Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Steeds meer vrouwen met zwangerschapsdiabetes
Overgewicht is belangrijkste oorzaak van ziekte die risico’s inhoudt voor moeder én kind
“Steeds meer zwangere vrouwen ontwikkelen zwangerschapsdiabetes”, zegt Kamerlid Yoleen Van Camp (N-VA). “En dat is verontrustend, wetende dat een groot deel van die vrouwen daar nadien ook suikerziekte aan overhoudt.”
Van Camp vroeg cijfers over de ziekte op bij minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld). “Tussen 2010 en 2014 is het aantal vrouwen met zwangerschapsdiabetes gestegen van 4 naar bijna 6%”, zegt Van Camp. “Dat duidt op een belangrijk probleem.”
Kind al te dik in baarmoeder
Bij zwangerschapsdiabetes ontwikkelen zwangere vrouwen die voordien geen diabetes hadden een hoge bloedsuikerspiegel als gevolg van hormonale veranderingen. “Dat komt doordat zwangere vrouwen ongevoeliger zijn geworden aan insuline. Suiker gaat daardoor aan te hoge concentraties door de moederkoek. Want de mama kan haar eigen suiker niet meer verwerken”, zegt Annick Bogaerts, professor in de vroedkunde aan de Universiteit Antwerpen en onderzoeker aan de KU Leuven en Hogeschool UC Leuven-Limburg. “Daardoor krijgt de foetus al die suiker te verwerken en geraakt diens pancreas al vanaf het begin overbelast. De foetus wordt zo al te snel te dik in de baarmoeder.”
“Baby’s van wie de moeder zwangerschapsdiabetes had, worden daardoor doorgaans te zwaar geboren. Ze maken later meer kans op overgewicht en op hart- en vaatziektes. En in het geval van de moeders maakt een op de twee kans om later de ‘gewone’ diabetes te ontwikkelen.” Want het is wel zo dat zwangerschapsdiabetes verdwijnt nadat de moeder bevallen is. “Het is dus belangrijk dat ze goed worden opgevolgd en een gezonde levensstijl aannemen.”
12% is obees zwanger
Eén enkele factor die bepaalt of een vrouw de ziekte al dan niet ontwikkelt, is er niet. “Vrouwen bij wie diabetes in de familie zit, hebben meer kans om de ziekte te krijgen. Net zoals vrouwen die op latere leeftijd een kind krijgen. Maar de belangrijkste factor is overgewicht. Vrouwen die daarmee kampen, hebben twee tot drie keer zoveel kans om de ziekte te ontwikkelen. En dat is iets waar je iets aan kan doen. Vroeg ingrijpen op voorhand en grote sensibiliseringscampagnes opstarten rond een gezonde levensstijl en gezond zwanger worden, zijn daarom noodzakelijk.”
Want de cijfers van zwangere vrouwen die zwaarlijvig zijn, zijn schrikwekkend, vindt Bogaerts. “Elk jaar bevallen er in Vlaanderen zo’n 60.000 vrouwen. 12% daarvan is obees zwanger. Dat wil zeggen dat ze een BMI hebben boven de 30. Kijk je naar overgewicht (een BMI boven de 25, red.),
dan gaat het om een op de drie.”
Vlaanderen versus Wallonië
Ook Van Camp stelt dat er sterk zal moeten worden geïnvesteerd in bewustmaking en op opvolging. Maar wat haar betreft, gebeurt dat allemaal regionaal. “Uit
Annick Bogaerts Professor vroedkunde “Baby’s van wie de moeder zwangerschapsdiabetes had, maken later meer kans op overgewicht en op hart- en vaatziektes. En in het geval van de moeders maakt een op de twee kans om later de ‘gewone’ diabetes te ontwikkelen.”
de meest recente gegevens van minister De Block, cijfers uit 2015, blijkt namelijk dat er een groot verschil zit op het percentage van vrouwen met zwangerschapsdiabetes in Vlaanderen en in Wallonië”, zegt ze. “7,5% in Wallonië en 3,7% in Vlaanderen.” Van Camp wil daarom een beleid op maat. “De verschillen tonen aan dat Wallonië en Vlaanderen allebei gebaat zouden zijn bij het regionaliseren van onze gezondheidszorg. Dan zouden de deelstaten beter kunnen inspelen op hun specifieke bevolking. Bovendien zouden screening, behandeling én opvolging nadien dan in één samenhangend beleid ondergebracht zijn.”
Maar die verschillen tussen de regio’s moeten genuanceerd worden, zegt Katrien Benhalima, adjunct-kliniekhoofd op de dienst endocrinologie (de tak van de geneeskunde die zich bezighoudt met de hormonen) aan het Universitair Ziekenhuis Leuven. Ze heeft net haar doctoraat rond deze materie afgerond. “De grote verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië zijn te wijten aan het feit dat ziekenhuizen in Wallonië een orale glucosetolerantietest gebruiken, oftewel de ‘nuchtere test’ die gebruikmaakt van nieuwe criteria voorgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie. In Vlaanderen wordt in de meeste ziekenhuizen nog de oude test gebruikt. Daardoor wordt de ziekte vandaag in Wallonië bij 10% of meer vastgesteld. Als ze in Vlaanderen diezelfde methode zouden gebruiken, zouden ze aan 12,5% komen. Dat blijkt uit de zogenaamde BEDIP-studie die we tussen 2014 en 2017 uitvoerden. Het gaat dus om compleet verschillende manieren van opsporing. De resultaten van ons onderzoek worden nu volop verwerkt. Tegen het einde van het jaar hopen we met eigen richtlijnen te komen.”