietsenzaak terechtkan. Maar ik hoor daar weinig van. Peter trekt zijn plan. Als het moet, zal hij zelf wel een nieuwe tube steken.
Dat Peter altijd ontspannen is? Ik kan het alleen maar beamen. Je hebt renners die met hun fiets zouden gaan slapen. Zo nerveus zijn ze dat er toch maar iets fout zou gaan. Peter niet. Die komt naar de start, controleert in alle rust zijn fiets, en dat is het. Dat obsessieve is aan hem niet besteed. Wat ik wel zie: de drukte in zijn leven. Er komt onwaarschijnlijk veel op hem af. Daarom hou ik mij als mecanicien liever wat op afstand. Wint hij, dan zal ik graag een glas champagne meedrinken. Maar voorts zit ik snel weer bij mijn fietsen. Er zijn al genoeg mensen die aan zijn mouw trekken.”